Jan Commelin
De botanische tuin is opgericht door de koopman en botanicus Jan Commelin (1629-1692). Hij was rijk geworden door de handel in kruiden en drogerijen, die gretig aftrek vonden in apotheken en ziekenhuizen in Amsterdam en omstreken. Al spoedig was hij de spil van een uitgebreid netwerk van corresponderende geleerden en amateur-botanici. Hij verzorgde verschillende botanische uitgaven, waaronder de Nederlandse Flora, gepubliceerd in1683. Inhetzelfde jaar werd hij commissaris van ‘zijn’ nieuwe Hortus.
Exotisch groen
Dankzij de handel met diverse landen en de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie breidde de Hortus zich in de 17e en 18e eeuw snel uit. De VOC-schepen brachten niet alleen kruiden en specerijen mee, maar ook exotische sierplanten. Enkele ‘kroonjuwelen’ van de Hortus die nog steeds te bewonderen zijn, stammen uit deze periode, zoals de 300 jaar oude Oostkaapse broodboom. Ook bijzonder is de reusachtige waterlelie Victoria Amazonica.
Koninklijke dierentuin
Als de Franse bezetting langer had geduurd, was de Hortus Botanicus misschien wel uitgegroeid tot dierentuin. Lodewijk Napoleon, Koning van Nederland vanaf 1806 had de wens om de Hortus uit te breiden als dierentuin. Hij had een eigen collectie dieren die een jaar lang gehuisvest waren in de Oranjerie. Door zijn vertrek in 1810 werden deze plannen van de baan geschoven. Pas in 1838 kreeg de buurt toch nog een dierentuin: Artis werd opgericht.
Publicatiedatum: 04/05/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.