Allard Pierson gevel
Beeld: Monique Kooijmans
Het Allard Pierson Museum is vernoemd naar de eerste hoogleraar archeologie van de Universiteit van Amsterdam, waar het nog steeds een onderdeel van is. Het museum ging op 12 november 1934 van start in een oud schoolgebouw aan de Sarphatistraat. Het begon allemaal met de antieke voorwerpen van de Haagse bankier Lunsing Scheurleer, die in 1929 door de economische crisis was genoodzaakt zijn collectie te verkopen. Sindsdien zijn daar een hoop schenkingen en bruiklenen bij gekomen. In 1976 verhuisde het museum naar zijn huidige plek: het oude gebouw van de Nederlandsche Bank aan de Oude Turfmarkt, tegenover het Rokin.
Beelden hoofdingang
Beeld: Monique Kooijmans
Het Oude Egypte
Het museum begon als studiecollectie voor iedereen met wetenschappelijke belangstelling voor mediterrane archeologie, zoals studenten archeologie, vertelt communicatiemedewerker Amber van Schagen-Fayein, die zelf bij de UvA archeologie heeft gestudeerd. “Maar uiteindelijk heeft het museum zich ontwikkeld tot een plek waar iedereen terecht kan die meer wil weten over het oude Egypte, het oude Rome en het oude Griekenland.”
Het museum bestrijkt de periode van ongeveer 10.000 v.Chr. tot 500 n.Chr. Er worden regelmatig rondleidingen gegeven, waarbij de ene keer de Egyptenaren en de andere keer de Romeinen en de Grieken worden behandeld.
Je kunt zelfs een kijkje nemen op de zolder, waar gipsen van antieke marmeren beelden worden bewaard. Gipsen, van Romeinse keizers en Griekse goden, die min of meer van de vuilnisbelt zijn gered. Amber: “De Rijksacademie in Den Haag had heel veel gipsen beelden, die ze gebruikten om na te tekenen. Dat scheelde weer een model. Maar toen de Rijksacademie de gipsen niet meer nodig had, mocht de toenmalige directeur van het Allard Pierson ze met een vrachtwagentje ophalen.” We schrijven 1976. “Hij moest er een paar keer voor op en neer rijden, want de collectie omvat meer dan 300 beelden, van klein tot groot. Samen beslaan ze de hele oudheid, van 800 v.Chr. tot 500 n.Chr. Het zijn kopieën van marmeren beelden die bijvoorbeeld in Parijs of Rome staan.”
Allard Pierson
Beeld: Monique Kooijmans
Herinrichting
Nu kun je de gipsafgietsels, die op zolder staan, alleen met een rondleiding bekijken, maar het is de bedoeling dat een selectie van de gipsen beelden permanent tentoongesteld gaat worden. Dat hoort bij het plan om het museum opnieuw in te richten, wat in 2017 zijn beslag moet krijgen. De herinrichting vindt in fasen plaats, om te voorkomen dat het museum dicht moet. Zo is de Romeinse afdeling alvast opgefrist. “De inrichting stamde nog uit 1974. Niet alleen is de boel goed schoongemaakt en gebruiken we nu hippere kleuren, maar in tegenstelling tot vroeger, toen we de voorwerpen op chronologische volgorde zetten, werken we nu in thema’s, zoals bijvoorbeeld ‘leven en dood.’ We vertellen er een verhaal bij.”
Daarnaast zijn er tijdelijke tentoonstellingen, zoals over Sicilië en de zee, die laat zien dat Sicilië 2500 jaar een knooppunt van handel en cultuur in de Middellandse Zee is geweest. Zo worden er ‘spectaculaire’ vondsten uit een zestal scheepswrakken getoond, waaronder ook dat van admiraal Michiel de Ruyter, die zwaargewond raakte bij de Slag of Agosta (Sicilië, 22 april 1676) en een week later aan zijn verwondingen overleed. Er zijn ook bronzen voorwerpen te zien uit de scheepswrakken die nu op de zeebodem liggen, en dat is best wel bijzonder. “Er is heel weinig brons uit de oudheid bewaard gebleven, omdat onder andere de Romeinen bijna alle bronzen voorwerpen tot kanonskogels hebben omgesmolten.”
Allard Pierson
Beeld: Monique Kooijmans
DWDD Pop-Up
Maar de meest in het oog springende tentoonstelling is toch wel de tijdelijke tentoonstelling die het Allard Pierson al voor de tweede keer organiseert in samenwerking met het populaire tv-programma De Wereld Draait Door: het DWDD Pop-Up Museum. Het idee hiervoor – tafelgasten van het programma zoeken in het depot van een museum interessante objecten uit en richten daarmee een zaal in – ontstond nadat presentator Matthijs van Nieuwkerk met zijn medewerkers napraatte over een uitzending waarin Jasper Krabbé zijn tafelgast was. Krabbé was het depot van het Tropenmuseum ingedoken en mocht met de voorwerpen die hij had uitgekozen een tentoonstelling maken. Zo ontstond het idee voor de pop-up tentoonstelling. Het programma kwam bij het museum aan de Oude Turfmarkt terecht via Pieter Eckhardt, kunstredacteur van het programma. Hij kwam als kind al graag in het Allard Pierson omdat hij gefascineerd was door het oude Egypte.
Allard Pierson
Beeld: Monique Kooijmans
Elf musea in één
Vorig jaar vond de eerste expositie plaats, dit jaar de tweede, waar negen tafelgasten van DWDD aan meewerkten. Paulien Cornelisse, die door Japan is gefascineerd, dook in de depots van het Museum voor Volkenkunde in Leiden en het Tropenmuseum in Amsterdam. Terrorisme-expert Beatrice de Graaf bezocht de depots van het Nationaal Militair Museum en het Nationaal Archief. En Paul de Leeuw ging naar het Rotterdamse Boijmans Van Beuningen.
De samenwerking pakte voor beide partijen gunstig uit: DWDD had zijn eigen museum en het Allard Pierson zag, mede dankzij deze tentoonstelling, het bezoek vorig jaar met 40% stijgen. Amber: “Het aardige van deze tentoonstelling is dat je in een uurtje een overzicht krijgt van elf verschillende musea. En dat kan je op het idee brengen om in een van die musea een kijkje te nemen.” En als mensen door de Pop-Up tentoonstelling van DWDD het Allard Pierson ontdekken is dat mooi meegenomen. Amber: “Het is een samenwerking waar we allebei van profiteren: DWDD schenkt regelmatig aandacht aan de tentoonstelling en wij stellen het gebouw en de kennis beschikbaar.”
Sicilië en de zee is tot en met 17 april te zien, DWDD Pop-Up Museum 2 loopt tot en met 22 mei. Zie ook www.allardpiersonmuseum.nl.Auteur: Arnoud van Soest
Publicatiedatum: 02/03/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.