Raamsteeg 6 Amsterdam, voor en na restauratie
Beeld: Thomas Schlijper en Stadsherstel Amsterdam
Stadsherstel Amsterdam is opgericht in een tijd – jaren vijftig – dat veel mensen de stad uittrokken. Daar kwamen – we hebben het nu vooral over monumentale grachtenpanden – vaak bedrijven voor in de plaats. Toen die bedrijven in de historische binnenstad wilden uitbreiden, dreigden naburige panden gesloopt en door nieuwbouw vervangen te worden. Maar ook moest er gesloopt worden om wegen aan te leggen en de bedrijven beter bereikbaar te maken.Het is met name aan iemand als Geurt Brinkgreve, die mede Stadsherstel heeft opgericht, te danken dat er een beweging op gang kwam om krotten met een rijke historie op te knappen en zo de woonfunctie van de stad weer in ere te herstellen. “In de jaren vijftig was het toch het idee dat al die krotten niet meer te redden zijn,” vertelt ing. Stella van Heezik, hoofd Communicatie en Fondsenwerking bij Stadsherstel. “En daar zijn wíj juist goed in.”
Reestraat 15-17 Amsterdam, voor en na restauratie
Beeld: Stadsherstel Amsterdam
Monumentenredders
Stadsherstel heeft weliswaar veel monumentale grachtenpanden opgeknapt, maar Stella benadrukt dat het niet alleen de beeldbepalende panden of blikvangers zijn die de monumentenredders voor verval hebben kunnen behoeden. “We hebben ook veel panden in steegjes en straatjes opgeknapt, want die zijn óók bepalend voor de historische binnenstad.” Dat Stadsherstel in de historische binnenstad is begonnen komt omdat daar veel monumentale krotten stonden die met sloop werden bedreigd. “Niet iedereen zag in dat je een krot ook kunt opknappen in plaats van te slopen en door nieuwbouw te vervangen.”Op de tentoonstelling, waarmee 60 jaar Stadsherstel wordt gevierd, zijn veel hoekhuizen te zien en dat heeft een reden. “Als je één krottig hoekpand opknapt, heeft dat een uitstraling naar twee kanten. Zo inspireer je méér eigenaren om hun pand óók op te knappen, zo dachten de Stadsherstellers van het eerste uur . Daarnaast functioneert zo’n hoekpand ook als boekensteun voor de naastgelegen panden. Als wij de constructie van ons hoekpand opknapten hielpen we vaak de buurpanden ook om overeind te blijven staan.”
Keizersgracht 95b, voor en na de restauratie
Beeld: Stadsherstel Amsterdam
Krotten trekken vuil aan
Als illustratie van hoe de buurt opfleurt als je een krot opknapt, laat ze wat foto’s zien van er vóór en er ná. “Een krot dat gestut wordt, trekt vuil aan. Het is vaak rommelig en vies; mensen zijn gauw geneigd er rotzooi bij te zetten. En als je zo’n pand laat verkrotten zodat het uiteindelijk instort, verdwijnt er ook een stukje historie. Hoe langer je de boel laat verkrotten, hoe meer authentieke materialen, zoals balken, deuren, ramen en kozijnen, je kwijtraakt. Er zijn gelukkig allerlei technieken om de rotte delen er uit halen en door nieuw hout te vervangen, zodat je authentieke balken van pakweg 400 jaar oud, wat vaak prachtig vettig hout is, voor een groot deel kunt behouden.”Stadsherstel werkte aanvankelijk binnen de Singelgracht, breidde haar werkterrein vervolgens tot de hele stad uit en inmiddels doet ze projecten in het gebied van de Stelling van Amsterdam, dus in een straal van twintig kilometer rond de hoofdstad. Zelfs in Haarlem en Zaanstad is Stadsherstel actief. Kerken, pakhuizen, scholen, molens, het kan niet op.
Krommeniedijk
Twee recente voorbeelden daarvan zijn Fort bij Krommeniedijk (Uitgeest) en Hal 17 van de Hallen in Oud-West. Fort bij Krommeniedijk wordt verbouwd tot een woon- en trainingscentrum voor 26 autistische jongeren. Er komt ook een bezoekerscentrum waar je straks terecht kunt als je iets meer wilt weten over de bijzondere natuur in de Stelling van Amsterdam. Het bezoekerscentrum, dat volgende zomer wordt geopend, zal worden gerund door de bewoners én door de vrijwilligers van Landschap Noord-Holland. De jongeren doen zo sociale vaardigheden op om zelfstandiger te worden en kunnen er maximaal drie jaar wonen.Stella: “We knappen dus niet alleen het fort op, maar het krijgt ook een mooie sociale functie. Zo blijft het voor iedereen toegankelijk.” En oh ja, ook niet onbelangrijk: het wordt ook weer een leerling-bouwplaats. “Dat doen we nu al meer dan tien jaar, want we vinden het héél belangrijk dat het ambacht van restaureren wordt doorgegeven. Dat je dus kunt leren hoe je een 400 jaar oude balk kunt restaureren, zodat hij weer een tijd mee kan. En dat doe je dan weer met een liplasverbinding, die er voor zorgt dat de verbinding tussen het oude en het nieuwe hout stevig is.”
Fort bij Krommeniedijk vanuit de lucht gezien
Beeld: Dutchphoto/Hans van Weel
Hallencomplex
Als voorbeeld van een industrieel pand dat Stadsherstel heeft opgeknapt noemt ze Hal 17 van het Hallencomplex in Oud-West. “Dat is een deel van de voormalige tramremise aan de Bilderdijkkade, dat eerst niet in de oorspronkelijk verbouwplannen van het Hallencomplex was opgenomen. Het heeft eerst als bouwkeet gefungeerd , zodat de grote Hallen gerestaureerd konden worden. En daarna is ons deel, de kleine hal met passage en kleinschalige winkels, gereed gekomen.Ze noemt het goede voorbeelden van wat Stadsherstel als haar taak ziet: panden opknappen die anderen vaak laten liggen. “Aanvankelijk deden we dat in de binnenstad van Amsterdam. Later zijn daar kerken en industriële monumenten bijgekomen. In de ‘bijzondere gebouwen’ van ons, zoals kerken, organiseren we verschillende (culturele) activiteiten, zodat zoveel mogelijk mensen van die monumenten kunnen genieten.”
‘Amsterdamse krotten’ is tot en met 30 oktober te zien in de Amsterdamse Amstelkerk, Amstelveld 10 (nabij de Utrechtse Straat). De tentoonstelling is gratis toegankelijk en geopend op werkdagen van 9:00 tot 17:00.
Auteur: Arnoud van Soest
Publicatiedatum: 01/09/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.