Amsterdamse School
Architecten van de Amsterdamse School kregen al vroeg vaste voet in Bergen. Daar ontstond een vruchtbare wisselwerking met andere kunstenaars en schrijvers, waaronder de Bergense kunstenaarskolonie. Tegen die intellectuele achtergrond nodigde Arnold Heijstee architect J.F. Staal uit om een villapark te ontwerpen op een braakliggend stuk bosgrond. Het terrein moest plaats bieden aan 17 te verhuren landhuizen. Staal, die juist het nieuwe kantoor van Heijstee in de Amsterdamse Reguliersbreestraat had gebouwd, nodigde daartoe vier jonge architecten uit, onder wie zijn assistente (en latere echtgenote) Margaret Kropholler. De anderen waren J.F. La Croix, Piet Kramer en C.J. Blaauw. Staal zelf deed ook mee aan de invulling van Plan Meerwijk (zo genoemd naar een eerder drooggelegd meertje in de buurt). Het was de droomopdracht van elke architect. Heijstee stelde als enige voorwaarde dat er ruim gebruik zou worden gemaakt van zijn Amsterdamse tegelvoorraad, wat gezien de decoratieve mogelijkheden die dit materiaal bood voor de betrokken architecten geen beperking zal zijn geweest. Voor het overige kregen zij, binnen zekere budgettaire voorwaarden, volledige vrijheid om hun ideeën in de praktijk om te zetten.
De bouw van Plan Meerwijk liep als een trein. In een recordtijd van acht maanden was het villapark met zijn even fantasievolle als economische kavelplattegrond voltooid. De nieuwe wijk werd direct onderkend als een belangrijk voorbeeld van expressionistische bouwkunst, met veel siermetselwerk, gepotdekselde houten delen en rieten daken. Erg brandveilig was Meerwijk daarmee niet, van de zeventien villa’s zijn er in de loop der tijd vier afgebrand.
Kritiek op Villa Meerwijk
Villa Meerwijk oogstte naast veel lof ook de nodige kritiek. Niet iedereen was te spreken over de nieuwste ruimtelijke ontwikkeling van het dorpje Bergen en al helemaal niet over de huizen die daar verrezen in de stijl van de Amsterdamse School. Deze bouwtrant zou resulteren in onvolwassen architectuur, zo luidde een meermalen gehoorde klacht. Er werd zelfs gerijmeld over de ‘Bergense ziekte’.
‘In het Park Meerwijk, onder Bergen, Is ’t door een nieuwe griep niet pluis, Die onlangs daar werd waargenomen, Aan elk pas opgetrokken huis. Mocht zij zich elders ook vertoonen, Dan is het middel bij de hand, Om haar afdoende te bestrijden: Een weinigje gezond verstand’. Ook Henri Polak vond al die vernieuwingen in Bergen maar niets. ‘Ik ken in ons land geen dorp (behalve dan Rijswijk) dat zóó gehavend is als Bergen’ aldus de sociaal-democratische voorman in 1925.
Tegenwoordig wordt de Amsterdamse School algemeen beschouwd als één van de belangrijkste expressionistische bouwstijlen in het begin van de twintigste eeuw in Europa, Park Meerwijk is nu een beschermd dorpsgezicht, terwijl de afzonderlijke huizen inmiddels de status van rijksmonument bezitten. Het kan verkeren.
Publicatiedatum: 01/06/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.