Gastarbeiders
Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland herbouwd worden. Het land herrees en er was behoefte aan veel arbeidskrachten. Ook in de Zaanstreek was veel werkgelegenheid, vooral bij de grote industriële bedrijven zoals Bruynzeel, Albert Heijn, Verkade, Wessanen en de Artillerie Inrichtingen. In eerste instantie werden er vooral arbeidskrachten gezocht binnen de landsgrenzen. Er kwamen mensen uit Groningen, Drenthe en Friesland. In de jaren zestig kwamen er buitenlandse gastarbeiders naar Nederland. Aan het begin van dit decennium ging het vooral om mensen uit Spanje, Italië en Portugal. In 1964 sloot Nederland een wervingscontract met Turkije en in 1969 volgde Marokko. Vervolgens vertrokken Nederlandse selectieteams naar de landen om arbeiders te werven.
Een plaats om te leven
Eenmaal in Nederland was er een plek nodig om te leven. Er werden simpele woonoorden opgezet om de gastarbeiders te huisvesten. Zo bestond in Wormerveer het woonoord ‘El Buen Hostal’ (de goede herberg) en in Zaandam AHTürk voor de gastarbeiders van Albert Heijn. De opzet van de woonplaatsen was niet luxe, maar in eerste instantie bestond vanuit de Nederlandse overheid en de gastarbeiders zelf ook niet de intentie om lange tijd in Nederland te blijven.
Een plaats om te bidden
De Islamitische gastarbeiders hadden niet alleen een plek nodig om te leven, maar ook om hun geloof te belijden. In tegenstelling tot de christelijke gastarbeiders uit Spanje en Italië die de kerk konden bezoeken en een dienst in hun moedertaal konden bijwonen, was er geen gebedscentrum voor de moslims. In eerste instantie maakten de gastarbeiders gebruik van hun kamers tijdens het gebed. Naderhand kwamen er grotere ruimtes beschikbaar die dienst deden als ‘Mescid’, een gebedsruimte met gastarbeiders die imams waren.
Het einde van de gastarbeiders
Vanaf 1975 werden er geen gastarbeiders meer toegelaten in Nederland. Het reizen tussen Nederland en het land van herkomst was niet langer vrijblijvend voor de gastarbeiders, ze mochten niet meer vrijblijvend naar Nederland komen. Toen bleek dat veel van de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders niet zouden terugkeren naar hun land van herkomst, groeide de behoefte aan een vast gebedscentrum voor de Zaanse gastarbeiders.
Een echte moskee
Toch werd er nog tot 1977 gebeden in de woonoorden door de gastarbeiders in de Zaanstreek. Vanaf 1978 kregen ze de beschikking over een schoolgebouw in de Zaandamse wijk Kogerveld en werd er een Turkse Islam Stichting opgericht. Ook kwam er voor het eerst een officiële imam. Van het pand in Kogerveld werd slechts één jaar gebruik gemaakt, vanaf 1979 verhuisde de Islam Stichting naar twee barakken in de wijk Poelenburg. In 1990 kreeg de stichting de grond waarop deze barakken stond in haar bezit. Er kwamen plannen voor de bouw van een echte moskee. In 1993 ging de eerste spade in de grond en een jaar later was de Sultan Ahmet Moskee, destijds de grootste moskee van West-Europa, een feit.
Auteur: Eva Bleeker
Publicatiedatum: 16/04/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.