Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Historische hoeve wordt Hoofddorps partycentrum

‘IJzeren Frits’ kan nooit hebben vermoed dat de bankjes, die hij anderhalve eeuw geleden voor zijn boerderij neerzette, de voorlopers zouden zijn van een compleet recreatiebos. Mr. A.H. van Wickevoort Crommelin (bijnaam ‘IJzeren Frits’) vond dat wandelaars halverwege Hoofddorp en Haarlem wel even mocht uitrusten. Zijn Mentzhoeve ligt nu als onderdeel van een partycentrum aan de rand van het Haarlemmermeerse Bos. In de vroegere graanschuur vind je het Historisch Museum Haarlemmermeer.

Van weeskind tot inspecteur Rijkswaterstaat

Van Wickevoort Crommelin had in 1854 enkele kavels gekocht in het net drooggelegde Haarlemmermeer. Hij woonde met zijn barones in Heemstede en zette op de Mentzhoeve een pachter aan het werk. Van Wickevoort Crommelin moet Dirk Mentz bewonderd hebben, anders had hij de boerderij die hij rond 1857 liet bouwen niet naar hem genoemd. Mentz was inderdaad een bijzondere man. Al jong wees geworden, werkte Dirk zich op tot landmeter. In de Franse tijd kreeg hij bij keizerlijk decreet de benoeming tot ‘ingenieur des ponts et chaussées’ (bruggen en wegen). Bij zijn dood in 1847 was Dirk Mentz inspecteur voor Rijkswaterstaat voor Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland.

Willem I stuurt commissie naar huis

Koning Willem I benoemde Mentz tot voorzitter van een commissie die adviseerde over de drooglegging van het woeste Haarlemmermeer. Zou dat met stoommachines het beste kunnen, of met windmolens? Windkracht vond de commissie van Mentz. Koning Willem I had echter zijn zinnen op stoomgemalen gezet en stuurde Mentz en zijn commissie naar huis. Nog voordat het meer droogviel overleed Dirk Mentz op 62-jarige leeftijd. Wat hij niet had kunnen dromen is dat Van Wickevoort Crommelin een boerderij naar hem noemde, zodat de naam Mentz voortleeft in Haarlemmermeer.

De Mentzhoeve in 2004. Beeld: collectie Stichting Meer-Historie, foto Kees van der Veer.

Rundvee wint zilver

Van Wickevoort Crommelin werd hoogheemraad van Rijnland. Hij sloot zich aan bij de Haarlemmermeerse afdeling van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw en nodigde deelnemers aan een landbouwcongres in Haarlem uit voor een bezoek aan zijn boerderij. Rundvee van de Mentzhoeve behaalde in 1862 de zilveren prijs op een landbouwtentoonstelling in Londen.

Tiele koopt Mentzhoeve

Een boerderij schrijft gewoonlijk langer historie dan de eigenaar. Dat geldt zeker voor de Mentzhoeve. In de winter van 1881 bereikte de pachter het droeve bericht dat de eigenaar met paard en rijtuig in de Leidsevaart was gereden. ‘IJzeren Frits’ verdronk, 83 jaar oud. De Mentzhoeve en bijna 60 ha bouw- en weiland kwamen enkele maanden later al in andere handen. En enige jaren later (in 1888) kocht M.J. Tiele de hoeve met bijna 40 hectare agrarisch land. De Amsterdammer Tiele ging er zelf niet wonen, maar hij stelde zich wel kandidaat voor het polderbestuur. Nog voor hij de eerste vergadering kon bijwonen, vertrok de herenboer echter naar Indië.

Tabak en schilderijen

Tiele wist niets van tabaksteelt af. Toch kreeg hij een aanstelling als administrateur op een tabaksonderneming in Deli (Sumatra). Hij keerde als vermogend man terug in Nederland. Helaas stelde hij zich garant voor onbetrouwbare vrienden en moest een krediet-hypotheek op de Mentzhoeve afsluiten. Tiele vertrok opnieuw naar Nederlandsch-Indië om een kapitaaltje te vergaren. Hij loste de hypotheek op zijn boerderij af en vestigde zich in Den Haag. Van de Mentzhoeve maakte hij een lucratieve onderneming. Tussen de bedrijven door verzamelde hij schilderijen, bij voorkeur van de Haagse School.

De Mentzhoeve in de tijd dat Cebeco er zat. Beeld: collectie Stichting Meer-Historie.

Heemraad Tiele

Na het overlijden van zijn vader in 1924 erfde de zoon van Tiele de Mentzhoeve. Deze Jacobus Johannes Tiele was na een opleiding aan de Landbouwhogeschool naar de Verenigde Staten vertrokken. Hij keerde met zijn Amerikaanse echtgenote terug naar Den Haag en stelde op de Mentzhoeve een bedrijfsleider aan, een ‘zetboer’. Tiele trad toe tot het polderbestuur, werd in 1929 hoofdingeland en in 1934 heemraad. Pas in 1956, hij is dan 70 jaar, trok Tiele zich uit deze functie terug. Hij besloot ook de boerderij van de hand te doen.

Boer Bos sticht Nieuw Mentz

De eerste gegadigde die zich bij Tiele meldde was zijn toenmalige zetboer, Guus Bos. De taxatie viel echter wel erg hoog uit voor boer Bos. Daarop kwam een andere belangstellende in beeld: Cebeco. Veredelingsbedrijf Cebeco was in 1938 gestart op de Witte Boerderij in Hoofddorp. Daar ligt zware klei. Het land bij de Mentzhoeve bevat zavel en lichte kleigrond. Die combinatie kwam Cebeco goed van pas bij het veredelingsproces van gewassen. Na bemiddeling van Cebeco en Tiele kon boer Bos land kopen in Marknesse in de Noordoostpolder. Hij noemde zijn boerderij daar Nieuw Mentz. Cebeco nam de landerijen van de Mentzhoeve in gebruik.

Cebeco wijkt voor nieuwbouw

Toen de bebouwing van Hoofddorp oprukte moest Cebeco land rond de Witte Boerderij afstaan voor woningbouw. En met alleen de Mentzhoeve kon Cebeco het veredelingsbedrijf niet lonend houden. De gemeenteraad besloot in 1970 de bezittingen van Cebeco te kopen. Cebeco vertrok naar Flevoland. De gemeente Haarlemmermeer plaatste de Mentzhoeve in 1984 op de monumentenlijst.

De Mentzhoeve rond 1900. Beeld: collectie Stichting Meer-Historie.

Mentzhoeve krijgt bos

Het land dat ‘IJzeren Frits’ in 1854 kocht, is de laatste decennia danig op de schop gegaan. Zo is er een put gegraven om zand te winnen voor wegenbouw in de polder. De zandput is nu een recreatieplas in het Haarlemmermeerse Bos. In 1979 werd dit bos, dat grotendeels groeit op het land van de vroegere Mentzhoeve, officieel in gebruik genomen. De eerste boswachter was de laatste bewoner van deze boerderij. In 1989 verhuisde de boswachter. De gebroeders Claus betrokken de hoeve bij hun uitgaanscentrum. De verbouwde Mentzhoeve kreeg een doorstart als bistro. In de uit 1880 daterende grote graanschuur achter de boerderij zit sinds 1992 het Historisch Museum Haarlemmermeer. Daar zie je hoe het leven hier was in de tijd van ‘IJzeren Frits.’

Auteur: Jan Maarten Pekelharing.Meer info is te lezen bij de Stichting Meer-Historie,
de regiocanons, de haarlemmermeer en het Historisch Museum Haarlemmermeer.

Publicatiedatum: 18/01/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.