Voedsel voor de dieren
De directeur van Artis was al in 1939 begonnen met het aanleggen van voorraden. Toen in de meidagen van 1940 grote landbouwgebieden onder water werden gezet, kon hij 30.000 kilo vlees kopen van vee dat overhaast moest worden geslacht. Hij huurde daarvoor een koelcel. Later kocht hij partijen afgekeurd vlees van abattoirs in de wijde omgeving van Amsterdam. De Duitse en Nederlandse autoriteiten waren zeer coöperatief. Artis kreeg voedsel via de Sectie bijzondere diergroepen van het Rijksbureau Voedselvoorziening in Oorlogstijd. Ook kreeg Artis grote hoeveelheden oud brood en andere voedselresten uit de keukens van de Duitse Kriegsmarine.
Brood jatten bij de beren
Al in juni 1940 maant de Artisdirecteur zijn personeel dat het geen voedsel van de dieren mag eten of meenemen. Later in de oorlog klinken zijn woorden dreigender. Voor de hongerige Amsterdamse bevolking is het voedsel in Artis zeer verleidelijk. Co Eijgenhuizen, al vele jaren de schoonmaker van het Verzetsmuseum, ging als jongetje brood jatten bij de beren. “We waren broodmager en glipten door de spijlen van het hek naar binnen. Dan verstopten we ons in de bosjes, en als de voedselkar langs was geweest probeerden we met kromme breinaalden en stokken met een spijker de boterhammen uit het berenhok te pakken. We moesten oppassen, want die beren konden flink uithalen. En we moesten ook oppassen voor de bewakers, want als die ons snapten, kregen we een flinke draai om onze oren.”
Varken uit de kinderboerderij
Oppasser Cor Wiers herinnert zich ook bezoekers die met takjes het eten uit de apenhokken naar zich toe haalden. “Het voeren van de apen gebeurde daarom zo vroeg mogelijk als er nog geen publiek was. (…) ’s Nachts moest er op verschillende plaatsen in de tuin gewaakt worden om te voorkomen dat mensen van buitenaf dieren zouden stelen, wat wel eens gebeurde. Ik kreeg toen – het was tegen het eind van de oorlog – de wacht in een hokje bij de kinderboerderij. Tegen twaalf uur geloofde ik het wel en ben gaan slapen. Maar de volgende morgen! Tot mijn grote schrik zag ik allemaal bloed…ze hadden een varken geslacht. Gelukkig was de directeur niet kwaad op me en besloot dat we het andere varken zelf maar moesten slachten, voordat het ook gegapt zou worden. We kregen er allemaal een stuk van.”
Publicatiedatum: 29/01/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.