Deel van de gevel van Theater Tuschinski
Bron; Tonio Vega via Flickr
Abraham Tuschinski
Tuschinski werd op 28 oktober 1921 geopend in de Amsterdamse Reguliersbreestraat. Het theater werd gebouwd in opdracht van eigenaar Abraham Icek Tuschinski, een joodse bioscoopexploitant afkomstig uit Polen. Hier werd hij op 14 mei 1886 geboren als de zoon van een kleermaker. Ook Abraham werd kleermaker. Hij had de ambitie om naar de Verenigde Staten te trekken en deed een poging om de daad bij het woord te voegen. Hij bleef echter hangen in Rotterdam, waar hij in 1911 zijn eerste van vier bioscopen opende in de Maasstad. In de jaren die volgden, ontwikkelde Abraham Tuschinski zich tot een succesvol bioscoopexploitant met zijn zwagers Hermann Ehrlich en Hermann Gerschtanowitz als mededirecteuren.
Abraham Tuschinski
Bron: ANP Archief
Beroemd
De Amsterdamse bioscoop van Abraham Tuschinski was al snel zowel beroemd als verguisd. De combinatie van Jugendstil, Art Deco en Amsterdamse School in het gebouw werd door puristen afgedaan als wansmaak en de groene koepels van het gebouw waren een bron van ergernis. Na de opening ging het grote publiek toch overstag. Zo schreef dagblad Het Vaderland: ‘Wij voor ons verklaren gulweg, dat de stoutste verwachting is overtroffen en dat de heer Tuschinski aan ons land een schouwburg heeft geschonken, waarvan wij de weerga niet kennen.’
De foyer van bioscoop Tuschinski
Bron: Bernardo Contopoulos via Flickr
Tuschinski was meer dan alleen een bioscoop. Het had een eigen cabaret met een wisselend programma van toneel, muziek, dans en revues. Aan ieder detail in het gebouw was veel aandacht besteed, van de verlichting in de toiletten tot het hoogpolige tapijt in de hal. Het onberispelijk geklede personeel stond ten aller tijde voor de bezoekers klaar. Er was zelfs een crèche in de buurt van de damestoiletten zodat ook jonge moeders zich geen bezoek aan het theater hoefden te ontzeggen. In theater Tuschinski stonden belevenis en comfort van de bezoeker hoog in het vaandel.
Panorama van de grote zaal in bioscoop Tuschinski
Bron: Ronald Yudo Adityo via Flickr
Moeilijke tijden
Vanaf 1929 volgden er echter moeilijke tijden voor Abraham Tuschinski op persoonlijk en financieel gebied. Zo stond het huwelijk met zijn vrouw Mariem Ehrlich onder druk door zijn affaire met de vrouw van Hermann Ehrlich. Ook overleed zijn zoon Wil op 33-jarige leeftijd aan keelkanker. Financieel gezien waren er eveneens moeilijkheden. Met zijn vindingrijkheid wist Tuschinski ervoor te zorgen dat zijn bioscopen de crisisjaren wisten te doorstaan. Hij organiseerde nachtelijke premières van films waarbij hij bekende Nederlanders uitnodigde en ’s zomers waren er voorstellingen te bezoeken tegen een gereduceerd tarief. Het zorgde er zelfs voor dat ook in Den Haag een bioscoop geopend kon worden.
Gedenkplaat ter herinnering aan de joodse oprichters van bioscoop Tuschinski
Bron: ANP Archief
De Tweede Wereldoorlog
De grootste tegenslag voor Tuschinski was zonder twijfel de Tweede Wereldoorlog. In mei 1940 werd bioscoop Tuschinski gesloten en overgenomen door een niet-joodse maatschappij. De naam Tuschinski verdween van de gevel en werd vervangen door ‘Tivoli’. Abraham Tuschinski en zijn mededirecteuren Ehrlich en Gerschtanowitz werden, samen met vele andere joden, opgepakt in 1942 en via kamp Westerbork gedeporteerd. Abraham Tuschinski werd op 17 september 1942 vermoord in Auschwitz. Ook Ehrlich en Gerschtanowitz overleefden de oorlog niet. Een plaquette in de hal van de bioscoop, die vandaag de naam van de vroegere joodse eigenaar weer in volle glorie draagt, herinnert aan hun lot.
Auteur: Eva Bleeker
Bronnen
– Gemeente Amsterdam – Tuschinski
– EYE Film – Theater Tuschinski
– Joods Historisch Museum – Abraham Tuschinski
Publicatiedatum: 27/05/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieUitermate bijzondere waanzinnige ervaring
Het Tuschinski Theater te hebben mogen & kunnen bezoeken….
Grandioze stylen
Jugendstil & Art Deco & Amsterdamseschool weten zich naadloos inelkaar te laten overvloeien….
Tot een harmonieus geheel….
Genietend Genoten