Het mysterieuze gat, september 1959.
Beeld: Gemeentearchief Zaanstad.
Groot nieuws
Het gat op het weiland van boer Dokter was niet het eerste gat dat voor opwinding zorgde. Al in september 1959 werd de rust in Wormer ruw verstoord door de vondst van een merkwaardig gat met een diameter van zo’n zestig centimeter op het land van boer Teun Jongert. Eigenlijk waren het zelfs twee gaten, want ook op het land van boer P. Grevers was zo’n merkwaardig gat ontstaan, maar Grevers had het gat snel gedempt omdat de mysterieuze kuil een gevaar vormde voor de koeien op zijn land. En dus ging alle aandacht uit naar het gat op het land van Jongert. Het ‘Gat van Jongert’ werd groot nieuws en trok zelfs filmploegen uit Amerika en tal van Europese landen naar Wormer.
Graafwerkzaamheden bij het mysterieuze Gat van Wormer, september 1959.
Beeld: Gemeentearchief Zaanstad.
Spoetnik
De inslag van een projectiel van onbekende makelij leek de meest voor de hand liggende gedachte. Dus verscheen Defensie ten tonele. Onder leiding van majoor W. Blommaart van de Explosieven Opruimingsdienst werd een poging gedaan om met zwaar materieel de boel uit te graven. Het werd een haastklus, want de majoor kreeg voor het graafwerk slechts een week de tijd en een klein budget van 2500 gulden. Toen de centen op waren werd de operatie op gezag van hogerhand afgeblazen. Zeer tot onvrede van de majoor die volgens eigen zeggen op een diepte van 27 à 28 meter op iets hards was gestoten. Blommaart had ook een duidelijke mening over de aard van de inslag. Hij zocht de oorzaak in de inslag van een raket, mogelijk een Russische raket of de trap van een Spoetnik.
De bouwput rond het Gat van Wormer, september 1959.
Beeld: Gemeentearchief Zaanstad.
Pottenkijkers
Blommaart was niet tevreden met de stopgezette operatie en kwam met het voorstel een internationaal fonds op te zetten om verder onderzoek te bekostigen. Amerika zag wel wat in de mogelijke vondst van een Spoetnik, maar het ministerie van Defensie zag niets in buitenlandse pottenkijkers en verwierp het voorstel. Dat betekende de doodsteek voor het Gat van Wormer. Het gat werd dichtgegooid en dat was dat. Jaren later liet Blommaart in een radio-uitzending van de Vara nogmaals weten graag weer in Wormer aan het graven te gaan: “Mijn handen jeuken om weer aan het karwei te beginnen. De voorwerpen, die naar schatting zo’n 60 centimeter diameter hebben, krijgen we eruit zo zeker als twee maal twee vier is.” Maar de majoor heeft nooit meer de gelegenheid gekregen om deze uitspraak te bewijzen. Het gat was dicht en bleef dicht.
Geen meteoriet
Bijna zestien jaar later, op 19 augustus 1975, was er plotseling weer een mysterieus gat van een meter of drie diep, met een middellijn van zo’n 75 centimeter, circa zeshonderd meter oostelijker van de vroegere gaten. Veehouder Willem Dokter aan de Dorpsstraat wist niet wat-ie zag en dekte het af met planken. Weer opwinding. Tal van instanties bemoeiden zich ermee, maar gegraven werd er in 1975 niet. Het bleef bij het spuien van theorieën over de mogelijke oorzaak. Een raket, delen van een satelliet, een meteoriet? Volgens deskundigen van de Volkssterrenwacht te Hoeven (Noord-Brabant) kon het gat niet veroorzaakt zijn door de inslag van een meteoriet. Dan hadden er sporen moeten zijn van verbrande graszoden. En dat was niet het geval. De Sterrenwacht hield het op een geologische oorzaak, waarschijnlijk een doodgewone grondverzakking.
Vuurbal
De opwinding rond het gat werd nog aangewakkerd door Zaankanters die meenden omstreeks het tijdstip van de inslag een vuurbal te hebben gezien in het luchtruim. Burgemeester mr. P.M.G.P. Janssens van Wormer kwam tot de conclusie: “Dat er iets naar beneden is gekomen lijkt mij wel zeker. Het is echter de vraag of de gemeente hier geld aan zou kunnen besteden. Wij zullen in elk geval een instantie trachten te vinden die zich hiervoor interesseert.” Maar Defensie liet weten er geen gat in te zien. Die gedachte werd nog versterkt door de waarnemingen van enkele Zaankanters die op het moment van de inslag een vuurbal boven Wormer hadden waargenomen.Archeoloog H. Altena van de Universiteit van Amsterdam hield er een minder spectaculaire opvatting op na. Het gat was, evenals dat van 1959, volgens hem ontstaan door voormalige putten. Menselijk ingrijpen als oorzaak. Dat was ook de opvatting van professor F.F.F.E. van Rummelen van de Rijks Geologische Dienst. Volgens deze geleerde was het gat ontstaan door het weggraven van de vruchtbare zeeklei die als bemesting werd gebruikt. Het ontstane gat werd vervolgens opgevuld met veen. Dat veen zou in de loop der jaren dermate zijn ingeklonken dat het plotseling was weggezakt, waardoor van de ene op de andere dag een zogeheten daliegat kon ontstaan. De opvatting van Van Rummelen werd lang niet door iedereen gedeeld. Waarom zeeklei naar boven halen als er genoeg mest van de koeien voorhanden is om het land te bemesten? Majoor Blommaart deed de uitleg van de professor af als ‘flauwekul’. Daarmee was de kous af. Willem Dokter vond het welletjes en gooide de boel dicht met karrenvrachten puin en vuilnis.
Publicatiedatum: 25/08/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieWaar Kan ik dit boek bestellen