Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Mijn plek: ‘Op De Woude stap je in een andere wereld’

Welke plaats vind jij het meest kenmerkend voor Noord-Holland? ‘Van de pont over de Markervaart stap je in De Woude bijna in een andere wereld,’ vertelt Erik Luik. Het dorpje De Woude is de plek waar hij ons graag mee heen neemt. Een dromerig eilandje aan de rand van het Alkmaardermeer. Met weidse vergezichten en een bijzonder natuurgebied. Alsof de tijd hier stil heeft gestaan.

 ‘Je hebt daar nog boerenland met in de verte de einder,’ zegt Erik Luik. Dit is het eeuwenoude landschap dat hij schetst van een rondwandeling in de Westwouderpolder. Dat De Woude ruim anderhalve eeuw geleden op een eiland kwam te liggen, is te danken aan zakenlieden die hun bedrijven in Wormerveer soepeler op een breed afzetgebied wilden aansluiten.

Aan de overzijde van de Markervaart wacht het dorpje De Woude. Foto: Jan Maarten Pekelharing.

Deze energieke fabrikanten pleitten al in 1837 voor de aanleg van een goede verbinding over water met het begin die eeuw gegraven Noord-Hollands Kanaal. Het Noord-Hollands Kanaal loopt van Den Helder via Alkmaar en Purmerend naar Amsterdam.

‘Het lobbywerk van de directies uit Wormerveer,’ vertelt Erik Luik, ‘had in 1849 succes. Toen is namelijk een nieuw stuk kanaal gegraven, waardoor je van Wormerveer over de al bestaande Markervaart een aansluiting kreeg op het Noord-Hollands Kanaal. Dat nieuwe stuk kanaal sneed de voormalige Wouderpolder in tweeën. En dat maakte Westwouderpolder ineens een eiland.’

Niet verdwalen

Erik: ‘Ik ontdekte dit eilandje enkele jaren geleden. Het was eigenlijk zuiver toeval.’ Hij is sinds enkele jaren conservator-beheerder van Museum In ’t Houten Huis in De Rijp. ‘Mijn vrouw en ik verkenden de grens van wat mijn museale gebied is. Daar hoort, sinds De Rijp tot de gemeente Alkmaar behoort, ook de Starnmeerpolder bij. En naast die in 1643 door Leeghwater uit De Rijp droog gelegde polder, zagen we De Woude aan de overzijde van de Markervaart. Mijn vrouw en ik hebben het eiland rondgewandeld. Dat is 7 à 8 kilometer. Je kunt er niet verdwalen.’

Sluisje dat van de Markervaart toegang geeft tot de Westwouderpolder. Foto: Jan Maarten Pekelharing.

Hij vervolgt: ‘Het eiland waarop De Woude ligt, bleek een prachtig natuurgebied te zijn. Net als vroeger kan je er eindeloos ver kijken over weiland en water. In de verte zie je tegen de einder het silhouet van een kerktoren, vermoedelijk die van Uitgeest. Dit is het beeld, zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar, van het boerenland zoals dat hier al eeuwen te zien is.’

Uniek natuurgebied

Dat roept de vraag op hoe het komt dat rond De Woude het oude landschap zo goed bewaard is gebleven? Daar weet Ab van Dorp, boswachter ecologie van Staatsbosbeheer, alles van. Hij vertelt in een mailtje, dat vanwege het simpele feit dat de Westwouderpolder een eiland werd, de melkveehouderij hier wat achter is geraakt bij de rest van het ons land. De Westwouderpolder kent zodoende nog het originele kavelpatroon van honderden jaren geleden. Hier heeft geen ruilverkaveling plaatsgevonden.

Oude sepia fotokaart van een dorpsgezicht van De Woude. Een weg met in het midden nog een ‘paardenpadje’ van klinkers. Op de achtergrond vijf boerderijen. Twaalf personen en een hondje poseren voor de fotograaf; collectie Museum In ’t Houten Huis/OHV

De invoering van de melkkoeltank, nu zo’n halve eeuw geleden, noopte 16 van de 21 melkveebedrijfjes op het eiland om hun bedrijf te sluiten. Boswachter Van Dorp: ‘Inmiddels is er nog maar één melkveehouderij op het eiland.’ Die is van een boer die een biologisch melkvee- en natuurbedrijf heeft en voor Staatsbosbeheer het grasland in de polder beheert. Daarbij houdt hij rekening met het broedseizoen van de weidevogels, zoals de grutto en de veldleeuwerik. Van Dorp: ‘Als je in de lente door de polder wandelt en de graslanden nog vol weidevogels ziet – honderden broedparen – waan je je echt in een uniek stuk Nederland. En dat is het ook!’

 Natuurbos

‘In anderhalf à twee uur loop je het eland rond’, vertelt Erik Luik. ‘Je loopt langs het Alkmaarder- en Uitgeestermeer. En iets verderop, ten noorden van De Woude, ligt een mooi bosje.’ Dat bosje is spontaan uit de grond geschoten toen boeren hier geen riet meer kwamen maaien. Wind en vogels hebben de zaadjes van elders hierheen gebracht. Wie hier komt in de zomermaanden als de bomen vol in blad staan, waant zich bij een natuurbos,  aldus boswachter Van Dorp. Hij vindt het echter te jong om van een oerbos te kunnen spreken.

Buitendijks van het eiland ligt een verlanding met rietland en een natuurbosje. Achter de bomen loopt de Markervaart. Foto: Jan Maarten Pekelharing.

Na het graven van de Markervaart ontstond er op een enkele plek buitendijks, zoals bij dit natuurbosje, een verlanding. Dat wil zeggen: er lag een moerassig gebiedje dat langzamerhand een wat steviger bodem kreeg. Op dergelijke hoekjes groeit gewoonlijk riet. Honderden jaren lang is het riet hier door de boeren jaarlijks gemaaid om het als strooisel te gebruiken voor onder de koeien. Ook het maaisel werd afgevoerd, dat zorgt er voor dat de bodem schraal blijft. Op zulke plekken ontstaat een veenmosrietland dat, vertelt de boswachter, ‘nagenoeg alleen in Nederland voorkomt en zeker internationaal gezien erg zeldzaam is.’

Zonnedauw

Maar ja, de vooruitgang sloeg toe. Zelfs in de Westwouderpolder. De boeren hadden het stro niet meer nodig. En dus groeide er op de verlanding in het noorden van het eiland een bosje. Datzelfde was het geval op een verlanding aan de zuidzijde van de polder bij het gehucht Stierop – het dorpje Markenbinnen zie je van daar aan de overkant van de Markervaart liggen.

Toen Staatsbosbeheer een halve eeuw geleden de verlanding bij Stierop verwierf werd sindsdien, net als vroeger, jaarlijks het riet weer gemaaid en liet men het maaisel niet liggen, maar voerde dat af. Met als gevolg dat je hier, meldt Ab van Dorp trots, ‘duizenden orchideeën, zonnedauw en het bijna unieke trilgraszegge’ aantreft.

‘De Kemphaan’. Dit kerkje dient ook als dorpshuis van De Woude. Foto: Jan Maarten Pekelharing.

Helaas gaan net als elders in het land ook in de Westwouderpolder de aantallen broedende weidevogels achteruit. Maar in deze polder verloopt dat proces langzamer dan elders. Tot voor enkele jaren broedde de kemphaan hier nog, weet de boswachter. Een kemphaan is overigens nog altijd: het kerkje, dat tevens dienst doet als dorpshuis van De Woude, heet namelijk De Kemphaan.

Alkmaardermeer

Vanaf de westoever van de Westwouderpolder heb je mooi zicht op het uitgestrekte Alkmaardermeer. Dit meer is een restant van een oude veenrivier die destijds water van het Schermermeer afvoerde naar het Oer-IJ. Net zoals de Stierop, waarnaar later het gehucht van de polder genoemd is, ooit een veenriviertje aan de westzijde van het Starnmeer was. Als gevolg van de afwatering klonk het veenland in. Brokken veenland die bij een zware storm los sloegen van de oever,  spoelden weg. Met als gevolg dat het wateroppervlakte van wat nu het Alkmaarder- en Uitgeestermeer is steeds groter werd.

Het uitgestrekte Alkmaarder- en Uitgeestermeer, gezien van de dijk van de Westwouderpolder. Foto: Jan Maarten Pekelharing.

Het door Erik Luik geroemde oer-Hollandse landschap tussen de steden Amsterdam, Zaanstad, Purmerend, Hoorn en Alkmaar maakt deel uit van het Nationaal Landschap Laag Holland. Het is een veenweidegebied dat beneden zeeniveau ligt. Dit landschap met weidse vergezichten, polderdijken en oude molens is een geliefd thema van schilders – als hun ode aan Laag Holland.

Het museum in De Rijp, waar Erik werkt, biedt binnenkort een tentoonstelling met werk van landschapsschilder Jan Groenhart, gespecialiseerd in veenweidegebieden. Erik: ‘Ik ben wat landschap betreft een echte liefhebber van die oude landschappen met oneindige verten.’

Museumboot

Voor wie dat landschap zelf wil beleven, wie iets wil proeven van de ontspannen sfeer van het vroegere Waterland, te midden van voormalige meren als Beemster, Schermer en Starnmeer, is De Woude dé plek waar je heen moet, benadrukt Erik Luik. Tegen de tijd dat de pandemie is uitgewoed, is hij van plan met de museumboot Maria-Lijntje van De Rijp weer uitstapjes hierheen te organiseren.

De Woude kent slechts enkele doodlopende straatjes. Foto: Jan Maarten Pekelharing.

Erik: ‘Toen ik hier rondkeek, realiseerde ik me dat De Woude zo’n aangename sfeer heeft dat het de moeite waard is dat meer mensen te laten ervaren.’ Je hebt er horeca waar je na een wandeling alle indrukken op je in kunt laten werken. Het dorpje telt ongeveer 160 inwoners. Je hebt er niet meer dan drie straatjes – en die  lopen dood op het uitgestrekte weidegebied.

Slipje

‘Er is helaas weinig over De Woude terug te vinden in oude boeken,’ constateert Erik. ‘Maar in een dik boek over herinneringen van inwoners van Markenbinnen, dat iets verderop aan de Markervaart ligt, las ik het verhaal van een jongen uit Markenbinnen die verkering had gekregen met een meisje uit De Woude.’

Toen ze op een avond laat terug kwamen, bleek de pont niet meer te varen. Wat te doen? Het meisje bedacht zich niet, trok haar kleding uit op haar slipje na. Dook in het water en zwom naar de overkant van de Markervaart. Ze pakte daar de roeiboot van haar ouders en keerde terug naar de jongen om haar kleding op te halen. En de jongen liet in het boek Starnmeer 375 jaar optekenen ‘dat hij bleef kijken of het allemaal wel goed ging. Veiligheid zal niet de enige reden geweest zijn waarom ik die keer bleef kijken.’

Aparte status

De Westwouderpolder met het dorpje De Woude en het gehucht Stierop valt onder de gemeente Castricum. Maar wie naar Castricum wil, moet het Alkmaarder- en Uitgeestermeer over zwemmen of varen. Of er omheen rijden. Zo’n excentrische ligging verleent als vanzelf aan De Woude een aparte status. Het lijkt wel alsof het eiland ooit per ongeluk is weggedreven van Akersloot en Uitgeest aan de overzijde van het meer.

Erik Luik is opgegroeid in de Zaanstreek, werkt in De Rijp en woont aan de rand van de Egmondse duinen. In het hart van dat gebied ontdekte hij enkele jaren geleden De Woude. ‘Dit is echt Mijn Plek geworden!’

Auteur: Jan Maarten Pekelharing

Kijk hier voor meer informatie over Museum In ’t Houten Huis.

Meedoen aan ‘Mijn plek’?

Neem ons mee naar de plek die jij kenmerkend vindt voor jouw streek in Noord-Holland. We kunnen er misschien in deze pandemische tijd even niet heen, maar we horen graag over het monument, plein, kerk, molen, natuurgebied of buurtje waar jij je thuis voelt. Stuur jouw ideeën in naar redactie@onh.nl en wie weet maken we binnenkort van jouw plek een verhaal!

Publicatiedatum: 31/03/2021

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.