Chaotische taferelen
Na de doorbraak in de nanacht van donderdagavond 14 januari 1960 kolkte het water de polder in. Niemand had erop gerekend dat dit kon gebeuren. De hulpdiensten deden hun best, maar de eerste uren ontbrak een goede coördinatie. Plassend door het stijgende water en in een sneeuwbui maakte iedereen zich met wat tilbare dierbare spulletjes uit de voeten. Brommers en fietsen werden op afdakjes boven de deuren in veiligheid gebracht. De gemeente liet een uitgelezen kans liggen om de bevolking via het radiojournaal van acht uur te waarschuwen. Een journalist van het ANP werd namelijk bot door de politie afgeserveerd en kreeg géén informatie. Voor de opvang werden snel de kantine van de NDSM-scheepswerf, het Marine-etablissement en diverse scholen opengesteld.
Anderhalve meter
Tegen het middaguur stond Tuindorp 1,5 tot 1,8 meter onder water. In Het Vrije Volk, dat met extra edities kwam, werd de toestand als volgt beschreven:
‘De meeuwen krijsen boven het doodse, verdronken Tuindorp Oostzaan, waar geen straten meer liggen, maar kanalen met schuimend water, dat golvend en klotsend tegen de lege huizen spoelt’.
Na de rommelige start kwam de hulpverlening gelukkig snel goed op gang. Het Leger des Heils zorgde voor koffie en soep, het Rode Kruis voor bijna 9.000 dekens en een kleine 3.000 matrassen. Zieken en baby’s werden ondergebracht aan boord van het hospitaalschip Henri Dunant. Gelukkig waren er geen slachtoffers te betreuren. Weliswaar trof de politie op vrijdagochtend 15 januari de 89-jarige Alida Schagen-Geurts dood op haar in de woning drijvende bed aan. Maar onderzoek wees uit dat zij aan hartfalen was overleden en niet door verdrinking. Mevrouw Schagen was doof en had daardoor het alarm waarschijnlijk niet gehoord.
Zwarte Pieten om veel geld
Ondertussen boog het kabinet zich over de kwestie. De hamvraag was wie voor de schade ging opdraaien. Minister-president De Quay en minister van Financiën Zijlstra vonden dat de slachtoffers zich tot de gemeente moesten wenden. Gelukkig kwam er uiteindelijk wel een goede schaderegeling tot stand uit een pot die onder andere was gevuld met een grote nationale collecte voor het Nationaal Rampenfonds.
Terug naar huis
Het gat in de dijk was in de avond van 15 januari weer dicht. Maar van een terugkeer kon geen sprake zijn. Eerst moest het overstromingswater worden weggepompt. Bovendien stond directeur Querido van de gemeentelijke gezondheidsdienst er terecht op dat de riolering perfect in orde werd gemaakt. Anders konden er gemakkelijk besmettelijke ziekten uitbreken en was men nog verder van huis. Zo duurde het tot D-dag 29 januari voordat de Tuindorpers naar hun huis terug konden. Het Rode Kruis deelde schoonmaakmiddelen uit. Dat was hard nodig, want binnen was het een onbeschrijfelijke rommel. De hele inboedel op de benedenverdieping kon direct naar het grof vuil. En het duurde nog maanden voordat het vocht uit de woningen verdreven was.
Schuldvraag
Prof.dr.ir. Jo Thijsse, de oprichter van het Waterloopkundig Laboratorium, werd ingeschakeld voor een onderzoek naar de doorbraak. Hij kwam niet tot een eenduidige conclusie. Er was volgens hem sprake geweest van een samenloop van omstandigheden. In 1959 was er ter plekke een damwand geplaatst waarbij de dijk behoorlijk was mishandeld. Verder was er gebaggerd en ook wees Thijsse op de golfslag van de scheepvaart in het kanaal. En dan was er nog die waterleiding in de dijk. Had die het voor of na de doorbraak begeven? In ieder geval had niemand de ramp kunnen voorzien, laat staan voorkomen. Dat was voor de autoriteiten natuurlijk een zeer welkome mededeling. Thijsse’s rapport verdween overigens snel in een la om er nooit meer uit te komen. Wel werd naar aanleiding van de overstroming in 1965 de Technische Adviescommissie Waterkeringen opgericht om onderzoek te doen naar de waterkeringen in ons land en gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen.
NOS-man Joop van Zijl
De bekende NOS-Journaal presentator en eindredacteur Joop van Zijl coverde in 1960 als jonge verslaggever de ramp in Tuindorp Oostzaan twee weken lang voor het toenmalige NTS acht uur Journaal. ‘Overweldigend’, noemde hij in oktober 2011 terugblikkend de situatie. Hij maakte de tranen en het verdriet van dichtbij mee. Maar tegelijkertijd roemde hij de kalmte van de inwoners:
‘De Tuindorpers zaten in de ellende en hadden grote zorgen, dat zag je wel, maar dat is heel opmerkelijk, de mensen waren bijzonder flegmatiek. Zo van, het zit nu even hartstikke tegen, maar we zetten de schouders er onder, we komen er weer bovenop’.
Eindelijk een boek
De overstroming van Tuindorp Oostzaan in 1960 raakte al snel in het vergeetboek. Dat kwam onder andere omdat er nooit een publicatie over deze ramp verscheen. Daar is nu verandering in gekomen met het boekje De Vergeten Watersnood. Tuindorp Oostzaan overstroomd, januari 1960 door Jan de Roos. Het gaat om de 28e uitgave van de Vrienden van de Hondsbossche, kring voor Noord-Hollandse waterstaatsgeschiedenis. Het boekje kan zolang de voorraad strekt besteld worden bij de Stichting Historisch Archief Tuindorp Oostzaan en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 88 blz., meer dan 75 illustraties, full-colour. Prijs €15,-.www.historischarchief-toz.nl
www.hhnk.nl
www.janderoos.punt.nl
Publicatiedatum: 08/12/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
2 reactiesOp woensdagavond 13 januari verloofde een vriend van mij in tuindorp oostzaan.
We hadden een heel gezellige avond want het was groot feest. De volgende morgen hoorden we op de radio wat er gebeurt was en zijn we met een groep vrienden naar tuindorp gereden, maar konden niet veel meer doen. We wilden namelijk helpen want het verloofde stel had veel cadeau’s gekregen. We wilden die zo veel mogelijk in veiligheid brengen maar we hoorden dat er wel wat was gered maar dat er toch wel veel door waterschade was getroffen.
Ik was een van de mensen die voor de overheid de kosten moest taxeren- ik heb dagenlang met een ambtenaar van de gemeente deur aan deur huisbezoek gedaan en wil graag meer weten van wat daaraan vooraf is gegaan.
Fien van der Bilt