

De Dikhoeve, Ransdorp in Waterland.
In de winter op stal
Ondanks hun dikke vacht staan de schapen ’s winters op stal. In de winter groeit er immers geen gras in de wei en zouden de dieren onvoldoende voeding krijgen om genoeg melk te produceren. In deze periode leven de schapen in een zogenaamde potstal. Dit betekent dat de schapen staan en liggen op stro waar ook hun mest in wordt opgevangen. Als de schapen in het voorjaar naar buiten kunnen, wordt het inmiddels fijngestampte pakketje aan stro en mest opgeruimd en een jaar lang opgeslagen. Daarna wordt de mest uitgereden over het eigen land. In de stal worden de dieren gevoederd met voorjaarsgras van de eigen weilanden aangevuld met biologisch krachtvoer en bierborstel. Dit laatste is een nevenproduct van de bierbereiding en wordt bijna dagelijks opgehaald bij Brouwerij ’t IJ in Amsterdam.

De potstal van de Dikhoeve.
De lammertijd
Van half mei tot begin december staan de schapen dag en nacht buiten, en worden zij tweemaal daags in de melkstal gemolken. Een schaap geeft tien maanden per jaar melk, wanneer zij lammetjes heeft. Twee maanden voordat zij lammeren gaat werpen, stopt het schaap op natuurlijke wijze met het geven van melk. Het schaap is dan ‘drooggezet’ en wordt niet meer gemolken. Om arbeid gelijkmatig over het jaar te verspreiden en om de melkproductie constant te houden gaat de ene helft van de kudde in oktober lammeren en de andere helft in januari. Alle lammetjes worden in de stal geboren en blijven bij de moeder lopen, uitgezonderd de lammetjes die voor de opfok worden gehouden. Half mei gaan de jonge dieren naar buiten, pas nadat er gemaaid is. Zo kunnen de lammetjes geleidelijk wennen aan het gras, dat dan nog niet te eiwitrijk is. Na ruim een jaar zijn de ooien voldoende volgroeid om zelf te kunnen lammeren.
Fries-Zeeuwse melkschaap
De Kuipers werken met het Fries-Zeeuwse melkschaap. Dit is het enige ras dat 400 liter melk per jaar kan geven. Schapenmelk heeft een hogere voedingswaarde en de vetstructuur is daarom heel licht verteerbaar. De melk die de schapen geven is van nature heel zuiver en hoeft nauwelijks bewerkt te worden, slechts gepasteuriseerd. Een derde van de melkproductie wordt op de eigen boerderij verwerkt tot verschillende zuivelproducten, waaronder een witschimmelkaas en dikke standyoghurt. De overige melk wordt verkocht aan melkverwerkende bedrijven via een eigen coöperatie voor de distributie van schapenmelk en aanverwante zuivelproducten.

Fries-Zeeuwse melkschapen van de Dikhoeve. Beeld: de Dikhoeve, Ransdorp.
Witschimmelkaas van eigen makelij
Op de Dikhoeve worden zachte kazen gemaakt, geen harde Goudse kaas waar Nederland bekend om staat. Na pasteurisatie wordt de verse schapenmelk in een grote tank verzuurd door er speciaal zuursel aan toe te voegen. De zure melk wordt gegoten in kleinere bakken en aangevuld met stremsel. Vervolgens wordt de dikke melk versneden en in een ronde vormen geschept. Na een dag wordt zout toegevoegd en gaan de vormen tien dagen lang in een speciale rijpingscel. Nu ontstaat de typische zachte witte korstkaas. Deze ‘skaepsrond’ is de specialiteit van de Dikhoeve. De kaasjes worden verpakt in speciale folie en opgeslagen in de koeling. De skaepsrond heeft een houdbaarheid van acht weken en kan elke zaterdag in de winkel van de boerderij worden gekocht.

Willem Kuiper, eigenaar van de Dikhoeve.
Willem Kuiper, eigenaar van de Dikhoeve.
Meer informatie is te vinden op de website van de Dikhoeve.
Publicatiedatum: 30/07/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.