Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Dansen en mixen in ’s werelds eerste housemuseum

Het komt niet vaak voor dat er nieuwe musea uit de grond schieten, maar áls het gebeurt is dat wel in Amsterdam. Zoals onze hoofdstad in 1988 de primeur had met nieuwe elektronische dancemuziek, heeft ze dat nu met ’s werelds eerste housemuseum. Je kunt er terecht voor een interactieve reis door de geschiedenis van housemuziek, het (her)beleven van het clubgevoel dat je in coronatijd hebt moeten missen en het leren knoppendraaien als een echte dj.

Dancemuseum Our House presenteert zichzelf nadrukkelijk als een plek van ons allemaal. Wie deze nieuwe ‘electronic music culture experience’ binnenstapt, wordt begroet door housegoeroe Chuck Roberts, die het gedachtegoed van de muziekstroming in 1987 op onnavolgbare wijze samenvatte: ‘Іn thе bеgіnnіng thеrе wаѕ Јасk… Аnd Јасk hаd а grооvе. Аnd frоm thіѕ grооvе саmе thе grооvеѕ оf аll grооvеѕ. Аnd whіlе оnе dау vісоuѕlу thrоwіng dоwn оn hіѕ bох, Јасk bоldlу dесlаrеd: “lеt thеrе bе hоuѕе” and hоuѕе muѕіс wаѕ bоrn.’ Een paar opzwepende muziekfragmenten later is de scène gezet voor een duik in de housecultuur van vroeger en nu.

Our House is gevestigd in Club Air aan het Rembrandtplein. Elke vrijdag, zaterdag en zondag is het pand overdag een museum en verandert het ‘s avonds in een nachtclub. Alle tentoonstellingskasten en installaties zijn verrijdbaar en worden aan het eind van de dag weer netjes opgeborgen om plaats te maken voor de dansvloer. Een flinke operatie, maar haast zonde om het niet te doen: ‘clubs staan tachtig procent van de tijd leeg’, aldus oprichter en manager Alan Luring. Luring, zelf een groot liefhebber van housemuziek, vertelt ons enthousiast over zijn initiatief. Een idee dat gek genoeg nog nooit ergens anders van de grond is gekomen, terwijl elektronische muziek de meest geluisterde muziek ter wereld is.

Ontdek vijftig iconische dancefestivals in Our House. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Disco Demolition

Maar misschien is het helemaal niet zo vreemd dat juist in Amsterdam een museum over housemuziek moest ontstaan. Hoewel haar wieg hier niet stond, is elektronische muziek hier namelijk wel groot geworden. House vond zijn oorsprong in het Chicago van begin jaren tachtig. Disco was al langere tijd op zijn retour maar had de genadeklap gekregen van het grootschalige evenement Disco Demolition Night in de zomer van 1979. Een honkbalwedstrijd in Chicago, waar als ludieke actie door rockliefhebbers duizenden discoplaten verbrand zouden worden, liep uit op een regelrechte rel. Vanaf dat moment ging disco ondergronds, waar het evolueerde in een nieuwe muzieksoort met een sneller tempo en een hardere beat: housemuziek was geboren.

Nachtclubs zoals The Warehouse, waar de naam ‘house’ op gebaseerd is, trok feestgangers aan die het gevoel hadden dat ze in het reguliere uitgaansleven niet zichzelf konden zijn. Naast discoliefhebbers waren onder hen veel gays en minderheden. Op de beats van dj’s als Frankie Knuckles, Ron Hardy en Jesse Saunders voelden ze zich thuis. Die begindagen van house stonden volop in het teken van liefde en escapisme.

Draai zelf aan de knoppen van verschillende drumcomputers en mix je eigen beat. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Illegale feesten en legendarische clubs

Toen de nieuwe muziekstijl eind jaren tachtig via Engeland en Ibiza naar Nederland overwaaide, was house niet meer los te zien van deze sfeer van vrijheid, respect en verbondenheid met elkaar. Grappig genoeg zijn er een vrij specifieke datum en locatie aan te wijzen waarop housemuziek in ons land geïntroduceerd werd: zaterdag 3 september 1988 aan de Sumatrakade op het Amsterdamse KNSM-eiland. Daar hielden drie Britten, die zich de Soho Connection noemden, in een leegstaand pakhuis het eerste Nederlandse housefeest. Meer dan tweeduizend belangstellenden kwamen op het feest af, waar er slechts tweehonderd verwacht werden. In één klap was house hip en happening.

De Amsterdamse club RoXY en de in 1989 geopende iT (‘De discotheek van de vrijheid’) maakten de introductie van housemuziek van dichtbij mee. Het was aanvankelijk heel obscuur en underground, maar had daardoor ook iets spannends. De opgedirkte outfits van de jaren tachtig maakten plaats voor weinig verhullende kleding waarin makkelijk de hele nacht gedanst kon worden: platte schoenen, een badpakje met wielrenbroek erover of een catsuit en een ‘housebuidel’ (heuptas) om het middel. Op de nieuwe housemuziek danste iedereen van verschillende komaf naast elkaar op dezelfde beats.

In Our House kun je achter versimpelde draaitafels zelf dj spelen. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Summer of Love

Niemand had in 1988 kunnen denken dat housemuziek zo groot zou worden, maar met de populariteit groeiden ook de feesten. Beroemd en berucht zijn de massale Love Balls in club RoXY, waar alles kon en alles mocht. De dresscode: hoe extravaganter, hoe beter. Op deze en andere housefeesten waren vrijheid en liefde het credo. Niet in de laatste plaats omdat de introductie van housemuziek gelijktijdig plaatsvond met de uitvinding van de nieuwe partydrug XTC, die vanwege zijn effecten ook wel bekendstaat als ‘love drug’. Dankzij XTC beleefde Amsterdam in 1989 een tweede Summer of Love – de eerste was de hippiezomer van 1967.

Maar naarmate de handel in XTC criminele proporties aannam, verhardde ook het uitgaansleven. Daarnaast kreeg de clubscene te maken met een nieuwe vijand, die om zich heen sloeg als een sluipmoordenaar: aids. Er ontstond een ware epidemie en in 1995 was de infectieziekte zelfs uitgegroeid tot de belangrijkste doodsoorzaak van Nederlandse mannen tussen de dertig en vijfenveertig jaar. Hoewel de ziekte een tijd lang als een donkere wolk over het uitgaansleven hing, kwam er vanuit deze hoek ook veel steun voor de slachtoffers. Zo werd tijdens de eerder genoemde Love Balls in club RoXY bijvoorbeeld geld opgehaald voor aidsonderzoek.

Grote drukte in de Amstelstraat bij de laatste passage van eigenaar Manfred Langer langs zijn discotheek iT, 1994. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Typisch Nederlands

Ondanks deze tegenslagen werd Nederland begin jaren negentig hoofdrolspeler op het gebied van house. Platenmaatschappijen gebruikten ons land om nieuwe nummers uit te testen voor de Europese markt, ID&T organiseerde gigantische dancefeesten en Nederlandse artiesten, zoals 2 Brothers on the 4th Floor, 2 Unlimited en de Vengaboys, waren razend populair in binnen- en buitenland. Zij maakten ‘eurodance’: een vrolijk en radiovriendelijk soort housemuziek, dat zijn naam ontleende aan de Europese afkomst van de artiesten. Eurodance was een commercieel antwoord op de trendy housemuziek, waar vooral jongeren uit de midden- en lagere klassen in het weekend op losgingen.

In dezelfde tijd ontstonden nog veel meer stromingen, zoals het typisch Nederlandse ‘hardcore house’. Liefhebbers van deze house, ‘gabbers’ genoemd, vonden elkaar aanvankelijk tijdens illegale raves en later in de Amsterdamse club Amnesia en op Thunderdome. Ze hadden kale koppen, droegen een ‘Aussie’ (trainingspak van het merk Australian), een wit Nike petje en Air Maxjes en stonden – vaak strak van de pillen – te hakken op de dansvloer. Ook hier vond men wel een commercieel antwoord op: ‘happy hardcore’, een variant met vrolijke zang en piano riffs. Acts zoals de Party Animals scoorden grote hits met ‘I wanna be a hippy’ en ‘Have you ever been mellow’.

Een ‘Mau5head’ van houseartiest Deadmau5 staat tentoongesteld in Our House. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Muziekrelieken

Ook tegenwoordig staat Nederland nog bekend als gidsland op het gebied van dancemuziek. Nummers van Nederlandse dj’s als Tiësto, Armin van Buuren, Afrojack, Martin Garrix en Hardwell worden over de hele wereld gedraaid. Niet voor niets heeft Our House Armin van Buuren gekozen als een van de ‘narrators’ van het museum. Samen met dj-producers Kevin Saunderson, Carl Cox, Diplo en Charlotte de Witte neemt hij bezoekers aan de hand mee door een bliksemsnelle geschiedenis van de housemuziek. Vervolgens ben je vrij om het clubmuseum zelf te verkennen, naar hartenlust te pingelen op oude drumcomputers en dj te spelen met een versimpelde mixtafel.

Tussen de elektronische muziekrelieken, zoals een originele ‘mau5head’ van houseartiest Deadmau5 en de oude TR-909 drumcomputer van Armin van Buuren, kun je ook ouderwets plaatjes draaien en je kennis testen tijdens een muziekquiz. Aan de bar zijn alcoholische drankjes te krijgen, wat bijdraagt aan het clubgevoel. Oprichter Luring vertelt ons dat ze nog steeds bezig zijn om het museum te ‘finetunen’. Momenteel zitten ze in de testfase. Publiek is welkom, maar het museum is nog niet helemaal af. Zo worden onder meer de begin- en eindshow nog aangepast op basis van feedback van bezoekers. In het voorjaar kunnen we dan een echte ‘rode loper opening’ verwachten aan de Amstelstraat, geheel passend bij het glamoureuze houseverleden van de hoofdstad.

In een muurvullende film nemen dj-producers Armin van Buuren, Kevin Saunderson, Carl Cox, Diplo en Charlotte de Witte je aan de hand door de geschiedenis van de housemuziek. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Voor wie zich graag nog wat meer verdiept in de historie van de housemuziek, staat hieronder een door Our House samengestelde Spotify playlist met 100 house en dance classics. De volledige playlist, met 350 nummers, is hier te beluisteren.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries

Bronnen:

Publicatiedatum: 14/02/2022

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.