Een wandelpaadje voert langs dit schrale grasland, waar inderdaad weer orchideeën groeien. Hier treffen kenners unieke soorten zegge aan. Een beetje bijzonder oeverland dus bij het Zijdelmeer? ‘Nee,’ corrigeert natuurkenner Tom Pick: ‘Het is niet een beetje, maar héél bijzonder. Er was een tijd dat hier zoveel nachtorchis groeide, dat je ze als snijbloemen kon oogsten’. Of die oogsttijd terug valt te halen, valt te betwijfelen.
Bootje met augurken
Wie je ook niet meer ziet is de schipper met zijn augurkenbootje. Rond het Zijdelmeer had je vroeger tuinders. En regelmatig kwam een schipper met zijn bootje langs om bij hen augurken op te halen voor de fabriek. Via een sluisje voer hij van het Zijdelmeer naar de Amstel.Van dat sluisje, vlakbij het Rechthuis, is niets meer terug te vinden. Deze hoek van het meer is gedempt. Hier staat nu het gemeentehuis. Ook de open verbinding die het Zijdelmeer kende met het Legmeer is weg geschoffeld voor wegen. Het Legmeer, dat vroeger klotste tot helemaal bij Bovenkerk, is nu versteend tot een woonwijk.
Te midden van alle veranderingen knabbelt het Zijdelmeer net als eeuwen geleden aan de oevers. Vrijwilligers zijn regelmatig doende de beschoeiing bij de Zijdelse Zomp te vernieuwen. Hierbij komen de takken van pas die de Knotgroep Uithoorn heeft gezaagd. Aan de ene kant houden de vrijwilligers het oeverland zo schraal mogelijk; de ooievaars hebben daar vanaf hun hoge zit goed zicht op. Maar de overzijde van het meer toont wat er gebeurt als je de natuur de vrije hand laat: dan krijg je de Zijdelse Zomp – met bosjes van hoofdzakelijk els en berk.Wie hier over het kronkelpaadje wandelt, waant zich verre van de razende Randstad. Aalscholvers zitten op palen breeduit hun vleugels te drogen.
Het Zijdelmeergebied omvat zo’n 30 ha en aan de rand ervan ligt de ‘Tuin van Bram de Groote’. Dat is qua natuurbehoud met recht een grensgeval. Bram had bij de Boterdijk een tuin geschapen met behulp van zaden en stekjes die hij uit alle werelddelen kreeg toegespeeld. Sinds de dood van Bram steken vrijwilligers zeker 1500 uren per jaar in het onderhoud van de tuin. Bram had al voorspeld: ‘Ik laat jullie alleen maar werk na.’
Honderden bezoekers bewonderen jaarlijks het resultaat van de noeste arbeid. In de ‘Tuin van Bram’ vind je oude appel-, peren- en pruimenrassen. Bij de poel in de tuin valt tussen de rijke vegetatie een bosje gagel op. In de schapenweide bieden kersen- en walnootbomen schaduw. In de zomer dartelen vlinders en libellen door de florarijke tuin. Een imker zet dan een tiental bijenkasten in de tuin. Iedere eerste zondagmiddag van de maand (maart t/m september) is de tuin vrij toegankelijk.
Publicatiedatum: 05/12/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.