Uit Canajoharie
De indiaan kwam uit Canajoharie. Dit dorpje (niet te verwarren met de huidige plaats van die naam), was samen met Fort Hunter de enige overgebleven woonplaats van de Mohawk-indianen in de Mohawk-Valley. De indiaan was onder valse voorwendsels naar Europa gelokt en verkocht aan de weduwe Anthonie Bergmeyer, eigenaresse van Blaauw Jan.
Blaauw Jan
Aan het eind van de zeventiende eeuw begon Jan Westerhof, bijgenaamd Blaauw Jan, bij zijn herberg aan de Kloveniersburgwal een menagerie in de vorm van een classicistische tuin, met borstbeelden van twaalf Romeinse keizers. Eerst waren daar alleen vogels te zien, maar de menagerie groeide uit tot een echt dierentuintje. Naast papegaaien en andere vreemde vogels, waren er leeuwen, tijgers, panters en bavianen – en bijzondere mensen.
Amsterdammers en Indianen
Vanaf het begin van de zeventiende eeuw hadden Amsterdammers in Amerika contact met Indianen, vooral met de Mohawks, met wie zij handelden in huiden. Er bleef wel veel wantrouwen ten opzichte van de Indianen. De Nederlandse etnografen schilderden hen af als inferieure en onbeschaafde wilden, met een verwerpelijke godsdienst. In de achttiende eeuw waren de Indianen echter ook interessant geworden als exotische rariteit.
Dwerg en reus
Blaauw Jan toonde zijn bezoekers wel meer bijzondere mensen. Rond het midden van de achttiende eeuw waren de dwerg Wybrand Lolkes – “niet hoger dan 29 Duim” – en de 2,25 meter lange reus Cajanus in de herberg te bezichtigen.
Atlas Dreesmann
Bovenstaande prent heeft deel uitgemaakt van de Amsterdam-collectie die W.J.R. Dreesmann (1885-1954) bijeenbracht. Toen de verzameling in 1960 geveild werd kon het Gemeentearchief het grootste deel van de tekeningen en prenten kopen, waaronder een groot aantal portretten van belangrijke Amsterdammers van de late zestiende tot de twintigste eeuw.
Bron: Stadsarchief Amsterdam
Publicatiedatum: 28/07/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.