Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Chet Baker’s fatale check out

Chet Baker bracht zijn laatste momenten door in de Oude Binnenstad van Amsterdam. Dat was op 12 mei 1988, een zwoele Hemelvaartsavond. De legendarische jazz trompettist viel die nacht uit het raam van kamer 210 van hotel Prins Hendrik, op de kop van de Zeedijk. Chet viel vanuit het raam met zijn hoofd naar beneden, recht op een betonnen paaltje. Dood.

Vermiste beroemdheid

Of de politie met veel aandacht de toedracht van de val heeft onderzocht valt te betwijfelen. Het politiedossier is al snel nadien vernietigd, dus het valt niet meer na te gaan. Er sneuvelden in de buurt wel vaker buitenlandse junks. Het verhaal gaat dat veel mensen die nacht over het ontzielde lichaam van Baker heen zijn gestapt. Pas na een tijd werd de politie erbij gehaald. Zo hard was het in die tijd rondom de Zeedijk. Het was in die jaren een smeltkroes van verslaafden. Een no-go-area die ook door de politie zelf volledig was opgegeven; voor het gemak was een bord geplaatst met de tekst “betreden op eigen risico”. Gewone Amsterdammers liepen sowieso met een boog om het gebied heen. Baker was tot aan zijn dood gebruiker van heroïne. Omdat hij mager was en zijn gezicht volledig verminkt door de val, wist niemand dat het om een man van tegen de zestig ging. De link met de vermiste beroemdheid werd laat gelegd. Alle onduidelijkheid heeft geleid tot wilde speculaties: de CIA, drugsdealers en/of de manager van Baker zouden erachter zitten. De deur van zijn hotelkamer was van de buitenkant gesloten, wat zou moeten wijzen op moord.

Chesney Henry “Chet” Baker, Jr., 1983. Foto: Michiel Hendryckx, via Wikimedia (CC BY-SA 3.0).

Puzzelstukjes

Peter Vink is mede-eigenaar van hotel Prins Hendrik. Hij heeft jarenlang puzzelstukjes aangereikt gekregen van het gebeuren voorafgaande aan de val. Vink geeft de clou direct weg: “Het was allemaal veel saaier dan dat. Die sleutel lag gewoon op het bed. Hij is gewoon uit het raam gekukeld, wellicht onder invloed, maar hij was uiteindelijk wel enigszins bij bewustzijn want hij had nog het pinnetje van het venster in zijn hand toen hij werd gevonden. Kennelijk had hij op het laatste moment nog steun gezocht. Het pinnetje was zijn laatste strohalm. Het was erg warm die avond, dus dat Baker zijn hotelraam had geopend is logisch.”
Vink laat kamer 210 zien. ‘Chet Baker Room’ staat op de deur. Boven het bed hangt een foto van de trompettist en aan een andere muur een ingelijst krantenartikel uit een Britse krant van destijds. Hij is gevallen uit een klassiek schuifraam, van het soort dat in de meeste monumentale panden is te vinden. Het moet wel een hele gekke manoeuvre geweest zijn, want de opening in het lage raam is nauwelijks een halve meter hoog en maar een meter breed. Je zal dus moeite moeten doen om je door het raam te wurmen. Dat de dood heeft geleid tot vraagtekens is in dat opzicht ook niet gek.

Peter Vink is pas sinds de jaren negentig werkzaam in het hotel. Hij is begonnen als nachtportier – zijn baantje naast zijn studie rechten, begin jaren negentig. De fatale nacht van Baker had dus plaats vóór zijn tijd. Vink: “Er is op dit moment niemand meer werkzaam in het hotel die het verhaal uit eerste hand kan vertellen. Ik heb begrepen dat Baker eerder die dag door zijn manager al was ingecheckt in het Marriott hotel aan het Leidseplein.  ’s Avonds werd hij verwacht voor opnames van het beroemde jazz-radioprogramma ‘Sesjun’ van de Tros dat in Laren werd opgenomen. Waarschijnlijk is hij onderweg naar het Centraal Station nog even afgeslagen naar hier op de Zeedijk, om inkopen te doen voor zijn verslaving . Bij Sesjun is hij niet meer verschenen.”

De Zeedijk was in Bakers tijd een smeltkroes van verslaafden. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Nachtportier

Een belangrijke bron van de gang van zaken die nacht, misschien wel de allerbelangrijkste, was de dienstdoende nachtportier. Douwe was zijn naam, maar iedereen noemde hem OG; de afkorting van ‘Onder de Gage’. Een term uit de zeevaart. OG was een kapitein op de grote vaart, die zich in 1986 aan wal had gevestigd in het hotel en tegen kost en inwoning werkte als nachtportier. Hij is een paar jaar geleden overleden. Vink heeft nog lang met hem gewerkt en regelmatig met hem gesproken over de nacht van Chet’s ‘hemelvaart’. Vink: “OG was een serieuze vent, zonder komedie. Ik heb het er regelmatig met hem over gesproken. Hij heeft hem ingecheckt. OG twijfelde nog of hij Baker wel een kamer moest geven. Het was al laat en Baker zag er shabby uit – zichtbaar verslaafd en onder invloed. Een trompetkoffer was het enige wat hij bij zich had. Misschien had hij drugs op zak, maar verder had hij geen bagage. Bij het inchecken heeft hij het gebruikelijke registratiekaartje ingevuld. In een ogenblik meende OG hem als muzikant te herkennen, maar op het kaartje stond zijn officiële naam ‘Chesney H. Baker’ en dat zei hem toen niets. Baker checkte rond 23.00 uur in en is hij moet rond 3 uur uit het raam zijn gevallen. Tussentijds heeft Baker de kamer niet meer verlaten. Op beide momenten had OG dienst.” Vink lacht: “een drugsdealer, manager of CIA agent is OG niet gepasseerd.”

De toenmalige eigenaar in 1988 was volgens Vink helemaal niet blij was met de dodelijke val van Chet Baker. Vink: “De media gaf vooral aandacht aan zijn verslaving. Nieuws over dooie junk in zijn hotel daar zat hij absoluut niet op te wachten. Later, toen het publiek het beeld van Chet Baker bijstelde, is ook hij meegedraaid. Met de revival van jazz in de jaren negentig is het beeld van een verslaafde Baker steeds meer vervangen door dat van een virtuoze trompettist. Sinds het einde van de jaren negentig vragen ons personeel ook steeds meer mensen naar het verhaal. Vorig jaar was hier nog een Britse filmploeg die hier alles tot in detail heeft gefilmd. Veel mensen reserveren speciaal de kamer van Chet Baker. Dat gebeurt niet iedere dag, maar wel meerdere keren per maand.”

Het Chet Bakermonument op de gevel van hotel Prins Hendrik in Amsterdam. Via Wikimedia.

Ingetogen monument

Vink vervolgt: “Op een dag, eind jaren negentig, kregen wij bezoek van de politie. Of we een bouwwerk op het pleintje voor ons hotel wilde weghalen. Wij wisten van niets. Het was duidelijk een eerbetoon aan Baker, een paal met een grote trompet en een foto. Het was neergezet zonder vergunning. Er bleek op het monument een telefoonnummer te zijn achtergelaten, van de Stichting die Jazz promoot. We hebben gebeld kwamen zo in contact met de initiator Bob Hagen, een groot bewonderaar van Baker. Hij heeft het illegale monument weggehaald en is direct nadien een inzamelingsactie gestart voor een officiële plaquette. In redelijk korte tijd had Hagen voldoende ingezameld. De voormalige hoteleigenaar heeft ook een storting gedaan en uiteraard is ingestemd om de bronzen plaquette in de muur van het hotel te metselen.

Het ingetogen monument is op 13 mei 1999 onthuld door wethouder Bruines, in bijzijn van veel volk. Er was nog een optreden met de crème-de-la-crème uit de jazzwereld, onder wie Hein van de Geijn en John Engels, die de laatste tien jaar met Chet hadden gespeeld. In 2008, ter gelegenheid van de 20e sterfdag, is het optreden herhaald. In de jaren na de plaatsing van de plaquette was iedere nacht van 12 op 13 mei een groepje mensen die hier een wake hield, met veel bloemen. De wakes zijn niet opgehouden, maar wel minder intens.” Dat de aandacht langzaam wat afneemt wordt nota bene bevestigd door Vink zelf, die duidelijk nog niet heeft stilgestaan dat de 25e sterfdag van Chet Baker nadert. Er blijkt niets georganiseerd. Hardop mijmert Vink dat het waarschijnlijk al te laat is voor het aanvragen van een vergunning. Vink: “Misschien moet ik Bob Hagen maar eens bellen.” Maar herdenkingsevenement of niet, op de plaquette staat het al geschreven: “He will live on in his music for anyone willing to listen and feel”.

Auteur: Michiel van Haelst

Publicatiedatum: 27/03/2013

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.