In 1837 was dit poortgebouw zo vervallen dat deze werd afgebroken en vervangen voor de huidige poort. Het nieuwe gebouw was niet geschikt voor verdediging, maar was zo ontworpen dat er snel belastingen geïnd konden worden. In 1840 werd de poort feestelijk geopend tijdens de inhulding van koning Willem II. Sindsdien werd de laatste stadspoort van Amsterdam vernoemd naar de nieuwe Oranjevorst.
Triomfale ingangspoort
In de loop van de negentiende verloren stadsmuren hun militaire functie en werden ze geleidelijk aan ontmanteld. Eenzelfde lot ondergingen de vaak monumentale stadspoorten die vervangen werden voor kleine wachthuisjes. Op de plek van de oude Haarlemmerpoort kwam echter geen wachthuisje, maar verscheen een classicistisch poortgebouw met een statige uitstraling. Dit had alles te maken met de ceremoniële functie die de poort was toebedeeld als triomfale ingangspoort tot de stad. Met de nieuwe Willemspoort kon Amsterdam vorstelijke gasten op een fatsoenlijk onthaal trakteren. De klassiek gedecoreerde zuilendoorgang verwees naar de triomfbogen van befaamde keizers uit het oude Rome.
Inhuldiging Willem II
Vanaf de opening vervulde de nieuwe stadspoort een dubbelfunctie als accijnskantoor en triomfboog. Op 27 november 1840 ontving Amsterdam de aanstaande koning Willem II met een vorstelijk onthaal bij de Haarlemmerpoort. Een inscriptie aan de binnenzijde van de doorgang herinnert aan de vorstelijke opening van de stadspoort die sindsdien als Willemspoort door het leven gaat. Een dag later besteeg Willem II in de Nieuwe Kerk de troon van het Koninkrijk der Nederlanden. De poort was tot 1866 in gebruik als accijnskantoor. Als gevolg van de Gemeentewet kwam in dat jaar een einde aan de stedelijke accijnsheffing. Nadien deed de poort dienst als gecombineerde politie- en brandweerpost. De poort dreigde in de jaren zestig gesloopt te worden, maar door het gebouw voor bewoning geschikt te maken, bleef het gespaard. In 1970 kreeg het de status van rijksmonument.
Gemeentewet van 1851
In de nieuwe grondwet uit 1848 kwam een duidelijke afbakening van de bevoegdheden tussen de regering en lagere overheden. Er kwamen provincies en gemeenten en het verschil tussen ‘stad’ en ‘platteland’ verviel. Dit resulteerde in de Gemeentewet uit 1851. Hierin werd bepaald dat alle gemeenten voortaan gelijk waren. Privileges die steden tot die tijd genoten, zoals het heffen van accijns en belastingen, kwamen te vervallen. De Gemeentewet maakte een definitief einde aan de functie van stadsmuren en poorten. In de tweede helft van de 19de eeuw werden in veel steden de oude omwallingen en grachten omgebouwd tot parken en lommerrijke woonsingels. In Amsterdam bleef behalve de Willemspoort ook de Muiderpoort aan de oostkant van de stad behouden. Eerder hadden de Regulierspoort (Munt) en de Sint Antoniespoort (Waag op de Nieuwmarkt) een andere functie gekregen waardoor deze voormalige stadspoorten bleven bestaan, maar als zodanig nauwelijks meer herkenbaar zijn.
Klik hier om terug te keren naar het route-overzicht.
Publicatiedatum: 30/09/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.