Onverwoestbaar keileem
Op Texel, en ook op het voormalige eiland Wieringen, vind je heel oude, dikke lagen keileem. Dit keileem is hier zo’n 100.000 jaar geleden gekomen, tijdens de voorlaatste ijstijd. Keileem is goed bestand tegen wind, golven en stroming. Dankzij deze onverwoestbare kern van oud-Texel ligt het eiland nog steeds op zijn plek. Oud-Texel was er dus al voordat de Waddenzee ontstond. En ook voordat het Marsdiep ontstond.
Strandwallen
Het waddengebied zoals we dat nu kennen, ontstond zo’n tienduizend jaar geleden. Toen lag de zeespiegel nog ruim drie meter lager dan nu. Grote oppervlakten landijs hielden het water tientallen kilometers ten noorden van de huidige Waddeneilanden vast. Vanuit de toen droge Noordzee werd veel zand weggeblazen. En uit het zand ontstond een bijna aaneengesloten duinenrij, de strandwallen. Achter deze duinenrijen lagen grote veenmoerassen. Toen er weer een warmere periode aanbrak en de ijsmassa’s begonnen te smelten, liep de Noordzee weer vol met water. De zeespiegel steeg. Golven, wind en stromingen sloegen gaten in de duinenrij. Langzaamaan begon het oprukkende zeewater de veenmoerassen achter de strandwal af te breken.
Veenrivier Maresdeop
Zo’n 2000 jaar geleden was oud-Texel nog steeds met strandwallen en veenmoerassen verbonden met het vasteland. Het zeegat Marsdiep was oorspronkelijk een veenriviertje, een stroompje dat op de keileemheuvels van oud-Texel ontsprong en naar het westen, richting de zee stroomde. Het riviertje stond al heel lang bekend als ‘Maresdeop’. Harde wind en stormen zorgden voor steeds langere en bredere geulen in het veengebied. Toen in de twaalfde eeuw het zeewater in enkele stormvloeden ongenadig hoog werd opgestuwd, brak het Maresdeop door het veenmoeras heen naar een ander, meer oostelijk gelegen zeegat: het Vlie.
Zeegat Marsdiep
Het waren trouwens niet alleen de stormvloeden die de doorbraken veroorzaakten. Boeren en monniken waren bovenin Noord-Holland begonnen om het uitgestrekte veengebied buiten de dijken van West-Friesland te ontginnen. Het veen werd op grote schaal ontwaterd door er sloten in te graven. Die ontwatering maakte dat het veen in contact kwam met zuurstof en ging inklinken. De zee kon zo makkelijk grote stukken land overstromen, hetgeen dan ook in de stormjaren van de twaalfde eeuw gebeurde. Tijdens de Allerheiligenvloed in 1170 veranderde de veenrivier Maeresdeop voorgoed in een zeegat waar het water twee kanten op kon stromen. Texel en Wieringen werden eilanden. De westelijke Waddenzee liep permanent onder water en de Zuiderzee ontstond als een brakke binnenzee.
Auteur: Anita Blijdorp
Publicatiedatum: 18/03/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.