Dat op 11 juli 1855 Haarlemmermeer officieel een gemeente werd, betekende niet dat er ook een raadhuis stond. Het kwam goed uit dat de eerste burgemeester, mr. M.S.P. Pabst, ook burgemeester van Heemstede was. Vanuit Heemstede bestuurde hij beide gemeenten. Wie in Haarlemmermeer een overlijden of geboorte te melden had, moest naar raadslid Melis Spaans. Deze boer woonde centraal in de polder en fungeerde als ambtenaar van de burgerlijke stand. Huwelijken sloot Spaans af in het raadhuis van Heemstede. De officier van justitie vond die huwelijken onwettig. Hij dreigde Spaans te vervolgen.
Vergaderen in stolphoeve
De oplossing kwam van gemeentesecretaris Dirk Eggink. Die bouwde een woning bij het kruispunt van de Hoofdvaart en de Bennebroekerweg, hartje polder. De ruime woning leek op een Noord-Hollandse stolpboerderij. Hier huurde de gemeente eind 1856 ruimte voor de secretarie. De gemeenteraad vergaderde in de deftige ‘groene kamer’. Deze hoeve werd officieel tot gemeentehuis verklaard. Het buurtje hier heette later nog ‘de oude secretarie’. Pabst had de minister toegezegd niet lang zijn burgemeesterschap te combineren met dat van Heemstede en Bennebroek. In september 1856 beëindigde hij die combinatie. Pabst (dan 45) overleed echter zeven jaren later.
Verhuizing onvermijdelijk
Zijn opvolger, mr. J.P. Amersfoordt, reed van zijn boerderij De Badhoeve over smalle en vaak modderige wegen naar Eggink. Wie met het rijtuig arriveerde, kon om de stolphoeve heen rijden. Dat kwam goed uit, want op de smalle polderwegen kon een rijtuig niet keren. Met de stijging van het inwonertal nam het aantal raadsleden toe van 7 naar 13. Het werd wat krapjes bij Eggink thuis. En onhandig, zo afgelegen. Wilde je snel naar Kruisdorp (Hoofddorp) dan was een paard onmisbaar. Aan de discussie over een verhuizing van de secretarie kwam een eind toen Eggink zijn hoeve verkocht. De nieuwe eigenaar wilde er een grutterij in vestigen. Nu kwam de gemeenteraad onder aanvoering van burgemeester Amersfoordt in actie.
Raadhuis inclusief woning
Architect J. Buijn ontwierp een raadhuis inclusief een woning voor de gemeentesecretaris. Aannemer J.W. de Heij ging in 1866 aan de slag. Op maandag 2 september 1867 zagen de dorpelingen een zware deputatie naar het bouwproject trekken. De burgemeester voorop, gevolgd door de gemeentesecretaris, architect Buijn, een deurwaarder en drie veldwachters. Zij stelden vast dat de aannemer het raadhuis niet op de afgesproken datum opleverde. Dat het nog slechts luttele dagen afwerken vergde, deerde de burgemeester niet. Hij liet de veldwachters de tegenstribbelende aannemer van de bouwplaats verwijderen. Dit optreden tegen de aannemer kreeg overigens een juridisch vervolg dat de gemeente vijftienduizend gulden (bijna zevenduizend euro) kostte.
Raadhuis en kantongerecht
Op 21 september 1867 kon het raadhuis in gebruik worden genomen. Enkele dagen later volgde de officiële opening. In de gevel van het raadhuis pronkte het wapen van de gemeente, gouden aren uit zilveren en azuren golven. Of zoals Vondel zei: ‘goud uit schuim’. Dit gemeentewapen was nog een ontwerp van burgemeester Pabst. Een jaar na de opening van het raadhuis volgde de telegraafverbinding. Wie een telegram wilde verzenden, kon in het raadhuis terecht. De collegekamer werd beschikbaar gesteld voor zittingen van het kantongerecht.
Cultureel centrum
Het aanvankelijk zo ruime raadhuis bleek na jaren echter toch te klein. De gemeente telde rond de 70.000 inwoners toen burgemeester C. van Stam in september 1977 de eerste paal voor sloeg een nieuw raadhuis. Het oude raadhuis, hartje Hoofddorp, begon een nieuw leven als cultureel centrum. En de gemeente heeft in 2016 al ruim 145.000 inwoners.In het Historisch Museum Haarlemmermeer is meer te ontdekken over de geschiedenis van de Haarlemmermeer.
Publicatiedatum: 14/02/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieik ben een oude zwart marmeren klok aan het restaureren uit 1880 met een zilveren inscriptie met het opschrift ;
DE LEDEN VAN DEN GEMEENTERAAD
van Haarlemmermeer
aan Den Heer Dirk Eggink
secretaris der Gemeente van 14 dec 1855 — 1880
het uurwerk doet het nu weer ,de marmeren voorplaat met inscriptie is een puzzel maar heb ik bijna weer inelkaar gezet graag zou ik een oude de foto van Dirk Eggink willen ontvangen