Onvindbaar maken
In de Tweede Wereldoorlog zijn dergelijke overvallen op het bevolkingsregister niet alleen in Purmerend uitgevoerd, maar ook in Kwadijk, Edam, Monnickendam, Wormer en Jisp. Het gemeentehuis in Kwadijk was de eerste in een serie overvallen in Waterland, die duurde van mei 1943 tot in de strenge winter van 1944.
Omdat iedereen met naam, adres, geboortejaar en godsdienst in het bevolkingsregister stond vermeld, kon de Duitse bezetter gemakkelijk achterhalen welke inwoners joods waren of welke mannen te werk gesteld konden worden. Het was dus zaak om zoveel mogelijk mensen voor de Duitsers onvindbaar te maken.
Paniek bij Edam en succes bij Monnickendam
Niet elke overval liep even gesmeerd. Op een avond in maart 1944 was het politiebureau van Edam aan de beurt. De zware bakken met naamkaarten werden met getrokken pistool uit de kluis gehaald en achterop de fiets vervoerd. In de Purmer stuitten de overvallers ongelukkigerwijs op een Duitse patrouille. In paniek kieperden ze de kaartenbakken in de ringvaart. Later moesten gemeenteambtenaren de kaarten uit het water vissen en ze bij de kachel op het gemeentehuis drogen. Een aantal kaarten schijnt toen in diezelfde kachel te zijn verdwenen. Namen van mannen voor de arbeidsinzet konden daardoor niet meer aan de Duitsers worden doorgegeven.
Veel beter verliep de overval van 9 juni 1944 op het bevolkingsregister van Monnickendam. De aanwezige ambtenaren werden op klaarlichte dag bedreigd met een vuurwapen, gedwongen de kluis te openen en de bevolkingskaarten in zakken te doen. Na de oorlog werd bekend wie de overvallers waren: Bert Snijders, Harm de Vries, Ben Kooiman en Koen Rozendaal.
Over het ijs
Op tweede kerstdag 1944 werden de gemeentehuizen van Wormer en Jisp met succes overvallen. ’s Nachts werden de kaartenbakken over het ijs naar de boerderij van boer Verdonk in de Enge Wormer vervoerd en daar verstopt. Hierdoor werd het de Duitsers onmogelijk gemaakt om de twee dagen eerder afgekondigde oproep voor werk in Duitsland van alle mannen tussen zeventien en veertig jaar uit te voeren. Na de bevrijding op 5 mei 1945 werden de door het verzet buitgemaakte bevolkingsregisters in triomf teruggebracht naar de gemeentehuizen.
Moedig
Naderhand is wel eens gezegd dat de overvallen op de bevolkingsregisters te laat zijn uitgevoerd. Te laat althans om het wegvoeren van de joden te voorkomen. Dat mag waar zijn, maar is misschien ook een beetje wijsheid achteraf. Men was zich in de eerste oorlogsjaren nog onvoldoende bewust van wat de joden te wachten stond. En het verzet moest nog groeien in kracht. Het doet echter niets af aan de moed van hen die deze acties uitvoerden. Tegelijk wordt duidelijk hoeveel voorzichtigheid geboden is als het om persoonsgegevens gaat.
Auteur: Jaap Haag
Publicatiedatum: 04/01/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.