Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Een Amsterdamse enclave op de Gooise hei

Als het aan de Amsterdamse wethouder De Miranda had gelegen, was een groot deel van de Wester- en Bussummerheide een Amsterdamse enclave geworden. Een tuinstad voor 50.000 Amsterdammers waar het goed toeven zou zijn. Nu ondenkbaar.

Tuinstad voor arbeiders

Monne de Miranda (1875-1942) opperde dit plan in 1926. Hij wilde een ‘open tuin voor volwassenen, zoo voor de bewoners van de tuinstad zelve als voor de kernstad Amsterdam.’ De combinatie van heide en bos tussen Hilversum en Bussum waren de ideale ingrediënten voor de tuinstad. De Miranda ging uit van 40 woningen per hectare. Wanneer er 50.000 inwoners gehuisvest zouden worden was hiermee een gebied van 250 ha mee gemoeid. Daarnaast zou nog eens 750 ha ingericht moeten worden als recreatiegebied voor Amsterdammers.

Dit zou betekenen dat bijna het hele heidegebied tussen Hilversum en Bussum volgebouwd zou zijn. De socialistische wethouder had vooral een tuinstad voor arbeiders voor ogen. Ook zij moesten aantrekkelijk kunnen wonen. Dit voorrecht vond hij, was niet alleen voor de rijke Amsterdammers die het Gooi al lang als ideale woonplek hadden ontdekt. Het is duidelijk dat de inwoners van het Gooi hier niet op zaten te wachten. Zij verzetten zich hevig en het plan werd van tafel geveegd.

Het plan voor de Tuinstad.

De elektrocutie van het Gooi

Al eerder had het Larense Eerste Kamerlid Henri Polak (1868-1943), vakbondsman en groot pleitbezorger voor het behoud van erfgoed en landschap, geprotesteerd tegen de komst van een verbinding met Amsterdam met een elektrische tram. De lijn zou dwars door bossen en over heidevelden lopen en de ‘elektrocutie van het Gooi’ inluiden. Er zou dan geen “heilzame lucht vervuld van aromatische geuren van Bosch, heide en zee meer zijn. […] Geen zwervende kuddden schapen, geen velden met golvend graan, geen akkers met wit-bloeiende boekweit, onderbroken door wallen van eikenhakhout. […] Huisjes, woninkjes, villaatjes, pleintjes, straatjes, pensionnetjes en cafeetjes – dat zal het Gooi wezen.”

Bronnen:

  • Nota van de Wethouder van Volkshuisvesting S.R. de Miranda: Vestiging in het Gooi door de gemeente Amsterdam – De voorzitter der Tuinstadcommissie S.R. de Miranda 26 Juni 1926 Amsterdams tuinstadsplan ‘Gooistad’ 1923-1929: Archief Stad en Lande van Gooiland, Rubriek ‘Bos en Heide’.
  • Rapport van de commissie ter bestudering van het vraagstuk van de bouw eener Tuinstad of Tuindorpen in de omgeving van Amsterdam.
  • Bloemgarten, S., Henri Polak: sociaal-democraat 1868-1943, Den Haag 1993, pp. 521-522.
  • Kos, A., Gooise grazers, Goois Natuurreservaat 2010, p. 88.

Publicatiedatum: 23/05/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.