Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Bastions aan het Utrechts front van Weesp

Van bastion De Rooseboom heb je zicht op enkele molens die Weesp nog heeft. In de gloriejaren van de stad maalden tientallen wieken door de lucht. Hoog op de schans stond zelfs een molen. Of de molen naar het bastion is genoemd of omgekeerd, is niet duidelijk. Vast staat wel dat molen De Rooseboom in 1783 door brand is verwoest.

Het bastion De Rooseboom maakt deel uit van het Utrechtse front van Weesp. Daar hoorde ook het ernaast gelegen bastion Draaiersschans bij. Op die schans stond molen De Valck graan te malen voor de jeneverstokers in de stad.

Ommuring

Weesp had zich in de 14e eeuw versterkt met vestingwallen. Die eenvoudige bescherming van aarde en hout kon niet voorkomen dat begin 16e eeuw Gelderse troepen de stad bezetten en plunderden. Het besluit viel daarom de bescherming te verbeteren: er kwamen nu stenen muren rond de stad.

Vrij schootsveld. Om vanaf de bastions een vrij schootsveld te hebben, moest de bebouwing aan de buitenzijde van de vesting van hout zijn. Bij dreigend gevaar kon die zo in brand worden gestoken. Vanaf bastion De Rooseboom in Weesp kijk je nog steeds uit op houten huizen. Beeld: Jan Maarten Pekelharing.

Johan Maurits van Nassau

Tijdens gevechten in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was gebleken hoe doeltreffend het gebruik van water kon zijn. Het onder water zetten van polders wist de opmars van de Spaanse troepen te stuiten. Die aanpak werd later wegens succes geprolongeerd: de Waterlinie.

De inval van de Fransen in het rampjaar 1672 gaf de aanzet tot een ingrijpende versterking van de stad. Twee bastions verrezen op een eiland dat bij Weesp in de Vecht was ontstaan door het graven in 1674 van een buitengracht.

Op dat eiland werden onder leiding van Johan Maurits van Nassau de Bakkersschans en de Nieuwe Agtkant gebouwd. Van deze vooruitgeschoven bastions konden verdedigers ook flankerend vuur geven, zoals dat in de krijgstaal heet. Je kon behalve vooruit ter bescherming van de stadswallen ook opzij vuren.

Waterlinie

Het water van de Zuiderzee stroomde na het openzetten van de sluis bij Hinderdam (ten zuiden van Weesp) de polders ten oosten van de Vecht in. Van Weesp tot Naarden klotste het water. Op kwetsbare doorgangen van de linie, zoals bij Weesp, kwamen versterkingen.

Weesp kreeg behalve de beide bastions aan de Vecht nog twee bastions, bij de Utrechtse Poort aan de zuidoostzijde van de vesting. De vijand kwam naar alle waarschijnlijkheid, zo had de ervaring geleerd, aanrukken uit het oosten of het zuiden. Vandaar de versterkingen op deze fronten.

Met oog op een vrij schootsveld mochten buiten de bastions De Rooseboom en Draaiersschans alleen gebouwen van hout verrijzen. Ze konden zodoende bij dreigend gevaar snel worden afgebroken of desnoods in brand gestoken. De woningen die nu aan de overzijde van het water staan, zijn nog steeds van hout.

Singels

Het was eigenlijk de bedoeling geweest Weesp verder te versterken met bastions aan de noord- en de westkant van de stad. Daar is het nooit van gekomen. Op de stadsplattegrond geven singels nog aan waar Weesp versterkt had zullen worden als het aan Johan Maurits van Nassau had gelegen.

Later (rond 1860) werd op het eiland in de Vecht het stoere Fort aan de Ossenmarkt opgetrokken. De stad Weesp maakte daarmee deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Bronnen

  • A.J. Zondergeld-Hamer, ‘De Geschiedenis van Weesp – Van prehistorie tot de moderne tijd’.
  • ‘Weesp Monumentenstad’, monumentenspecial van Historisch Weesp (ledenblad Historische Kring Weesp).

Publicatiedatum: 09/04/2015

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.