Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Haarlemse bijnamen: muggenzifters of Malle Babbe

Wist jij dat Haarlemmers ook wel gekscherend 'muggen' worden genoemd? Het woord 'mug' werd in de veertiende en vijftiende eeuw nog als scheldwoord gebruikt, maar inmiddels dragen de inwoners van Haarlem het als eretitel. Overal duikt de bijnaam op: De Groene Mug is een online platform waar Haarlemmers ideeën kunnen uitwisselen voor een beter klimaat, Snuffelmug is een Haarlems kringloopwarenhuis, de Roze Muggen organiseren feesten voor vrouwen en de Stekende Muggen zijn een wandelgroep. Muggen zijn een team van de Rugby Club Haarlem en jaarlijks wordt de Grote Haerlem 'Mug'-prijs door de Historische Vereniging Haarlem aan het beste profielwerkstuk met als basis geschiedenis uitgereikt. Maar waar komt deze bizarre bijnaam eigenlijk vandaan?

Muggen die een reus willen steken

Toen drie Haarlemmers met gevaar voor eigen leven in 1572, tijdens het Beleg van Haarlem door de Hertog van Alva en diens leger, tijdens een nachtelijk uitstapje buskruit hebben laten ontploffen in het vijandige legerkamp, werd er eerder op ze neergekeken dan dat ze geprezen werden. “Jullie zijn net muggen die een reus willen steken”, zou er tegen de drie zijn gezegd. Of hier de bijnaam ‘mug’ vandaan komt, is onmogelijk te bewijzen en daardoor onwaarschijnlijk. Maar het kan nog gekker. Een andere, sprookjesachtige verklaring is nog vreemder dan de bijnaam zelf.

Mug

Tekening van een mug

Rookwolk van dansende muggetjes

In het door Anton Pieck geïllustreerde ‘Volksverhalen der Lage Landen’ wordt een ander verhaal gepresenteerd als verklaring voor de bijnaam ‘mug’. Het gebeurde toen heel Haarlem op een warme zomeravond zijn slaap uitstelde en de Grote Markt nog net zo druk was als overdag. Een grote zwarte rookwolk ontstond bij de grote of Sint Bavokerk en binnen de kortste keren stond het plein vol met ramptoeristen en blies de torenwachter verschrikt de longen uit zijn lijf in de alarmtoeter. Een aantal omstanders schijnen nog een lange slinger te hebben gevormd om water uit het Spaarne naar de kerk te brengen.

In de massa verloor een jongen zijn ouders uit het zicht. Hij was echter meer nieuwsgierig dan bang en tuurde gefascineerd naar de toch wel mysterieuze rookwolk. “Muggetjes. Dat zijn dansende muggetjes”, zou hij toen hebben gezegd. Dat bleef niet onopgemerkt en binnen de kortste keren ontdekten andere aanwezigen hetzelfde. Er was geen brand of rook, het was een wolk van muggen. Blussen was niet nodig en iedereen ging gauw naar bed. De schaamte voor de blunder was groot en de Haarlemmers besloten dan ook met niemand over de gênante gebeurtenis te praten. Andere steden mochten er absoluut geen lucht van krijgen. Maar het was al te laat. De jonge knaap was trots op zijn ontdekking en vertelde maar al te graag door dat er een grote brand was geweest en dat het eigenlijk om een muggenzwerm ging. Dat niet alleen… De heks van Haarlem, ‘Malle Babbe’ lachte zich een ongeluk om het voorval, want zij zat achter de rookwolk van dansende muggen.

Voor de Grote of Sint Bavokerk

Voor de Grote of Sint Bavokerk. Jonge mannen en vrouwen voor de Sint Bavo kerk te Haarlem, Gillis van Scheyndel, 1629. Beeld: Rijksmuseum

Malle Babbe of de heks van Haarlem

Misschien ken je haar wel van een schilderij van Frans Hals, ‘Malle Babbe‘, de heks van Haarlem. Op het schilderij van de beroemde Haarlemse schilder draagt ze donkere kleding en heeft ze een relatief kleine uil op haar schouder. Hoewel de uil tegenwoordig symbool staat voor wijsheid, is het in Hals’ portret van Malle Babbe waarschijnlijk een verwijzing naar het oud-Nederlandse gezegde “Zoo beschonken als een uil”. Malle Babbe houdt op het portret dan ook breed glimlachend een bierpul in haar hand.

Het verhaal gaat namelijk dat ze haar dag altijd afsloot door op haar bezem een rondje rond de toren van de Grote of Sint Bavokerk te vliegen. Wel nadat iedereen naar bed was gegaan, anders zouden Haarlemmers ontdekken dat ze een heks was. Toen iedereen op de bewuste dag van de ‘brand’ nog laat op straat rondliep, ergerde Malle Babbe zich enorm. Ze kon nu haar nachtelijke rondvlucht niet maken. Dit loste ze op met de zojuist beschreven muggenzwerm.

De ‘beschonken’ heks wordt meerdere keren in verband gebracht met de Haarlemse muggen. Zo dreigde ze ook ooit alle Haarlemmers in muggen te veranderen als ze niet naar haar wilden luisteren. Wellicht dat ze dit eens in een dronken bui heeft geroepen. Of de inwoners van Haarlem daadwerkelijk geïntimideerd waren, weten we niet. Het is in ieder geval blijven hangen. Wel weten we dat Malle Babbe daadwerkelijk heeft bestaan. Ze vloog weliswaar niet met een bezemsteel rond de toren van de Grote of Sint Bavokerk, maar was wel een opvallend figuur. Ze heette Barbara Claes en was verstandelijk gehandicapt, waardoor ze in 1646 wegens haar onaangepaste gedrag werd opgepakt en in een Haarlems ‘werkhuis’ werd geplaatst. Malle Babbe is een verbastering van Malle Barber oftewel ‘gekke Barbara’.

Malle Babbe

Malle Babbe. Schilderij van Frans Hals. Beeld: Wikimedia Commons

‘Lekker stuk, malle meid’

Misschien ken je ‘Malle Babbe’ ook wel van het succesvolle liedje van Rob de Nijs in de jaren zeventig. Maar luister je naar de tekst, “lekker stuk, malle meid, lekker dier van plezier”, dan wordt Malle Babbe niet als heks maar prostituee bezongen. Malle Babbe was echter geen prostituee, maar het kan zijn dat ze, als ze raar gedrag vertoonde daarbij haar rokken optilde. Iets wat in de zestiende en zeventiende eeuw als onzedelijk werd gezien.

Een andere verklaring voor het feit dat het bekende liedje over een dame van lichte zeden gaat, maar Malle Babbe dat niet was, is dat tekstschrijver Lennaert Nijgh een ander schilderij van Frans Hals aanzag voor Malle Babbe, namelijk ‘Het Zigeunermeisje’.

Zigeunermeisje

Zigeunermeisje. Schilderij van Frans Hals, Beeld: Wikimedia Commons

De Beek, een moeras en muggenzifters

De meest voor de hand liggende verklaring voor het feit dat de Haarlemmers het al eeuwenlang met de bijnaam ‘muggen’ moeten doen, is dat er vroeger simpelweg veel muggen in de stad waren. Haarlem werd destijds immers omringd door veen en moeras. Bovendien liepen er door de stad nog verschillende wateren, waaronder de in 1867 drooggelegde ‘De Beek’.

Een andere, minder vriendelijke verklaring is dat Haarlemmers echte muggenzifter zouden zijn of waren; geneigd waren spijkers op laag water te zoeken en te blijven vitten op kleine foutjes. Er bestaan dus allerlei verschillende antwoorden op de vraag waar de Haarlemse Muggen vandaan komen. Maar het blijft moeilijk te zeggen wanneer de Haarlemmers ‘mug’ als geuzennaam accepteerden.

Auteur: Liza Koppenrade

Dempen van De Beek in Haarlem

Dempen van De Beek in Haarlem. Oude Groenmarkt tijdens het dempen van de Beek, Aquarel, 1867. Beeld: Noord-Hollands Archief, collecte Kennemerland, Willem Johan Boogaard (1842-1888) Inventarisnummer: NL-HlmNHA_53002363_M

Bronnen

Publicatiedatum: 04/05/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.