Koning aller Visschen
Koning aller Visschen
De op de voorgrond groot weergegeven kabeljauw had vele bijnamen zoals ‘aberdhaen’, ‘bolck’, ‘stockfisch’, ‘cabaliau’ en zelfs ‘Koning aller visschen’ wat aantoont dat de soort commercieel van groot belang was. In de Nederlanden van de Gouden Eeuw werden rond de zevenenzeventig verschillende soorten vis gegeten, zowel zout- als zoetwatervissen. Ook toen liet menig Hollander al met plezier een rauwe haring met uitjes in zijn keel glijden. Italianen gruwelden hiervan; ‘als je een rauwe vis eet, ben je de volgende morgen dood’ was de heersende opvatting daar. Voor Hollanders was het echter heel normaal om rauwe vis te eten en het werd zelfs als ‘stoer’ beschouwd.
Visstilleven met gezicht op Egmond, collectie Stedelijk Museum Alkmaar
Te zien in de vaste opstelling ‘De Gouden Eeuw van Alkmaar’
Zeevissen
Zeevissen
Vis kon worden geconserveerd door het te drogen of met zout te bewerken maar de voorkeur ging uiteraard uit naar verse vis. De kabeljauw en andere zeevissen werden dan ook voornamelijk verkocht in dorpen en steden die dichtbij de zee lagen zoals Den Haag, Haarlem en Alkmaar. Egmond had geen haven maar er werd gevist met platbodems die bij laag water het strand konden bereiken waarna de vis snel over de omliggende dorpen en steden kon worden verspreid. Meer landinwaarts gaf men de voorkeur aan de zoetwatervissen uit de rivieren.
[Bron: M. Hell, A. Willemsen (red), Holland: Hollandse vis themanummer Holland, Historisch Tijdschrift 38 (2006) 3. Hilversum: Verloren, 2006.]
Wil je de kunstcollectie in het echt aanschouwen? Bekijk hier de openingstijden van het Stedelijk Museum Alkmaar en plan je bezoek.
Publicatiedatum: 20/11/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.