
Zevenduizend archiefdozen
Het archeologisch depot, gevestigd in de voormalige rijstpellerij Mercurius, herbergt ruim 7.000 archiefdozen. Het merendeel is afkomstig van de vroegere Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Universiteit van Amsterdam. Ze zitten tjokvol materiaal van opgravingen uit de jaren vijftig en zestig. Maar er zit ook een enkele collectie van een particuliere verzamelaar tussen, die ooit werd overgedragen aan de Rijksdienst of de Universiteit. “Dan komen we ineens een archiefdoos vol sigarenkistjes met archeologische vondsten tegen”, vertelt depotbeheerder Martin Veen. Er zijn dozen bij die in een halve eeuw niet open zijn geweest en die al drie keer zijn meeverhuisd.
Archeologische vondsten.
Archeologische vondsten.
Materiaal beter toegankelijk
Het depot wil voor de verhuizing zo veel mogelijk materiaal opnieuw verpakken. “Voordat we gaan verhuizen wil ik dat alles verantwoord verpakt is”, zegt Martin Veen. Dat wil ook zeggen dat de inhoud goed is beschreven. “De collecties die we binnenkregen waren meestal maar globaal beschreven en die gegevens zijn destijds gewoon overgenomen. In al die jaren zijn onze voorgangers er amper aan toe gekomen om daar allemaal doorheen te lopen”, aldus Veen. “Nu we het materiaal opnieuw verpakken, zorgen we meteen voor een beschrijving die de inhoud dekt. Het archeologische materiaal wordt zo beter toegankelijk voor onderzoekers.”
Nieuw onderzoek
Overigens kampen vrijwel alle instellingen die in het verleden opgravingen hebben verricht met een achterstand in het uitwerken van dat archeologisch onderzoek. Van de 7.500 à 8.000 opgravingen die in de vorige eeuw in ons land zijn gedaan, is meer dan de helft nooit in detail uitgewerkt. Het merendeel van dat niet-uitgewerkte materiaal werd een paar jaar geleden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan de provinciale depots overgedragen. Met het Programma Odyssee van Erfgoed Nederland en de NWO wordt geprobeerd die achterstand in het archeologisch onderzoek in te lopen. Ook in Noord-Holland wordt nieuw onderzoek uitgevoerd met archeologische vondsten van weleer. Een groot deel van wat in het archeologisch depot wordt bewaard dient als documentatie van zulke opgravingen. “Dat zijn de voor het publiek minder spectaculaire vondsten, zoals aardewerkscherven, aan de hand waarvan een opgraving bijvoorbeeld gedateerd is”, legt Veen uit.
Topstukken
Het openen van de dozen uit het archeologisch depot is een soort schatgraven; soms komen er verrassende vondsten tevoorschijn. “We vinden soms materiaal waarvan we niet wisten dat we het in huis hadden”, vertelt Mark Phlippeau, medewerker van het depot. “Laatst opende ik een doos met vondsten van de opgraving ‘De Duintjes’ in Bloemendaal uit 1959 – 1960. Op die doos stond alleen ‘keramiek en vuursteen’, maar toen ik hem opendeed bleken er naast prehistorisch aardewerk zo’n twintig pijlpunten en allerlei andere vuurstenen werktuigen in te zitten. Dat ligt al zestig jaar in zo’n doos.” De pijlpunten krijgen zeker een plaatsje in de permanente expositie van het nieuwe Archeologisch Informatie Centrum. “Tot nu toe hadden we maar één pijlpunt in onze collectie en dat vonden we wat mager voor de nieuwe expositie. Nu hebben we er ineens een stuk of vijftig uit het neolithicum en de bronstijd. Dat zijn echte topstukken waar we een mooie vitrine mee kunnen vullen.”
Pijlpunten.
Pijlpunten.
Publicatiedatum: 17/07/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.