Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Lange Jaap: altijd licht in huis

Zoals Utrecht zijn Domtoren koestert, zo omarmt Huisduinen ‘de Lange Jaap’. Deze vuurtoren is al sinds 1878 een baken voor de scheepvaart én voor alle landrotten tot in de wijde omgeving van Huisduinen. Generaties Heldenaren en toeristen hebben de toren beklommen voor het fantastische uitzicht. Maar liefst 284 traptreden, verdeeld over 19 verdiepingen, leiden naar boven. Tot in 1998 Rijkswaterstaat besloot de toren te sluiten vanwege scheuren in de gietijzeren vloeren.

Stralen in luister

Uit recent technisch onderzoek blijkt dat deze stoere toren mankementen vertoont, die voortkomen uit een combinatie van 19e eeuws bros gietijzer, constructiefouten en lekkages. Met zijn rode kleur en bijna 64 meter lengte is de hoogste vuurtoren van Nederland een markante verschijning. De bijnaam ‘Lange Jaap’ kreeg de toren al gauw na oplevering in 1878 vanwege zijn typische vorm en lengte. Lange Jaap is er altijd, zijn aanwezigheid reikt tot ver op zee en tot in vele slaapkamers: 4 keer een korte lichtslag op de muur, dan twaalf seconden pauze, tot de cyclus van 4 lichtslagen opnieuw begint. In het nachtelijk duister, Straalt Lange Jaap in luister. Als het aan de Heldenaren ligt is dat een afspraak voor de eeuwigheid. En dus werken technici gestaag verder aan het nu al vierentwintig jaar durende herstelplan.

Lange Jaap, de vuurtoren van Huisduinen. Vuurtoren de Lange Jaap te Huisduinen (gemeente Den Helder), in functie sinds 1 april 1878. Ontwerper: Quirinus Harder. IJzergieterij: Penn & Bauduin. Lichthoogte: 57 meter. Lichtkarakter: elke 20 seconden een groep van vier schitteringen. Torenhoogte: 63,5 meter, hoogste vuurtoren van Nederland. Rijksmonument sinds 1988.

Vuurbaken

Voordat Huisduinen haar gietijzeren vuurtoren kreeg kende het zeegat van Texel al een eeuwenlange verlichtingstraditie met vuurbakens en stenen vuurtorens. In 1668 verordonneerden de Staten van Holland en West-Friesland dat te Huisduinen des nachts vuur moest worden ontstoken en onderhouden, van 1 september tot 1 april. Vanaf 1771 moest het ‘vuurbaken’ ook in de zomerperiode branden. Dit baken stond op Kijkduin, evenals zijn opvolger – een ronde bakstenen toren met een hoogte van 22 meter. Het was het eerste in Nederland gemaakte, grote vuurtorenlicht met op eigen bodem geproduceerde olielampen. De 26 lampen brandden op raapolie. Het licht draaide niet zoals tegenwoordig in bundels, maar had een vast brandpunt.

Storm

De scheepvaart ter hoogte van het zeegat van Texel was eind 19e eeuw toe aan een moderne toren. Een eindje ten noorden van fort Kijkduin werd een nieuwe vuurtoren gebouwd, lichthoogte 57 meter. Ontwerper van deze 16-kantige roodbruine gietijzeren vuurtoren was Q. Harder, bouwkundige van de dienst kustverlichting. Op 1 april 1878 brandde voor het eerst het licht in de nieuwe toren. Meer dan 150-duizend kilo gietijzer is gebruikt voor de constructie. Bijzonder is dat de toren bij hevige storm in zijn fundamenten meeveert in de windrichting en ruim een meter uit het lood kan staan. Als de storm voorbij is, compenseert de constructie deze afwijking.

Vuurtoren Lange Jaap te Huisduinen omstreeks 1915.

Oorlogstijd

Tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de vuurtoren gespaard. Het licht wordt door de Duitsers vernield, waarna de vuurtoren vijf jaar buiten gebruik blijft. De buitenkant van de toren wordt in camouflagekleuren geschilderd. Na de oorlog wordt een noodverlichting geplaatst die in 1949 wordt vervangen door een schitterlicht, met vier schitteringen in twintig seconden. Ook krijgt de toren zijn oorspronkelijke rode kleur terug. De onbemande toren is tot op heden in gebruik. Sinds 1988 is de Lange Jaap Rijksmonument.

Veilige ree

Lange Jaap heeft honderd jaar lichttechniek meegemaakt. Eerst was er petroleum als brandstof, later kwam er gasverlichting. In 1903 is het staand licht vervangen door een draaiend licht. In 1924 kwam de elektrische verlichting. Met een lichtsterkte van vijf en een half miljoen kaars is het vuurtorenlicht tot op een afstand van 27 mijl te zien. Behalve de oorlogsjaren, waarin Lange Jaap voorzien was van camouflagefkleuren, is de buitenkant van de toren altijd rood geweest. Rood, de kleur van de liefde, een liefde die de Helderse dichter Van Heusden bezingt in zijn ‘Lied van de vuurtoren’.

Zie hoe helle stralen Langs de sterrenhemel dwalen,
De lichte armen reiken Over stad, land en zee.
In het nachtelijk duister Straalt Lange Jaap in luister
En seint de zeelui buiten Hier is de veilige ree.

uit: Lied van de vuurtoren. Verschenen in G.H. van Heusden, Den Helder, stad van mijn dromen (1960)

Auteur: Anita Blijdorp.

Met dank aan:
Maarten Noot, Helderse Historische Vereniging.
Peter Kouwenhoven, Nederlandse Vuurtoren Vereniging.

Bronnen:

  • Rob Koningstein, Huisduinen: altijd licht in huis. In: Levend Verleden, blad van de Helderse Historische Vereniging, jrg. 14, september 2001.
  • Peter Kouwenhoven, Scheuren in de Lange Jaap. In: de Vuurboet, uitgave van de Nederlandse Vuurtoren Vereniging, 20e jrg., Nr.4, pp.16-18.

Publicatiedatum: 23/01/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.