Weeshuis
Oorspronkelijk waren dat er vijf. Nu zijn er nog twee over. Vanaf 1637 was er sprake van een put waaruit zoet water werd gepompt voor de schepen die op de Rede van Texel lagen. Het water uit de putten was ijzerhoudend en daardoor zeer geschikt om gedurende een lange zeereis te bewaren. Voor veel schepen was het volgende innamepunt pas Kaap de Goede Hoop. De tonnen met water werden per praam vervoerd over de Skilsloot, die in die tijd zonder barrières was. Het weeshuis in Den Burg verkreeg de putten in eigendom en had zo inkomsten van de putten uit de verkoop van water.
Buitenplaats
Brakestein, dat tegenover de Wezenputten ligt, is van oorsprong een 17e-eeuwse buitenplaats. Het was sinds 1668 eigendom van de familie Braak. Het verhaal gaat dat de admiralen Maarten Harpertz. Tromp en Michiel de Ruyter het huis ‘aan de put’ ofwel Brakestein, regelmatig bezochten. Dat verhaal refereert aan de betekenis van de scheepvaart voor Texel, maar het is niet op feiten gebaseerd. Tromp stierf al in 1653 en De Ruyter vermeldt nergens in zijn nauwgezette journaals een bezoek aan het huis of de eigenaren. De mythe bevestigt het belang van Brakestein in de zeventiende en achttiende eeuw op Texel en de nauwe relatie met de zeevaart en de marine.
Beschilderde wanden
De laatste nazaat van de familie Braak verkoopt Brakestein in 1775 aan Leendert den Berger, opzichter van ’s Lands Werken op Texel. Hij laat het pand verbouwen en verfraaien. In de tweede helft van de negentiende eeuw raakt het huis in verval. Het wordt gedeeltelijk gesloopt en de rest wordt verbouwd. De beschilderde kamerscheidingswanden worden eruit gehaald. Eén daarvan is nu nog te zien in Hotel de Lindeboom in Den Burg.
18e-eeuwse scherven
Aan het eind van het Skillepaadje, bij Het Buurtje op nr. 6 zijn grote hoeveelheden scherven gevonden uit het begin van de achttiende eeuw.
Publicatiedatum: 23/06/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.