
De maat der dingen
De span, de voet, de vadem en de roede: wie kent ze nog? Het lijkt nu vanzelfsprekend, dat wij van Noord-Holland tot Zuid-Limburg meten in meters en centimeters. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Voor de negentiende eeuw was Nederland vele maateenheden rijk. Vaak verschilden die ook nog per stad of streek.

Atelier van Hendrik Goltzius, Twee mannen meten een gestrande walvis, 1594. Rijksmuseum, RP-P-OB-10.24.
Neem bijvoorbeeld de ellenmaat: een lengtemaat, die gebaseerd was op de lengte van de onderarm. Wie in Amsterdam 1 el aan stof kocht, kwam met een stuk van 68,8 cm thuis. Maar in Twente kreeg je voor 1 el bijvoorbeeld maar 58,7 cm mee. Ook gewichten, en eenheden voor vloeistoffen, verschilden afhankelijk van waar je was. In de rest van Europa waren zulke verschillen overigens niet anders: elke stad hanteerde zijn eigen eenheden voor maten en gewichten.
Dat was niet altijd even praktisch, voor wie bijvoorbeeld over de grenzen van zijn eigen regio handelde, of wetenschappelijke experimenten wilde nabootsen. Vandaar dat de Franse regering tussen 1790-1798 – toen dankzij de Franse Revolutie toch alles anders kon – een groepje natuurkundigen de opdracht gaf om een uniform stelsel voor maten en gewichten te ontwerpen. Voortaan zou alles gemeten en gewogen worden in meters, grammen en liters. Napoleon zorgde ervoor, dat deze uniforme standaardeenheden werden ingevoerd in alle gebieden die hij veroverde.

Prent met uitleg over munten en gewichten, circa 1857. Rijksmuseum Twenthe, 2949.
Centimeters? Nee, bedankt
Handig, zou je denken. Als iedereen ter wereld dezelfde eenheden gebruikte om mee te wegen, meten en rekenen, zouden wetenschap en handel een stuk makkelijker worden. Maar rond 1800 hadden lang niet alle burgers daar trek in. Wie tegenwoordig wel eens iets moet omrekenen uit het Brits-Amerikaanse maatsysteem van inches, yards en miles, kan zich misschien voorstellen hoeveel hoofdbrekens het moet hebben gekost om aan al die nieuwe eenheden gewend te raken. En dat in een tijd waarin veel mensen nauwelijks hadden leren rekenen – en rekenmachines of smartphones nog ver te zoeken waren.
Dat de nieuwe maateenheden van de Franse overheersers kwamen, maakte ze niet bepaald aantrekkelijker. Op veranderingen waar de smet van Franse veroveringsdrift en radicalisme aan kleefde, zaten veel Nederlanders niet te wachten. Toen Napoleon zijn nederlaag leed in de Slag bij Waterloo, grepen zijn tegenstanders de kans om het ‘revolutionaire stelsel’ weer af te schaffen. Weg met de centimeter, terug met de maten die men kende.

Eén bijzondere Franse standaardeenheid is overigens nooit aangeslagen: de decimale tijd. Aanvankelijk hadden de Franse wetenschappers ook voor ogen, dat de dag verdeeld werd in tien uren van honderd minuten. Decimaal uurwerk, circa 1795. Museum für Uhren, Schmuck und Kunst Frankfurt am Main, foto Eva Kröcher via Wikimedia Commons (GFDL).
Maten met een nationaal sausje
Koning Willem I zag echter dat de voordelen van een uniform stelsel opwogen tegen de nadelen. Hij wilde dan ook graag dat het metrieke stelsel ‘de veelvuldige aan dit Koningrijk bestaande soorten van maten en gewigten’ verving. Om van de nare Franse bijsmaak af te komen, bedacht hij iets slims. Hij gaf de nieuwe eenheden oud-Hollandse namen: de meter heette voortaan de ‘Nederlandse el’, de decimeter ‘Nederlandse palm’, de centimeter ‘Nederlandse duim’ en de millimeter ‘Nederlandse streep’. Zo kon hij het ‘Nederlandse metriek stelsel’ – dat in feite dus alleen in naam verschilde van het stelsel dat we nog altijd gebruiken – in 1820 officieel invoeren.
In 1870 werden de internationale namen – gram, meter, liter – alsnog officieel erkend in Nederland. De Franse Revolutie was uit het vizier, en inmiddels waren er al meerdere generaties opgegroeid met decimale eenheden. De meeste Nederlanders die toen leefden, hadden de tijd waarin er alleen regionale maten bestonden helemaal niet meer meegemaakt. Toch waren sommige oude maten nog volop in gebruik.

Omrekenboekjes hielpen mensen om prijzen in Amsterdamse el om te rekenen naar prijzen in meters, en vice versa. Advertentie Algemeen Handelsblad, 12-1-1870.
Boetes op verboden maten
Hoewel er verboden op het gebruik van de oude maten kwamen, werd er nog lange tijd met bepaalde maten van vóór 1820 doorgerekend. Een van de langstoverlevenden onder de oude maten was de ellenmaat. In de stoffen-, fournituren- en linthandel werd er tot in de 20ste eeuw nog met de traditionele ellenmaat van ongeveer 69 cm gemeten. Ook in modewinkels die het nieuwste van het nieuwste verkochten.

Maatstokken van verschillende groottes. Nationaal Onderduikmuseum, T08546.
Officieel moesten handelaren hun maatstokken en gewichten jaarlijks laten ijken. Als deze aan de landelijke standaarden voldeden, kregen zij een merkteken. Zo wist het kopend publiek dat zij niet bedrogen werden. Maar veel stoffenhandelaren voorzagen hun maatstok in centimeters van aanvullende merktekentjes of pennetjes, die de oude Amsterdamse el aangaven.
Volgens de IJkwet was het verboden om zulke ‘bijzondere merkteekenen’ op maatstokken te hebben, bedoeld ‘om met andere maten dan de wettelijke te verkopen’. Er stond sinds 1869 zelfs een boete op van f 10 à f 20. Maar omdat de Amsterdamse el een afgeschafte maat was, viel deze buiten de wet, en konden stoffenwinkels hun gang gaan. ‘De el is gemoedelijk gebleven, ondanks ijkwet en rigoureuzen maatstok’, schreven kranten als Het nieuws van den dag nog in 1933.
Breedte in centimeter, lengte in el
Het was vooral de lengte die stoffenhandelaren in el bleven meten. De breedte gaven zij vaak wel in centimeters aan. Dat is te zien op dit stofstalenkaartje van de Amsterdamse modewinkel De Meijere, waar de laatste Franse modes te koop waren. Deze twee zwarte zijdes waren ’60 Centim. breed’, maar de prijs werd berekend ‘per El.’ Ook in advertenties is dit vaak terug te zien. Dit suggereert zien dat Nederlanders het metriek stelsel wel degelijk beheersten, maar in ellemaat toch beter voor zich zagen hoeveel zij nodig hadden.
Stofstaal M.J.C de Meijere, 1875. Stadsarchief Amsterdam, 15009-9736.
Voor stoffenhandelaren kon het gunstig zijn om stoffen per el te verkopen – de prijs per el leek immers lager te liggen dan de prijs per meter. Toch moesten zij in de praktijk dubbel rekenwerk verrichten. Velen kochten in het buitenland in, en daar werd wel in meters en centimeters gerekend. Volgens de krant De Locomotief(1866) lag de oorzaak voor het voortbestaan van de ellenmaat deels bij de gewoonten van Nederlandse klanten. Nederlandse dames zouden nooit in meters kopen, als zij niet ‘voor half dwaas, of minstens voor zeer excentriek’ wilden worden aangezien.
Misverstanden
Uiteraard leidde het hanteren van twee maateenheden naast elkaar wel eens tot misverstanden. Dat merkte ook het Koninklijk Huis. In 1893 werden voor koningin Emma enkele versierde tussenzetranden, handschoenen en rokstroken besteld bij de Amsterdamse modezaak De Meijere. Vooraf tekende de lectrice van de koningin, mevrouw Kreusler, op in haar aantekeningenboekje wat er precies besteld was en hoeveel dit zou kosten.
Op de factuur die na afloop werd verstuurd is te zien dat mevrouw Kreusler dacht dat de prijzen per meter gingen, maar dat De Meijere de prijzen per ellemaat rekende. Zo was er 4 meter aan tussenzetranden à 60 cent per meter besteld, maar werd er volgens de factuur 8 el à 60 cent per el geleverd. In plaats van f 2,40 kwamen de kosten daardoor op het dubbele uit: f 4,80. Geen groot bedrag, uiteraard, en zeker niet voor een koningin. Maar bij duurdere stoffen kon dit een vervelende verrassing geweest zijn. Ruilen was in de 19deeeuw namelijk in veel winkels niet mogelijk.

Doosje met opgerold meetlint, 1930-1960. Museum Rotterdam, 24756-2.
Huisvrouwen in actie
Tegen de jaren 1920 rezen er nieuwe stemmen om de ellenmaat te verbieden. De Landelijken Bond van Confectiefabrikanten begon in 1919 een actie, om ‘den Meter als verkoopsmaat verplichtend te stellen’. Ook politici wilden eindelijk wel eens van die oude maten af. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid zette in 1923 hun ‘finale afschaffing’ in gang, door de IJkwet strenger te maken.
Niet iedereen was enthousiast. Voor sommige huisvrouwen waren de wettelijke maten bijvoorbeeld onwennig. ‘De wet spreekt van de woorden Kilogram, Hectogram, Decagram; en wie van de huisvrouwen schrijft op haar kruideniersboekje in plaats van 2 pond rijst, 1 Kilogram rijst, in plaats van 1 ons krenten 1 Hectogram krenten, in plaats van 1 lood peper 1 Decagram peper?’, beschreef F. Dop-van Bommel van Vloten in het Maandblad van de Vereniging van Huisvrouwen.

Maandblad der Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen, juni 1930. Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, T 633.
Toch was juist de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen een enthousiast voorstander van de wetsherziening. Jarenlang lobbyde zij bij politici om de verouderde ellenmaat, ‘waarvan de juiste lengte niet bij de wet is vastgesteld’, af te schaffen. Volgens de vereniging werkte de ‘quasi-lagere prijsnotering’ van prijzen per el, in plaats van per meter, ‘suggestief’ op argeloze huisvrouwen. In 1926 gingen bestuursleden mevrouw Marcus-Nijland en mevrouw Oppenheimer-Belinfante nog langs bij de minister, om over de afschaffing van de ellenmaat te praten. Ook drong de vereniging aan op snellere invoering van de nieuwe IJkwet.
In 1941 was het zo ver: de nieuwe IJkwet werd ingevoerd. Langzaam verdwenen de ellenmaat en andere oude maten dan echt uit beeld. Maar helemaal won de wet het natuurlijk niet. In Amsterdamse ellen kunnen we misschien niet meer bestellen, maar ook vandaag de dag kunnen wij nog aan een pond aardappelen kopen, en mag het bij de kaasboer nog een onsje meer zijn. Wat dat betreft heeft de macht der gewoonte toch een beetje gewonnen.
Tekst: Marit Eisses
Bronnen:
- De oude Nederlandse maten en gewichten (KNAW)
- Oude maateenheden (Nazaten De Vries)
- Arrondissementskijkers 1820-1870 (Oude Gewichtjes)
- Metriek stelsel (Wikipedia)
- De Locomotief 15-10-1866
- Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 22-1-1870
- Het nieuws van den dag 25-6-1878, 25-1-1933
- De Tijd 3-7-1919
- Algemeen Handelsblad 11-6-1926
- De Volkskrant 18-8-1927
- Nieuwe Haarlemsche Courant 22-3-1939
- Het Vaderland 22-3-1939
- De Banier 2-1-1941
Publicatiedatum: 19/06/2023
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
2 reactiesIk heb in mijn collectie het boek getiteld, Het meten van de wereld. Geweldig boek!
Hoe gedreven die mensen waren, Die vind je niet meer. Het meten van de Mederiaan tussen Duinkerken en Barcelona met houten gereedschappen en de bevolking vijandig tegen over je staat, ik geef het je te doen! Ongelooflijk en met welk een precisie! Ik betuig hierbij alle respect voor deze mensen.
Interessant om te horen, Ben!