Traankokerij
Sinds 1649 stond er een traankokerij vlakbij het buurtje Jaap Hannes, achter het huidige Gemeenlandshuis. Hier werd spek van walvissen aangevoerd vanuit Groenland. Het spek werd gekookt, waarbij er olie werd afgescheiden die als lampolie kon dienen. De traan werd gekookt in grote koperen ketels. Dit bracht een ontzettende stankoverlast met zich mee. De fabriek mocht van de vroedschap van Amsterdam niet draaien met oostenwind, omdat de Amsterdammers er dan last van zouden hebben. Dat de Diemenaren dagelijks in de stank zaten was kennelijk geen probleem.
Potvisstranding, 1602
Ploterijen
Ook ploterijen zorgden voor milieuvervuiling in Diemen. In een ploterij werd wol en katoen gewassen. Bij het ‘ploten’ smeerde men de vleeszijde van schapenvellen in met zwavelnatrium, om ze van wol te ontdoen. Het zwavelnatrium werd vervolgens uitgespoeld in de Diem. Een andere watervervuiler was de plaatselijke wasblekerij. Dit bedrijf was sinds 1660 gevestigd in de Diemerpolder en gebruikte het water van de Ringvaart voor het spoelen.
Vergunningen
Tot en met de achttiende eeuw namen burgermeesters en poldermeesters op eigen initiatief stelling tegen vervuiling van lucht en water. Vanaf 1875 kwam er een landelijke wet die dit regelde: de Hinderwet. Bepaalde vervuilende activiteiten werden vanaf dat jaar door middel van een vergunningstelsel geregeld. Rond 1900 begon de industrialisatie in Diemen en stroomden de verzoekschriften binnen. De Hinderwet heeft in Diemen bijvoorbeeld gezorgd voor de verplaatsing van een vuilnisbelt, die naast een basisschool lag.
Door: Aby Grupstra
Publicatiedatum: 28/03/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.