Geen stadhuis
Voor gemeentelijke aangelegenheden zijn Volendammers al eeuwen lang aangewezen op Edam, al 650 jaar staat daar het stadhuis van de gemeente Edam-Volendam. Om ook een ceremonieel moment in hun eigen dorp te hebben voor in ondertrouw gaande stelletjes, bedachten de Volendammers hun eigen gebruik. Dit werd gevonden in het luiden van de Klokkenpaal, die op De Dijk stond en ook wel de “trouwklok” werd genoemd. Op deze plek meerden de bootjes aan uit Edam met de pas getrouwde stellen uit Volendam. Vanwege de ligging van de Klokkenpaal aan de Dijk leende de paal zich mooi voor dit gebruik. De klok werd dan versierd met attributen die iets vertelden over de a.s. echtelieden. Zo kon hij behangen worden met drankflessen en borrelglaasjes als een van hen daar veel van hield, maar meestal beperkte men zich tot bijvoorbeeld timmermans- of vissers gereedschap.
Visafslag
Van oorsprong had de Klokkenpaal een andere functie. Deze gaat terug naar het vissersverleden van het dorp. In de 17de-eeuwse regelementen van de haven van Volendam was opgenomen dat men alleen vis mocht verkopen als de klok van het afslaghuisje in de haven was geluid. Naast het afslaghuisje stond destijds al een klokkenpaal. Alle vis die in Volendam werd aangevoerd werd zodoende eerst afgeslagen in het eigen dorp. Er diende namelijk ‘botbelasting’ betaald te worden, 5 stuivers per ieder tobbetje gevangen vis. In 1905 kwam een gemeentelijk visafslag met eigen klokkentoren op het dak. De oude Klokkenpaal verloor hiermee zijn functie voor de visafslag, maar het volksgebruik bleef behouden tot diep in de 20ste eeuw.
Veel geschilderd
De vele kunstenaars die het vissersdorp vanaf het eind van de 19de eeuw aandeden, waren onder de indruk van hetgeen zich afspeelde rondom de Klokkenpaal. Het feestelijke onthaal van het bruidspaar in deftig kostuum, het uitdelen van de glaasjes brandewijn bij de paal en de borrel na afloop in het café van Martin Spaander aan de overkant waar de feestgangers bij elkaar kwamen voor de nazit. In de kunstcollectie van Hotel Spaander bevindt zich een kleurrijk schilderij van de kunstenaar Guinier met dit volksgebruik als onderwerp (bovenste afbeelding). Bruid en bruidegom lopen langs de Klokkenpaal die geluid wordt door een visser. In hun kielzog bevindt zich een gezelschap in traditionele klederdracht. Het bruidspaar gaat gekleed in ondertrouw-kostuum. De vrouw draagt een sierlijke hul op het hoofd, een dunne witte doek rondom de hals met daarboven een bloedkoralen slot. Ook het donkerblauwe kletje, en de zwarte rok en muiltjes ontbreken niet. De bruidegom is te herkennen aan zijn hoge ruige muts en de zwart-zijden doek opgerold om de hals. Op zijn lage, zwarte schoenen zit een zilveren gesp bevestigd.
In onbruik geraakt
In de loop van de 19de eeuw werd de Burgerlijke Stand steeds belangrijker voor de administratie van het koninkrijk. Er werden meer en meer zaken gekoppeld aan leeftijd of het al of niet getrouwd zijn. Zoals kiesrecht, het mogen afleggen van rijexamens, inentingen van kinderen of rechten in de sfeer van uitkeringen of belastingen. Ons leven is heden ten dage ondenkbaar zonder Burgerlijke Stand. Aan het Volendammer volksgebruik is echter jaren geleden een einde gekomen, hoewel er pogingen zijn geweest deze traditie in ere te herstellen. Een oud-voorzitter van de VVV ondernam in 1957 een succesvolle poging om het oude volksgebruik weer nieuw leven in te blazen. Het eerste stelletje dat onder luid geklingel bij de Klokkenpaal onthaald werd, waren Thoom en Geertje Veerman. Het heeft niet mogen baten, want uiteindelijk overleefde het luiden van de Klokkenpaal bij ondertrouw niet de tand des tijds. Wat wel blijft voor Volendammer echtparen is een tochtje naar Edam om zich op het stadhuis in te schrijven bij de Burgerlijke Stand.
Publicatiedatum: 27/11/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.