Langs de handelskade
De Oostelijke Handelskade ìn Amsterdam is tegenwoordig een hippe plek om te flaneren, te winkelen of te logeren. In 1875 werd het als schiereiland aangelegd voor de grote stoomschepen die niet in de oude haven pasten. Treinen transporteerden goederen en mensen verder naar hun bestemming en in de pakhuizen langs de kade werd handelswaar, zoals koffie en cacao, opgeslagen en doorverhandeld. De pakhuizen waren genoemd naar de landen waar de schepen naartoe voeren, zoals Brazilië, Argentinië, Amerika en Panama.
Een van de scheepvaartmaatschappijen die zich langs de handelskade vestigde was de Koninklijke Hollandsche Lloyd (KHL). Deze was in 1908 voortgekomen uit de in 1899 opgerichte Zuid-Amerikalijn, die een belangrijk deel van het vrachtaanbod verloor als gevolg van de mond-en-klauwzeerepidemie in Zuid-Amerika. Het bedrijf ging zich richten op passagiersvervoer. De KHL vervoerde vooral landverhuizers en vee uit Amsterdam van en naar Zuid- en Midden-Amerika.
Landverhuizershotel
Tussen 1918 en 1921 liet de KHL een speciaal ‘landverhuizershotel’ bouwen, naar ontwerp van de architect Evert Breman. Het moest het visitekaartje worden van de scheepvaartmaatschappij en kostte acht keer meer dan was begroot. In het nieuwe ‘Lloyd Hotel’ konden negenhonderd emigranten logeren en wachten op het vertrek van een schip naar Zuid-Amerika, eens in de drie weken. In de ontvangsthal hing een grote landkaart van Zuid-Amerika.
Op de begane grond was verder een hoge eetzaal voor 350 personen en boven waren aparte slaapzalen voor mannen en vrouwen. In de zijvleugel konden gezinnen verblijven in kamertjes. Verder had het Lloyd Hotel een winkel, een ziekenhuisje, een eetzaaltje, een café en een koosjere keuken voor Joodse emigranten. In een gebouw naast het Lloyd Hotel was een ontsmettingsafdeling, waar de emigranten verplicht werden gecontroleerd op luizen en andere ongedierte. Eenmaal ‘schoon verklaard’ mochten ze door een ondergrondse tunnel lopen naar het hotel.
Vreselijke verhoren
Na het faillissement van de KHL, in 1936, kwam het hotel in handen van de gemeente Amsterdam. De Nederlandse staat nam het over, en gebruikte het vanaf 1938 als opvang voor Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitse bezetters het Lloyd Hotel als gevangenis. ‘Huis van Bewaring III’ was nodig omdat de andere gevangenissen overvol waren.
In 1941 sloten ze er 150 deelnemers aan de Februaristaking op. Om de opstandige stakers koest te houden, kozen de Duitse bewakers voor een strategie van afmatten en intimideren. In de kelders vonden gruwelijke verhoren plaats, zoals van de communist Piet Nak. Hij werd met koppelriemen en ploertendoders geslagen tot het bloed ‘overal uit kwam’, zo vertelde hij later. Op 17 maart 1941 werden de meeste stakers wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Tegen vier gevangen was wel bewijs gevonden: zij werden berecht en schuldig bevonden aan hoogverraad waarvoor ze tuchthuisstraffen kregen.
Jeugdinrichting
Na de oorlog werd het Lloyd Hotel een gewone gevangenis. Hoewel er nog altijd geen echte cellen waren, kon je uit het getraliede gebouw moeilijk ontsnappen. Ook was er een streng regime, waardoor de groepen gevangenen op zaal het wel uit hun hoofd lieten om te ontsnappen. De bewakers zaten zelf in een getraliede kooi in het midden van de grote zaal. Vanaf 1965 werd het voormalige Lloyd Hotel een ‘jeugdinrichting’. Daar zaten jonge criminelen.
In 1989 verhuisden de ‘boefjes’ en kwam het Lloyd leeg te staan, totdat begin jaren negentig honderden kunstenaars bezit namen van het gebouw. De schilders, beeldhouwers en fotografen, deels uit voormalig Joegoslavië, maakten ateliers in het voormalige landverhuizershotel. In 1996 schreef de gemeente Amsterdam een prijsvraag uit voor het beste idee over een nieuwe bestemming van het Lloyd. De winnaar kreeg het recht op koop. Ontwerpster Suzanne Oxenaar en historicus Otto Nan presenteerden een ontwerp voor een hotel annex ‘culturele ambassade’ die de cultuur in Amsterdam bij de bezoekers bekend zou moeten maken. Woningbouwstichting De Key wilde hun plan wel financieren en werd eigenaar van het gebouw.
Verschillende kamers
Ontwerpbureau MVRDV kreeg de opdracht mee om bij de renovatie van het hotel te ontsnappen aan de ‘zware’ geschiedenis van het gebouw. Intussen was het gebouw ook nog eens een rijksmonument geworden, in 2001. Na een ingrijpende verbouwing van het interieur ging in 2004 het nieuwe Lloyd Hotel open.
Hierin zitten nu onder meer twee restaurants, een bar, een geluidsdichte muziekkamer, een bibliotheek en een buurtwinkel. Er zijn 117 kamers die in luxe verschillen van één tot vijf sterren. In de kelder zitten de tralies nog voor de ramen: nu niet meer om gedetineerden binnen te houden maar om ongewenste bezoekers te weren.
Publicatiedatum: 22/09/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.