Gevels die naar voren vallen omdat ze schuin zijn gebouwd worden ‘gevels op vlucht’ genoemd. Het is een bouwstijl die lange tijd heel populair was in Amsterdam. Er waren zelfs speciale wetten die bepaalden hoeveel een gevel naar voren mocht leunen. De precieze reden dat gevels op vlucht werden gebouwd is niet helemaal duidelijk, wel bestaan er interessante theorieën.
Op Vlucht
Het bekendste verhaal rondom de hellende huizen is dat ze zo werden gebouwd vanwege het ‘touw en blok’. Via een uitstekend stuk hout (hijsbalk) bovenin de gevel kan met een katrol een lang touw worden bevestigd. Daarmee kun je bijvoorbeeld zwaar meubilair via het raam naar binnen of naar buiten hijsen. Als de gevel iets naar voren helt is de kans minder groot dat er een bank bij de benedenburen naar binnen kiept. Dat is handig, maar het is waarschijnlijk niet de oorspronkelijke reden.
Een ander verhaal is dat de schuine gevel de houten kozijnen beschermt tegen de regen. Of dat scheve huizen imposanter lijken voor voorbijgangers. De versieringen die altijd aan de bovenkant van de gevels werden aangebracht zijn dan beter zichtbaar. En je hoeft niet met kramp in je nek naar boven te kijken. Het zijn allemaal voordelen van scheve gevels, maar voor de oorspronkelijke oorzaak moeten we nog iets verder terug in de tijd.
Van hout naar steen
In de Middeleeuwen werden houten huizen vaak trapsgewijs gebouwd. Elke verdieping stak iets uit boven de verdieping eronder. Het gedeelte dat uitsteekt wordt ‘overstek’ genoemd. Deze bouwstijl kun je overal ter wereld tegenkomen. Waarschijnlijk was het populair omdat het bouwkundig gezien makkelijk was, het maakte de houtverbindingen een stuk simpeler. Verder werd hierdoor het kwetsbare onderste gedeelte van de gevel beschermd tegen de regen en hadden de bovenste verdiepingen meer vloeroppervlak.
Nadat Amsterdam in de vijftiende eeuw meerdere keren werd getroffen door allesverwoestende stadsbranden, moest het stadsbestuur wel iets ondernemen tegen dit grote gevaar. Al die houten huizen met open haardvuren die ook nog eens ingesmeerd waren met pek om ze waterdicht te maken, dat was natuurlijk vragen om problemen. Daarom besloot het stadsbestuur dat alle huizen voortaan alleen nog maar van steen mochten worden gebouwd. Dat maakte de bouw natuurlijk een stuk duurder, en daar maak je Amsterdammers nooit blij mee.
Om kosten te besparen werd tegen de houten huizen gewoon een stenen gevel geplakt. Dat was goedkoop, makkelijk en efficiënt. Maar dan zit je wel met die bovenverdiepingen die uitsteken. Om die gelijk te stellen zou je de hele constructie van het huis moeten aanpassen. Dat deden ze dus maar niet, de gevel werd er gewoon overheen gebouwd, dan maar scheef.
Verdwenen traditie
Sindsdien is het een traditie geworden om de gevels op vlucht te bouwen. De bouwwereld werd beheerst door gildes en die zijn vaak heel traditioneel. Dus toen huizen helemaal van steen werden gebouwd en de voordelen niet meer opwogen tegen de nadelen (de constructie wordt er niet steviger van), werd er toch volgens de traditie scheef gebouwd. Dit gebeurde totdat de gilden in de negentiende eeuw werden afgeschaft, toen ging men gewoon weer recht bouwen. Vanaf halverwege de twintigste eeuw werd het zelfs verboden om op vlucht te bouwen.
En de grachtenpanden die naar achteren hellen? Die staan eigenlijk gewoon kaarsrecht. Dat zijn de huizen die zijn gebouwd nadat de gilden waren afgeschaft. Maar omdat de oudere huizen ernaast nog wel naar voren leunen lijkt het net alsof het grachtenpand naar achteren valt.
Auteur: Machiel Spruijt
Publicatiedatum: 20/04/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
4 reactiesIk ben bijna 70. Geboren en getogen in het Centrum Breestraat. Nooit geweten, wel altijd afgevraagd. Maar, je zag vroeger ook dat er houten stut palen voor stonden.
Ik hoorde ooit van een Amsterdamse gids dat de huizen naar voren stonden vanwege belastingen. De begane grond werd gemeten en belast, niet de tweede en derde verdieping, dus die uitstekingen zouden vierkante meters extra ruimte opleveren.
Waarom alleen voorgevels?
Wanneer een muur voorover helt: het vocht loopt vanzelf naar de voorkant van de dan dus uitwaterende voegen.
De vroegere stenen waren veel losser van structuur en waren sneller verzadigt dan de tegenwoordige stenen, die hebben een waterkerende werking er kan dan haaks gebouwd worden.