Landgoed Eikenrode.
Beeld: Jarjan Fisher via Flickr.
De Koude Oorlog en het KLD
Kort na de Tweede Wereldoorlog ontstonden grote spanningen tussen de overwinnaars, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De dramatische gebeurtenissen in die tijd vonden ver van onze grenzen plaats, zoals de Korea-oorlog en de Cubacrisis, maar het was de vraag of dat zo zou blijven. De toenemende dreiging van een oorlog tussen de landen van het Vrije Westen en het Oostblok leidde ertoe dat in 1950 het Korps Luchtwachtdienst (KLD) werd opgericht als onderdeel van de Koninklijke Luchtmacht om voorbereid te zijn op een Russische aanval. Het KLD zette in de jaren vijftig een netwerk van kijk- en luisterposten op, verspreid over heel Nederland. De opdracht was het signaleren, melden en blijven volgen van laagvliegende vijandelijke vliegtuigen. Omdat de toenmalige radarapparatuur beneden een hoogte van vijftienhonderd meter niet goed werkte, moest het waarnemen op zicht en gehoor gebeuren.
Luchtwachttorens
Er werden in totaal 276 uitkijkposten ingericht. Om kosten te besparen werd de helft daarvan geplaatst op bestaande hoge bouwwerken zoals watertorens, fabrieken en molens. De andere helft bestond uit speciaal gebouwde luchtwachttorens. Om de torens snel en goedkoop te kunnen bouwen werd een systeem van geprefabriceerde betonnen elementen gebruikt, de zogeheten raatbouw. Architect Marten Zwaagstra ontwikkelde het samen met het bedrijf Schokbeton. Op een fundering werden vier verticale betonnen balken met steunberen gezet, die om de twee meter werden verbonden door horizontale balken. Hiertussen werden de prefab elementen met bouten en moeren aan elkaar bevestigd. Het onderste gedeelte van de toren was betegeld om te voorkomen dat baldadige jeugd hem aan de buitenkant zou beklimmen.
Luchtwachttoren op Eikenrode.
Beeld: Historische Kring Loosdrecht.
Luchtwachtinstrument
Bovenin de toren was een open platform aangebracht, te bereiken via houten trappen. Daar stond het ‘luchtwachtinstrument’: een ronde tafel waarop een kaart van de omgeving was afgebeeld met een coordinatengrid en de locaties van de toren en de naburige uitkijkposten. Op de tafel was een statief bevestigd met twee armen: op de ene kon een kijker worden geplaatst, de andere diende als vizier. De daarmee verbonden aanwijsnaald toonde de coordinaten van een doelwit. Met de gegevens van drie uitkijkposten, per telefoon aan een centrale meldpost doorgegeven, kon door driehoeksmeting de positie ervan worden bepaald. In een hoek van het platform was een verlaagde schuilnis om beschutting te bieden tegen rondvliegende kogels. De torens stonden maximaal zestien kilometer van elkaar omdat een vliegtuig tot een afstand van acht kilometer kon worden gehoord. Er moest immers ook bij laaghangende bewolking en ’s nachts worden waargenomen, overeenkomstig het devies van het KLD: ‘Niets zal de waakzamen voorbij gaan’, dat denkelijk vertaald was uit het Latijn.
Vrijwilligers
Een post werd alleen tijdens oefeningen en bij oorlogsdreiging bemand door twee vrijwilligers. Daarom bevond de toren zich doorgaans niet ver van dorp of stad: de mannen moesten hem snel per fiets kunnen bereiken. Het viel het KLD overigens niet mee om genoeg ‘flinke kerels’ te werven. Een wacht duurde drie uur, zodat per toren zestien vrijwilligers uit de omgeving beschikbaar moesten zijn. Het werk werd door de dienst zelf als zwaar beschouwd, er moest immers in weer en wind en dag en nacht door mannen zonder hoogtevrees gewaakt worden. Daar wogen het keurige blauwe uniform met baret en de billijke vergoeding van een gulden per oefening onvoldoende tegen op. Die oefeningen waren ’s avonds of zaterdag en meestal niet in de toren maar in het plaatselijke café of de school. Op het lesprogramma stonden niet alleen vakken als vliegtuigherkenning, positiebepaling en meldprocedures maar ook krijgstucht. Bij het werken in de toren was de ene luchtwachter uitgerust met koptelefoon en microfoon en de ander bediende het luchtwachtinstrument.
Oefening met luchtwachtinstrument, jaren vijftig.
De luchtwachters staan op de luchtwachttoren van Egmond aan Zee. Beeld: NIMH.
Spotternij
Een van de oud-luchtwachters vertelde eens dat hij bij thuiskomst van een oefening door zijn vrouw werd begroet met: “Nog Russen gezien?” Wel vaker werden de vrijwilligers op de hak genomen. Zo ging het praatje rond dat zij tijdens dienst op de toren een soort ‘Mickey Mouse-oren’ droegen, twee schotels die met een beugel op hun hoofd vastzaten en die het geluid van een naderend vliegtuig versterkten. Zoiets valt echter op geen enkele oude foto te ontdekken. Wel staat het vast dat de luchtwachttorens eenmaal een vijandelijk vliegtuig hebben waargenomen. Een Russisch toestel, terugkerend van een luchtvaartshow in Frankrijk, probeerde in 1958 heimelijk via een omweg over Limburg te vliegen maar ging daar de waakzamen niet onopgemerkt voorbij.
De luchtwachttoren op Eikenrode
De luchtwachttorens konden een verschillende hoogte hebben, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. Ze werden om niet op te vallen het liefst langs een bosrand gebouwd. Ook de toren op Eikenrode stond tussen de oude hoge bomen van het fraaie park. Dat werd in de eerste helft van de negentiende eeuw aangelegd door landschapsarchitect Jan David Zocher voor de eigenaars, de familie Hacke. Vele generaties van dit geslacht hebben Eikenrode bewoond en zij lieten zich ook in een nog steeds bestaande kapel achter het neoclassicistische hoofdgebouw uit 1845 begraven. De toren, een vertegenwoordiger van een heel andere tijd, moest natuurlijk wel boven de gebouwen en de statige eiken, beuken en coniferen, waaronder een reuzensequoia, uitsteken en dat verklaart de hoogte van ruim 32 meter: de hoogste luchtwachttoren van het land. De toren stond vlakbij een doorgaande weg en was niet over het hoofd te zien. Toch schijnt het dat er in het dorp nogal geheimzinnig werd gedaan over het bouwwerk; maar weinig mensen wisten er het fijne van. De meesten dachten dat het om een brandtoren ging.
Verouderd, afgedankt, afgebroken
Door de komst van straaljagers en de ontwikkeling van een betere radar die ook lager dan vijftienhonderd meter functioneerde, raakten de torens al snel verouderd. Het gevolg was dat het KLD, dat nog gestoeld was op de ervaringen van de jaren veertig, in 1964 sterk werd ingekrompen en dat de meeste overbodig geworden torens afgestoten werden naar de gemeenten. Een stuk of tien werden overgedaan aan de Bescherming Bevolking (BB) met het oog op het lokaliseren van een mogelijke atoombomontploffing. Daar hoorde de slanke toren op Eikenrode jammer genoeg niet bij en de gemeente Loosdrecht, waarschijnlijk beducht voor hoge onderhoudskosten vanwege betonrot, liet hem in hetzelfde jaar schielijk afbreken. Dat lot trof trouwens de meeste torens, vooral als ze in een bebouwde omgeving stonden. Er zijn in 2016 nog maar een handvol over, waarvan geen enkele in Noord-Holland, en slechts een paar hebben de status van beschermd monument. Het KLD werd in 1968 opgeheven, de BB werd geleidelijk ontmanteld en formeel opgeheven in 1986.
Resten van de steunberen van de luchtwachttoren op Eikenrode in 2008.
De bomen zijn in latere jaren gekapt en de betonnen overblijfselen zijn onder een heuveltje verdwenen. Beeld: Sandra van Lochem.
De plek van de luchtwachttoren op Eikenrode in 2016.
Beeld: Henk Bouma.
Wonen in stijl
Het landgoed Eikenrode verging het beter dan de luchtwachttoren, maar daar zag het eerst niet naar uit. Nadat de erfgenamen van de familie Hacke het bezit hadden verkocht in 1969 heeft Eikenrode verschillende eigenaren gehad en langdurige leegstand gekend. Het huis en omliggend park vielen ten prooi aan verwaarlozing en vandalisme. Ten slotte keerde het tij en het hele landgoed is rond 2015 in de oude staat hersteld. Er is ook een nieuwe bestemming voor het hoofdgebouw gevonden: gerieflijke appartementen met zorg, ‘wonen in stijl met eigen park’. Al heeft de luchtwachttoren op Eikenrode maar kort bestaan en kun je niet zeggen dat Nieuw-Loosdrecht zijn aandenken aan de Koude Oorlog koestert, toch zijn de laatste overblijfselen ervan gelukkig in het opgeknapte park bewaard gebleven en niet in vergetelheid geraakt. Vanaf de Nieuw-Loosdrechtsedijk is de plek nog steeds goed te herkennen. De betonnen fundamenten en resten van de steunberen gaan schuil onder een dichtbegroeide ronde verhoging in het grasveld, vlakbij het royale toegangshek van ‘Residence Eikenrode’.
Auteur: Henk Bouma
Bronnen
M. Kruidenier, Categoriaal onderzoek wederopbouw 1940-1965: militair erfgoed, rapport Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, 2007, pp. 36-46.
S. van Lochem-van der Wel en H. van Lochem, ‘Luchtwachttorens, zeldzaam militair erfgoed uit de Koude Oorlog’, in: Saillant nr. 3, 2003, pp. 18-25.
J. Mol en G. Draijer, ‘Een geheimzinnige toren op Eikenrode, deel 1’, in: Tijdschrift Historische Kring Loosdrecht nr. 189, 2015, pp. 99-108.
J. Mol en G. Draijer, ‘Een geheimzinnige toren op Eikenrode, deel 2’, in: Tijdschrift Historische Kring Loosdrecht nr. 190, 2015, pp. 145-154.
Website Forten-info – militair erfgoed in Nederland en België: www.forteninfo/
Website Historische Kring Loosdrecht: www.hkloosdrecht.nl
Publicatiedatum: 27/09/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.