Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Doggerland: Atlantis van de Noordzee

Het Noord-Hollandse landschap is een betrekkelijk jong gebied, opgebouwd uit zand, klei en veen. Wind en water legden de basis voor de vorm, de mens deed de rest. Eeuwenlang oefende de Noordzee grote invloed uit op het kustgebied van de provincie. Maar dat is niet altijd zo geweest. Honderdduizenden jaren geleden was het gebied tussen Nederland en Groot-Brittannië geen water maar land: Doggerland. Een rijk landschap, waar mammoeten en mensen naast elkaar leefden.

Menig Noordzeevisser haalt tussen de netten vol schol en tong wel eens fossiele bijvangst binnen. Hoe sterker de stroming, hoe intensiever de bodem omgewoeld wordt en hoe meer er naar boven komt. Vooral bij de Bruine Bank, halverwege Nederland en Engeland, wordt nog altijd veel opgevist door boomkorvissers. De slagtanden, botten en kiezen zijn tastbare sporen van vroeger, toen de mammoet en de wolharige neushoorn over de bodem van de Noordzee struinden.

Ook op de kunstmatige stranden de Zandmotor en de Maasvlakten, opgespoten met zand uit de Noordzee, komen wandelaars regelmatig vondsten tegen. Niet alleen fossielen van ijstijdfauna, maar ook prehistorische werktuigen. Handbijlen, mesjes en speerpunten gemaakt van vuursteen, gewei en bot vormen het bewijs dat er vroeger mensen in het Noordzeegebied leefden. Deze bijzondere prehistorische wereld noemen we ‘Doggerland’, naar de Doggersbank ten oosten van Noord-Engeland. Een uniek en soortenrijk landschap met een klimaat dat constant veranderde.

Amateurarcheoloog op strand ‘De Zandmotor’. Foto © Frans de Winter.

Overleven in een ijstijd

Ten tijde van de laatste twee ijstijden, het Saalien (370.000-130.000 jaar geleden) en het Weichselien (115.000-11.000 jaar geleden), stond het gebied tussen Nederland, Engeland en Denemarken meestal droog. Het was een uitgestrekte steppe van zo’n 200.000 vierkante kilometer, waarin onder meer mammoeten, wolharige neushoorns en reuzenherten leefden. Grote rivieren zoals de Maas, de Rijn en de Theems waterden in het gebied af. Maar er woonden ook Neanderthalers. Zij waren nomaden en leefden van jagen, vissen en verzamelen.

De Neanderthalers reisden met de seizoensgebonden trekroutes van het wild mee. Ze leefden in groepen en joegen gezamenlijk op deze dieren. Waarschijnlijk maakten ze telkens opnieuw gebruik van dezelfde plekken om hun kamp op te slaan. Met hun stevige postuur waren de Neanderthalers goed bestand tegen de koude periodes. De leefwijze van de moderne mens (homo sapiens), die na de laatste ijstijd ten tonele verscheen, zou nog duizenden jaren lang gelijk zijn aan die van de Neanderthalers.

Noordzeelandschap Pleistoceen, circa 70.000-50.000 jaar geleden. Illustratie © Olav Odé voor het Rijksmuseum van Oudheden.

Schatten op de zeebodem

De voornaamste wapens van de Neanderthaler waren de vuistbijl en de speer. Naast speerpunten produceerden ze meer dan zestig verschillende werktuigen, meestal gemaakt van vuursteen. Vuurstenen waren in de voorlaatste ijstijd met het Scandinavische landijs meegevoerd naar het zuiden. Deze voorwerpen worden nog altijd gevonden langs de Noordzeestranden, in vissersnetten en tijdens onderwateropgravingen. Recentelijk was de ontdekking van een Neanderthaler-mesje met een handvat van berkenpek nog groot nieuws. Daarvan zijn er in heel Europa slechts drie gevonden.

De werktuigen van de prehistorische mens zijn zo goed bewaard gebleven vanwege de zuurstofarme omstandigheden op de bodem van de Noordzee. Door middel van boor- en seismisch onderzoek wordt het oude landschap van Doggerland momenteel in kaart gebracht. Moderne technieken als DNA- en isotopenonderzoek leren ons steeds meer over haar bewoners. Zo heeft het Rijksmuseum van Oudheden een reconstructie kunnen maken van de eerste Neanderthaler van Nederland. Deze jonge man, die de naam ‘Krijn’ kreeg, leefde zo’n 50.000 jaar geleden in Doggerland.

Neanderthaler met vuurstenen werktuig met berkenpek. Illustratie © Tom Björklund/Moesgaard Museum, Denemarken.

Aan de Noord-Hollandse kust

Na de laatste ijstijd, zo’n 11.000 tot 7.000 jaar geleden, warmde het klimaat op. Het ijs smolt en het Noordzeebekken stroomde langzaam vol met water. Er ontstonden eilandjes. De zee steeg aanvankelijk met zo’n 1,25 meter per eeuw, waardoor de Doggerlandbewoners de tijd hadden om te wennen aan de nieuwe omstandigheden. Tot rond 6000 v.Chr. een enorme tsunami het hele gebied en haar bewoners voorgoed verzwolg. De vloedgolf was het gevolg van een afgebroken stuk land voor de kust van Noorwegen. Aan dit abrupte einde hield Doggerland de bijnaam ‘Atlantis van de Noordzee’ over.

Zo ontstond het water dat we tegenwoordig de Noordzee noemen. Eeuwenlang wierpen de golven aan de rand van Noord-Holland strandwallen op en creëerden daarmee een alsmaar veranderend landschap van hoge zandruggen en lage strandvlakten, waarin de wind vrij spel had. De oudste strandwallen in Kennemerland waren in de Steentijd (vanaf 3000 v.Chr.) al bewoond. Later ontstonden hier steden als Haarlem, Beverwijk en Alkmaar. De eerste nederzettingen van Noord-Holland lagen in West-Friesland, dat eveneens met de Noordzee in verbinding stond via een zeegat bij Bergen. Duizenden jaren lang voorzag de zee vele Hollanders van hun dagelijks brood, zonder dat iemand erbij stilstond dat het zilte water er niet altijd geweest was.

Cees de Steentijdman, een mensfiguur uit archeologiemuseum Huis van Hilde, in het vruchtbare landschap van Laag Holland. Foto: Huis van Hilde.

Grootste vindplaats van Europa

We weten nog niet zo lang van het bestaan van Doggerland. Dat de Noordzee ooit droog heeft gelegen, is pas in de negentiende eeuw ontdekt. Deze kennis hebben we te danken aan geologen zoals Clement Reid. Reid onderzocht de verdronken bossen aan de kusten van Engeland, die bij laagtij telkens tevoorschijn kwamen. Een logische conclusie was dat het land vroeger moest hebben doorgelopen op de Noordzeebodem. Deze bevinding werd gestaafd door het opduiken van fossielen van uitgestorven dieren in vissersnetten.

Doggerland is één van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van Europa en wordt nog steeds onderzocht. De bijzondere vondsten en nieuwe inzichten die hierbij naar boven komen, worden dit jaar met het publiek gedeeld in de familietentoonstelling Doggerland. Verdwenen wereld in de Noordzee. In de tentoonstelling maakt de bezoeker een tijdreis van een miljoen jaar naar deze verdronken prehistorische wereld. Bij de tentoonstelling verschijnen ook een documentaire en een kinderboek, Onder de golven, met korte verhalen van Doggerland-bewoners. De tentoonstelling is tot en met 31 oktober 2021 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Vuurstenen ‘schaaf’, 80.000-50.000 jaar oud. Foto © Rijksmuseum van Oudheden.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Omslagfoto: Wolharige mammoeten. Muurschildering van Charles R. Knight in het American Museum of Natural History, 1916.

Bronnen:

Publicatiedatum: 07/05/2021

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.