Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De geschiedenis van de wandelstok

Er is een tijd geweest dat een heer niet zonder hoed en wandelstok de deur uitging. Nu is er nauwelijks nog een man die zich met een wandelstok op straat waagt. We hebben het hier over een wandelstok en niet over een stok met een kruk. Een wandelstok met kruk is bedoeld voor iemand die steun nodig heeft. De greep is zo gevormd dat hij de hand voldoende houvast en grip biedt.

Het elegante mannentoilet

Vanaf de zeventiende eeuw werd de wandelstok een vast onderdeel van het elegante mannentoilet. Ze werden gemaakt van hout, bamboe of rotan en hadden een metalen, benen, ivoren of gouden knop of handgreep. Naast het degen en zwaard als militaire accessoires werd de wandelstok als luxe accessoire gedragen. Aan het eind van de zeventiende eeuw werd de wandelstok modieus versierd met een strik.

Les Perruques à faces (titel op object), Recueil des différentes modes du temps (serietitel), prentmaker: Antoine Hérisset, 1729. Collectie Rijksmuseum, objectnummer: RP-P-2009-2075

Accessoire tot zelfverdediging

Op het platteland waren rustieke wandelstokken gebruikelijk. Ze dienden niet alleen ter ondersteuning, maar ook om zich een weg door het struikgewas te banen en om agressieve honden of ongewenste individuen af te weren.

Er bestaan ook wandelstokken in twee delen, waarbij een steekwapen bevestigd is aan het handvat. Door het handvat uit de stok te trekken, ontbloot zich een soort degen als steekwapen, dat zeer geschikt is voor zelfverdediging. In een boek uit 1870 over zelfverdediging voor mannen (en vrouwen!) wordt het gebruik van een wandelstok besproken. Hierin wordt de accessoire beschreven als beste metgezel voor een heer en zeer geschikt geacht om zich mee te verweren tegen messen, zwaard-wandelstokken en zelfs pistolen.

Type wandelstokken

In het Vlaams (–België) wordt een wandelstok ook wel ‘gaanstok’ genoemd. Het Engelse woord voor een lange dunne stok, zoals een wandelstok, is cane. Als een wandelstok gemaakt is van rotan wordt hij rotting genoemd. In de tweede helft van de achttiende eeuw werd de ‘badine’ populair: een dun en buigzaam wandelstokje of rijzweepje. Hij was gemaakt van riet, rotan of bamboe. De badine werd ook wel badientje genoemd.

Les Incroyables, prentmaker: Jean Louis Darcis, naar schilderij van: Carle Vernet, ca. 1796. Collectie Rijksmuseum, objectnummer: RP-P-2009-2825.

Gedraaide houten wandelstokken werden tijdens het Directoire (1795-1799) geïntroduceerd door rijke en modieuze Franse jongemannen die Incroyables (ongelooflijken) werden genoemd. Ze wilden los komen van de politiek geladen uniformiteit die de eerdere aristocratische mode van het Ancien Régime en de slodderige eenvoud van de sans-culottes voorschreef. De jongemannen besteden veel tijd aan elegante kleding en een net geschoren voorkomen. Zij werden, na de lente van 1793, ook wel muscadins genoemd, een naam die zij hebben overgehouden aan de grote hoeveelheden musk parfum dat ze opdeden.

Wandelstok, anoniem, ca. 1795 – ca. 1805. Collectie Rijksmuseum, Objectnummer BK-1973-34.

Dankzij het werk van karikaturisten is in 1796 de term Incroyables in zwang gekomen. De Incroyables veroorzaakten, samen met hun vrouwelijke tegenhangers de Merveilleuses, een heus schandaal in Parijs. Om aan te geven dat ze zich niet wilden onderwerpen, gaven ze hun wandelstokken de bijnaam pouvoir exécutif (uitvoerende macht). De gedraaide wandelstokken werden onder andere gemaakt van wijnstokken, die van nature een grillige vorm hebben. Voor de haak of knop werd ivoor of buffelhoorn gebruikt, dit maakte zo’n stok tot een kostbare aanschaf.

Een jongeman in een park, met hoed, handschoen(en) en stok in de hand / collectie Regionaal Archief Alkmaar / NL-AmrRAA_1515_0018_0021.

Status in de negentiende en twintigste eeuw

In de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw was de wandelstok een statussymbool voor heren uit de betere stand. Zowel oudere als jongere heren liepen daarmee op straat, niet omdat ze de stok nodig hadden maar diende puur als versiering. Veelal hadden dure exemplaren met een zilveren of ivoren knop. Zo’n luxe wandelstok was een teken van voornaamheid en autoriteit. Er zijn talloze bijzondere exemplaren bewaard gebleven. Ze werden gemaakt van kostbare materialen, zoals hoorn, schildpad, ivoor en zilver, en versierd met motieven ontleend aan de jacht.

La Mode, 31 mai 1834, Pl. 376: Rédingote de drap (…). Collectie Rijksmuseum, objectnummer: RP-P-2009-3060.

Bijzonder geliefd waren handvatten in de vorm van dierenkoppen. Ook waren er wandelstokken met afdraaibare knoppen, waarin lucifers of snuif kon worden bewaard. Sommige wandelstokken hadden onder het handvat een geheim flesje met (alcoholische) drank in het geval dat men dorst kreeg tijdens de wandeling. Dergelijke bijzondere en functionele wandelstokken zijn inmiddels gewilde en kostbare verzamelobjecten geworden.

In 1939 werd er anders gedacht over de rijkelijk versierde wandelstokken. Volgens Amy Groskamp-Ten Have, auteur van het etiquetteboek ‘Hoe hoort het eigenlijk?’:

De wandelstok van den goed gekleeden man dient sober te zijn en van goede kwaliteit, liefst van edelhout. Géén geverfde stok, geen stok met gladde of bewerkte zilveren haak, géén stok van namaak bamboe, geen stok met beenen knop of haak. De eenige toelaatbare versiering is een smal bandje van zilver, koper of goud. Het wijzen met een wandelstok behoort niet tot de goede vormen.(…)Bij het afleggen van bezoeken wordt de wandelstok onder géén voorwaarde mee naar binnen genomen, noch in salon, noch in kantoor of werkkamer.

Tekst: Judith van Amelsvoort

Bronnen:

  • Bernard Roetzel , De gentleman, Handboek van de klassieke herenmode , 2014, p. 260.
  • Madelief Hohé, De ideale Man, Gemeentemuseum Den Haag,  2008, p. 147.
  • J.H. der Kinderen-Besier, Spelevaart der mode, 1950, p. 183 en p. 224.
  • Marian Conrads, Handboek Kostuumaccessoires, 1990,  p. 79,  p. 111 en p. 168.
  • De Geïntegreerde Taalbank, zoekwoord “badine”.
  • ‘The Victorian Gentleman’s Self-Defense Toolkit’, Out of This Century (WordPress).
  • Amy Groskamp-Ten Have, Hoe hoort het eigenlijk?, 1939, p. 308.

Dit verhaal is eerder verschenen op Modemuze.

Publicatiedatum: 22/08/2020

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.