Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Nooit meer slavernij: 160 jaar Keti Koti

De laatste jaren gaan er stemmen op voor een nieuwe nationale feestdag: Keti-Koti. Op 1 juli wordt herdacht en gevierd dat de trans-Atlantische slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden 150 (of 160) jaar geleden werd afgeschaft. Dit lijkt een recente ontwikkeling, maar al sinds 1863 wordt er op 1 juli jaarlijks stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij.

De dag waarop de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden werd afgeschaft, 1 juli 1863, was een dag waarop er groot feest gevierd werd. In Nederland zelf was er niet bijster veel van te merken. Maar in Paramaribo en Willemstad klonken er om 6 uur ‘s ochtends kanonschoten. Publieke gebouwen, woningen en schepen werden met vlaggen versierd, kerken met bloemen en festoenen. Grote menigten verzamelden zich op de pleinen voor de forten, en woonden dankdiensten in de kerk bij.

Op de Caribische eilanden waren de mensen die in slavernij hadden moeten leven daadwerkelijk vrij. In Suriname was dat nog niet het geval. Om de ‘schade’ voor plantagehouders te beperken, werden zij verplicht om nog tien jaar als contractarbeiders te werken. Toch gloorde er ook daar hoop aan de horizon. Zo schreef de Surinaamsche Courant, de belangrijkste krant van Suriname, op 30 juni 1863 verheugd: ‘Nog maar weinige uren, en de banden der slavernij zijn gestaakt’. En op 1 juli 1863: ‘De dag der hervorming is aangebroken, een nieuw tijdperk verschenen, een nieuw leven aangevangen.’

Hoofddoek uitgegeven ter gelegenheid van de viering van 100 jaar afschaffing slavernij op 1 juli 1963. Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, RV-5379-4.

Afschaffing van de slavernij – 25 jaar vertraging

Nederland had er lang over gedaan om de slavernij af te schaffen. Al in 1799 verscheen de Nederlandse vertaling van het boek Narrative of a five years expedition against the Revolted Negroes of Surinam van de Schots-Nederlandse John Stedman. Daardoor maakten vele Nederlanders in woord en beeld kennis met de wreedheden van de slavernij in Suriname. Bijna 50 jaar later – in 1848 – werd de beslissing genomen om de slavernij af te schaffen. Maar ook toen werd er weinig vaart gezet achter het implementeren van de wet.

Door gesteggel rond de compensatie voor plantagehouders, duurde het nog 15 jaar voordat de slavernij officieel afgeschaft werd. Uit de datum waarop de wet van kracht ging, blijkt hoeveel belang er nog werd gehecht aan de gevolgen voor de plantagehouders. In juli werd er in Suriname namelijk niet op de plantages gewerkt vanwege het regenseizoen. Door de afschaffing in die maand van kracht te laten gaan hadden de plantagehouders, die bovendien rijkelijk gecompenseerd werden, net wat minder ‘last’ van contractarbeiders die alvast een voorschot namen op hun vrijheid.

Tot slaaf gemaakte mannen graven een trens (afwateringskanaal) op een Surinaamse plantage. Paramaribo, circa 1850. Rijksmuseum, NG-2013-22-19.

Een ‘nieuw en hoogst gewigtig tijdperk’

Toch heerste er een vreugdestemming over de nieuwe wet, ook onder Nederlanders die niet in slavernij leefden. De slavernijperiode werd toen al gezien als een ‘smet, die veel te lang aan de eer des Vaderlands’ had gekleefd. Op de voorpagina van de Rotterdamsche Courant stond op 1 juli 1863, dat er met de afschaffing van de slavernij een ‘nieuw en hoogst gewigtig tijdperk’ was aangebroken. ‘Eene instelling (…) dat de eene mensch eigendomsregten zou kunnen en mogen uitoefenen over den anderen (…) is heden ten grave gedrage om niet meer te verrijzen’.

Van een gelijkwaardige omgang was echter nog geen sprake, zoals blijkt uit een wonderlijke brief aan ‘geëmancipeerden’ in de Surinaamsche Courant diezelfde dag. Mensen die eindelijk van de slavernij verlost waren, werd opgedragen ‘dankbaar voor die groote weldaad’ te zijn. Nimmer mochten zij vergeten, ‘wat uwe vorige meesters en meesteressen voor U zijn geweest’, of hoeveel zorg hun voormalige eigenaren voor hen hadden gedragen. Daar zullen velen, die onder wrede en erbarmelijke omstandigheden moesten werken, weinig boodschap aan hebben gehad.

Geelkoperen voetring, door plantagehouders aan tot slaaf gemaakten gegeven, voor 1971. Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, TM-3912-187.

Dag der Vrijheden

In Suriname en op de Antillen wordt er sinds jaar en dag op 1 juli stilgestaan bij het einde van de slavernij. Al op 1 juli 1864 werd in Suriname ‘het eerste jaar van de afschaffing der slavernij, door de geëmancipeerden feestelijk gevierd’, aldus de Surinaamsche Courant. Dat dit een jaarlijks terugkerend fenomeen zou worden, werd al snel duidelijk. In 1865 vond het ‘tweede jaarfeest’ plaats, waarbij het volk zich na een godsdienstige viering vermaakte met ‘dansen, spelen enz.’ Tijdens de de ‘9de verjaardag van de emancipatie der inlandsche bevolking’ in 1872 bewoog ‘een feestelijk uitgedoste menigte’ zich langs de straten. Elementen die we nog altijd terugzien in vieringen vandaag de dag.

Sinds 1955 is 1 juli in Suriname een officiële vrije dag. In 1960 verving de Surinaamse regering de traditionele emancipatieherdenking door de Dag der Vrijheden, informeel ook wel Kettingsnijden genoemd. Veel Surinamers herdenken het slavernijverleden dan tijdens een speciale kerkdienst rond de Grote Stadskerk in Paramaribo, waar in 1863 ook al feest gevierd werd. Daarna volgt een herdenkingsplechtigheid en vinden er allerlei feestelijkheden plaats. Een hoogtepunt is de Bigi Spikri (‘grote spiegel’): een feestelijke parade door onder andere de winkelstraten van Paramaribo, waarbij de kleurrijk uitgedoste Surinamers zich vroeger in de spiegelende etalageruiten (‘grote spiegels’) bewonderden.

Vaak wordt er tijdens deze optocht traditionele kledij met mooie versieringen gedragen. Afro-Surinaamse vrouwen dragen vaak de koto: een traditioneel ensemble bestaande uit een wijd uitstaande rok (koto), kort jasje of blouse (yaki) en een hoofddoek (angisa) die kunstig om het hoofd gevouwen wordt. Deze dracht ontwikkelde zich na de afschaffing van de slavernij tot een Surinaamse klederdracht. Soms werden er voor de Dag der Vrijheden speciale angisa’s uitgegeven, bijvoorbeeld toen de slavernij in 1963 honderd jaar was afgeschaft.

Rood-wit koto-ensemble, bestaande uit jas (yaki), rok (koto) en hoofddoek (angisa), Creools Surinaams, 1873-1940. Nationaal Museum van Wereldculturen, RV-2452-165 (Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International License).

Van emancipatiedagen in Krasnapolsky…

In Nederland vonden de 1 juli-vieringen aanvankelijk vooral in besloten kring en in verenigingsverband plaats. Zo organiseerde de vereniging Ons Suriname, de oudste Surinaamse vereniging in Nederland, in 1953 een emancipatieviering in Amsterdam. Er werd een rondrit door de stad gemaakt, er waren feestredes, lezingen en muzikale optredens, en een groep dansende Surinaamse vrouwen in koto bood de Amsterdamse burgemeester een schaal Surinaams fruit aan (dat enkele uren eerder met een KLM-vlucht was meegekomen).

In de jaren daarop werden rond 1 juli soortgelijke avonden gehouden in het Krasnapolsky Amsterdam. Zo vond er in 1954 een herdenkingsavond plaats met na afloop een cultureel programma én een Zuid-Amerikaans bal onder begeleiding van het Surinaamse orkest Rhytmico. De Dag der Vrijheden die de Federatie van Surinaamse Verenigingen in 1960 in Krasnapolsky organiseerde, werd gezien als een belangrijk ‘bindmiddel voor iedereen, die zich Surinamer voelt’. Tijdens de ‘Honderdste emancipatiedag’ in 1963 vond een grote optocht door Amsterdam naar Krasnapolsky plaats, waarbij een minuut stilte werd gehouden voor de gevallenen in de slavernijtijd.

Hoofddoek voor de viering van de Onafhankelijkheid van Suriname in 1975. Nationaal Museum van Wereldculturen, TM-6384-35 (Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International License).

…naar Keti Koti

De laatste jaren voelen meer Nederlanders zich betrokken bij het slavernijverleden en wordt 1 juli vaker collectief gevierd, zoals in Suriname zelf al langer het geval is. Daar nemen ook bevolkingsgroepen die niet in slavernij hebben geleefd al jaren deel aan de festiviteiten. Vanaf 1993 werden er op het Surinameplein in Amsterdam herdenkingen georganiseerd op 1 juli. Later gebeurde dit ook in het Oosterpark, waar sinds 2002 het Nationaal monument slavernijverleden staat. Het Oosterpark is inmiddels een spil in de Nederlandse herdenkingen en festiviteiten.

De Nederlandse viering staat tegenwoordig bekend onder de Surinaamse naam Keti Koti (spreek uit: kittie kottie), die letterlijk ‘ketenen gebroken’ betekent. Wellicht dat dat in de toekomst verandert: Antilliaanse Nederlanders zouden graag een inclusievere naam zien die ook hun slavernijverleden recht aan doet. De grootste Keti Koti-viering in Amsterdam begint dit jaar met de Bigi Spikri – de kleurrijke optocht in traditionele kledij – van het Waterlooplein naar het Oosterpark. Daar wordt ’s middags bij het slavernijmonument een herdenkingsceremonie gehouden. Daarna is het tijd voor het Keti Koti Festival, dat dit jaar vanwege de verwachte opkomst uitwijkt naar het Museumplein. Ook door de rest van Noord-Holland vinden herdenkingen en vieringen plaats, waaronder in Haarlem, Alkmaar en de Zaanstreek. De provincie zelf heeft op het Museumplein haar Spiegelboom geplaatst, om samen het gesprek aan te gaan over het slavernijverleden.

Een kwestie die nog leeft, is of we op 1 juli de formele of de werkelijke afschaffing van de slavernij vieren. Hoewel de mensen die zelf in slavernij hadden geleefd al sinds 1863 jaarlijks op feestelijke wijze stilstonden bij de dag waarop zij wettelijk vrij verklaard waren, gaan er tegenwoordig meer stemmen op om 1 juli 1873 als uitgangspunt te nemen. Dat was immers het jaar waarin velen in Suriname hun vrijheid pas echt tegemoet konden. In dat geval zou 2023 een jubileumjaar zijn: 150 jaar afschaffing van de trans-Atlantische slavernij. Hoe dan ook kent de feestdag zelf een lange geschiedenis, en herinnert deze ons aan het grote belang van in vrijheid leven, en op een gelijkwaardige manier met elkaar omgaan.

Zicht op een deel van de optocht Bigi Spikri in Amsterdam, 1 juli 2013. Foto: Wikimedia Commons.

 

Tekst: Marit Eisses

Omslagbeeld: Zicht op een deel van de optocht Bigi Spikri in Amsterdam, 1 juli 2013. Foto: Wikimedia Commons.

Bronnen

Publicatiedatum: 29/06/2023

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.