Fort bij Vijfhuizen is één van de forten van de Stelling van Amsterdam. Tussen 1881-1919 werd rondom Amsterdam een bijzonder verdedigingswerk van forten, batterijen, dijken en sluizen aangelegd. Militairen konden de toegang tot de hoofdstad blokkeren door de omliggende gebieden onder water te zetten. Tot de uitvinding van nieuwe militaire technieken en de komst van het vliegtuig bleef Amsterdam zo beschermd tegen invallen van vijanden. Ondanks dat de Stelling van Amsterdam als geheel nooit in werking is getreden, is het een belangrijk militair monument. Sinds 1996 staat de Stelling op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en vanaf juli 2021 maakt het samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel uit van het werelderfgoed Hollandse Waterlinies .
Pilotfort ‘Model A’
De introductie van de brisantgranaat (rond 1885) leidde tot een bouwstop in de aanleg van nieuwe forten. De fortenbouwers van het Ministerie van Oorlog moesten op zoek naar nieuwe constructies van beton, die wel bestand waren tegen de vernietigende kracht van de brisantgranaat. Enkele jaren van experimenteren leverde een heel nieuw type fort op. In 1897 was men eindelijk zo ver om het bouwproces weer te hervatten. Het Fort bij Vijfhuizen was het eerste fort volgens dit nieuwe standaard Model A .
Het fort functioneerde in die jaren als een soort ‘pilotfort’ binnen de Stelling van Amsterdam. Op een aantal belangrijke punten week het dan ook af van later gebouwde forten. Zo besloot men het Fort bij Vijfhuizen niet te onderheien. De veengrond werd afgegraven tot op de stevige kleilaag. Het gat werd gevuld met duinzand dat was afgegraven voor de aanleg van de sluizen van IJmuiden. Om deze funderingsplaat niet onnodig te verzwakken, werden de drinkwaterreservoirs buiten het fort geplaatst en niet onder het fort, zoals later gebruikelijk werd. En de geschutskoepels werden niet, zoals het oorspronkelijke ontwerp voorschreef, met de zijvleugels verbonden. In plaats hiervan kwamen in de hoeken van de frontwal losse hefkoepelgebouwtjes . Deze aanpassing op het oorspronkelijke ontwerp werd bij de bouw van nieuwe forten nagevolgd. Rondom het fort kwam een dubbele fortgracht , eveneens een uitzondering. Dit was noodzakelijk, omdat bij inundatie een hoger gelegen strook langs de Ringdijk droog zou blijven liggen.
Bommenwerper in de gracht
Een markant moment uit de geschiedenis van het fort is de crash van een Engelse bommenwerper in de fortgracht in mei 1943. Een missie van twaalf Lockheed Ventura bommenwerpers had het gemunt op een elektriciteitscentrale in Amsterdam-Noord. De Engelse bommenwerpers werden stuk voor stuk door Duitse jagers uit de lucht geschoten. De Ventura van piloot Jack Sharp belandde al brandend in de gracht van het Fort bij Vijfhuizen. Wonder boven wonder overleefde Sharp de crash. Hij werd gearresteerd en als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland.
Zijn collega bemanningsleden verging het aanzienlijk minder fortuinlijk. Zij overleefden het ongeluk niet. Een week later werd het stoffelijk overschot van een van hen tussen de brokstukken gevonden en opgebaard in de genieloods van het fort. Vele bewoners van het dorp betuigden hun respect aan deze Nieuw-Zeelandse vlieger in dienst van de Royal Air Force, door bloemen op zijn kist te leggen. De drie overleden soldaten werden begraven op de centrale begraafplaats in Hoofddorp. Piloot Sharp overleefde de oorlog en is diverse malen teruggekeerd naar Vijfhuizen. In 2005 overleed hij op 85-jarige leeftijd in zijn geboorteland Nieuw-Zeeland.
Hergebruik van forten
In de jaren vijftig verloor de Stelling van Amsterdam haar militaire functie , hoewel de meeste forten in gebruik bleven als opslagplaats voor munitie of goederen van Defensie. Naar vele andere forten werd nauwelijks omgekeken. Decennialang stonden deze overblijfselen uit een militair verleden weg te kwijnen. Dit veranderde toen in 1983 een groot deel van het Fort bij Velsen gesloopt werd. Burgers en overheid werden wakker geschud en de strijd om behoud en erkenning van het stellinglandschap kreeg concreet vorm.
De strijd om erkenning wordt uiteindelijk bekroond met een plek op de vermaarde UNESCO Werelderfgoedlijst in 1996. Monumentenstatus en plaatsing op de lijst van UNESCO is echter geen garantie op behoud. De oude forten zullen in een andere vorm een nieuwe, betekenisvolle functie moeten krijgen.
Nieuw leven als Kunstfort
Fort Vijfhuizen lag tot eind jaren negentig er verlaten bij totdat buurtbewoner Jacques Ninaber het idee krijgt om het fort open te stellen voor publiek. Bij voorkeur in de vorm van een kunstfort met beeldentuin. Met een aantal medestanders schrijft hij een projectplan dat door de provincie enthousiast wordt ontvangen. Een culturele herbestemming van het fort past goed in het beleid van de provincie om de Stelling een nieuwe betekenis te geven.
Basis van het plan was om de renovatie en herbestemming tot kunstfort te financieren uit de opbrengsten van de verkoop van woningen die naast het fort zouden komen. Voor de woningbouw wordt een architectuurprijsvraag uitgeschreven. Jaco Woltjer wint met zijn inzending, bestaande uit een klein wijkje van uit hout opgetrokken starters- en atelierwoningen. De architect heeft zich laten inspireren door de vroegere Kringenwet , die voorschreef dat bebouwing in de directe nabijheid van het fort van hout moest zijn. In tijden van oorlogsdreiging konden de huizen dan eenvoudig worden platgebrand voor een vrij schootsveld.
De helft van de totale kosten voor renovatie en herbestemming zijn via een subsidie van de provincie Noord-Holland bekostigd. De andere helft werd gedekt door de verkoop van de woningen. Exploitatie en beheer van het Kunstfort wordt gedragen door de verhuur van de ateliers in het fort en het restaurant. De programmering van het Kunstfort richt zich op hedendaagse, actuele kunst.
Renovatie
Het heeft nog wel enige voeten in de aarde gehad voordat het Kunstfort in 2005 zijn deuren kon openen. Het fort was decennia lang gebruikt als opslagdepot en alle stalen toegangsdeuren waren dichtgemetseld. Overal zaten scheuren in het beton die gedicht moesten worden. De bouwers van het fort maakten nog geen gebruik van gewapend beton , dus er was gelukkig geen sprake van betonrot. Wel moest de hemelwaterafvoer vernieuwd worden om het lekkende fort weer waterdicht te krijgen. In de ‘fortgang’ die achter alle vertrekken in het hoofdgebouw loopt, is een 200 meter lange goot aangelegd waar alle leidingen, zoals riolering, gas, en elektra, doorheen lopen. De lokalen waar vroeg de manschappen verbleven, zijn van zichzelf tamelijk donker. Om deze ruimten toch geschikt te maken als ateliers voor kunstenaars, zijn achter de stalen luiken glazen deuren gezet waarmee een derde venster is gecreëerd. De tien atelierruimtes worden gebruikt door professionals uit diverse creatieve beroepen.
Genieloods
Aan de rand van het fortterrein staat een stalen genieloods uit 1896, uniek binnen de Stelling van Amsterdam. De loods heeft een stalen skelet waartegen platen gegolfd ijzer zijn bevestigd. Opvallend is het gebogen dak met bovenop vier daklichten. De genieloods is een provinciaal monument, dat gelijktijdig met het fort gerestaureerd is. Het gebouw wordt nu gebruikt voor kunst- en educatiedoeleinden. Ook kunnen bedrijven de ruimte huren om een training of workshop te houden en gebruiken lokale verenigingen de loods als ruimte voor bijeenkomsten. In 2016 is de verbouwde en herbestemde genieloods zelfs genomineerd voor de Arie Keppler Prijs van MOOI Noord-Holland.
Tekst: Jephta Dullaart (2012). In 2024 geactualiseerd door Oneindig Noord-Holland.
Meer informatie
Meer informatie over Fort bij Vijfhuizen kunt u vinden op de volgende websites:
- UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies
- Stelling van Amsterdam, een stadsmuur van water
- Kunstfort bij Vijfhuizen
Publicatiedatum: 14/06/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.