Aan het woord: Dirk Slot
Zijn vader werkte eerst als tuinder, maar koos al snel voor een ander vak. “Hij had geen zin in de akkers en is toen in de handel begonnen.” De firma Peter Slot b.v. werd een exportbedrijf met vier vrachtwagens. Na de lagere school kwam Dirk al snel in het bedrijf van zijn vader. Toen zijn vader overleed nam hij het bedrijf, met 20 medewerkers, over.
Op nr. 38, zat vader Slot in de afmijnzaal. Dirk mocht wel eens mee. De handelaren zaten naar achteren gedraaid in de banken, zodat ze direct konden zien wat er geveild zou gaan worden. In de afmijnzaal was het niet muisstil. Vaak ging het gesprek over of er een ‘rijzer’ of een ‘zakker’ in zat. Er was ook altijd een handelaar die alles wat hij kocht op een sigarendoos schreef, weet Dirk nog. “Jan Groothuizen. Elke dag had hij een nieuwe doos, kun je nagaan hoeveel sigaren hij rookte.”
Als handelaar moet je durven
Eenmaal volwassen werd hij op het buitenland gezet. Want zijn vader zag wel waar de talenten van zijn oudste zoon lagen. “Mijn broer was heel technisch, hij was meer met de vrachtwagens bezig.” Dirk was kennelijk meer een handelaar. “Mijn broer was bang om teveel uit te geven. Als handelaar moet je durven. Vooral mijn vader was een durver.”
Het ging ook wel eens mis: zo verkocht Dirk Slot eens een partij rode bieten aan een Belgische klant. Die werd ´s nachts afgeleverd en de klant haalde dat dan ´s ochtends binnen. Maar die ochtend kwam er een telefoontje dat er niks was geleverd. “Wat bleek: de vuilnisman was langs geweest en had alles opgehaald.”
Als veilinghandelaar moest je een goed reactievermogen hebben. Snel drukken kon veel geld schelen. Dirk was er goed in; won meerdere sneldrukwedstrijden die later in Museum BroekerVeiling werden georganiseerd.
Als handelaar moest je weten wat je aan een tuinder had. “Je kende je mannetjes wel hoor. Dat was toch zo. Er waren tuinders die altijd serieus waren.”
Het vervoer ging veel per trein. Na de veiling werd alles verladen. Op de wagons kwamen plakkers met de bestemming: Kaldeskirchen, Enschede etc. “De concurrentie was zo sterk dat men ging kijken waar de wagons heen moesten en dan belde met de klant. Zo gingen ze achter jouw klanten aan.” Daar werd wat op gevonden: “Als de laatste wagon vertrok, plakte de chef de adressen snel anders. Hij kreeg daarvoor een fooitje”. Toch was de sfeer ook goed. “Handelaren boksten wel ‘ns tegen mekaar op, maar toch was het altijd leuk.
Publicatiedatum: 14/02/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.