Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

1928: Opening Nederlands eerste Molenmuseum

Op een voorjaarsdag in 1928 arriveerde prins Hendrik, gemaal van koningin Wilhelmina, in Koog aan de Zaan om persoonlijk het Molenmuseum aan de Museumlaan te openen. Na afloop schoof hij aan tafel bij de familie Duyvis om een vorkje mee te prikken.

Prins Hendrik kwam persoonlijk naar Koog aan de Zaan om museum te openen

Dagblad De Zaanlander wijdde op donderdag 24 mei 1928 een extra editie aan de komst van Zijne Koninklijke Hoogheid prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. ,,Met gulden letters voorzeker zal de dag van 24 mei Anno Domini 1928 worden aangetekend in de geschiedrollen van onze geliefde Zaanstreek’’, schreef de krant destijds met gevoel voor dramatiek.

Bijzonder was wel dat de in 1925 opgerichte Vereniging de Zaansche Molen amper drie jaar later al een eigen museum wist te realiseren. Dat was vooral te danken aan de pioniers Pieter Boorsma en onderwijzer/historicus/schilder Frans Mars. Een tentoonstelling over molens in december 1925 had in sneltreinvaart een uitgelezen collectie modellen, onderdelen, gereedschappen en foto’s opgeleverd. De vraag was waar al dat moois moest worden uitgestald.

Opening van het Molenmuseum in Koog aan de Zaan door Prins Hendrik (midden) op 24 mei 1928. Pand stond eerst aan de Hoogstraat maar is verplaatst vanwege de uitbreidingen in Koog aan de Zaan. Centraal met bolhoed Prins Hendrik. Beeld: Gemeentearchief Zaanstad. Fotonummer 41.00646

Cadeau

Het was mevrouw Honing-Kluyver die indirect voor een oplossing zorgde. Zij schonk in 1925 de gemeente Koog aan de Zaan een stuk weiland om er een wandelpark aan te leggen, het later Koogerpark. Bij het cadeau was ook een oud koopmanshuis uit circa 1760 aan de Hoogstraat 15 inbegrepen, bijgenaamd ‘het huis met de ijzeren brug’. Aanvankelijk had de gemeente plannen het huis in te richten als verpleeghuis, maar dat bleek vanwege de slechte staat van het pand niet haalbaar. Het alternatief was slopen. Uiteindelijk zorgde burgemeester W. Driessen voor een oplossing met zijn voorstel het pand te verplaatsen naar het terrein achter het park, op de plek waar later de Museumlaan zou worden aangelegd.

Het pand zou worden ingericht als museum van de pas opgerichte Vereniging de Zaansche Molen. En zo verhuisde het pand in korte tijd van de Hoogstraat naar de Museumlaan. Op 12 juli 1927 werd de eerste steen gelegd en op 24 januari 1928 vond de oplevering plaats. Vier maanden werd het museum officieel geopend door prins Hendrik. ,,Ik hoop dat dit museum er het zijne toe moge bijdragen, de gedachte aan oude tijden levendig te houden”, sprak de prins terwijl hij de sleutel in het slot stak en het museum voor geopend verklaarde.

Molenmuseum gezien vanuit het Koogerpark, 1930. Op 12 juli 1927 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van het Molenmuseum. Beeld: Gemeentearchief Zaanstad. Fotonummer 21.00199.

Diner ter afsluiting

De gemeente Koog aan de Zaan had het maar druk met de prins. Na een ontvangst op het gemeentehuis met de nodige speeches, volgde een vaartochtje op de Zaan en een bezoek aan oliefabriek T. Duyvis Jz. De dag werd besloten met een diner ten huize van T. Duyvis. Erevoorzitter Job Duyvis van De Zaansche Molen blikte in 2000 terug op dat hoge bezoek dat hij als kind meemaakte.

“Burgemeester Driessen had mijn vader gevraagd of de prins bij ons het avondmaal zou kunnen gebruiken. We woonden toen in het huis waarin nu Jo Louw zit, tegenover de Stationsstraat. Mijn moeder moest voor het bezoek van de prins alles regelen. Zo was er een slaapkamer ingericht waar hij voor het eten even kon rusten. Mijn moeder had als attentie een bakje met bonbons in de slaapkamer gezet. Dat beviel de prins wel, want het bakje was na afloop schoon leeg. Ook het bed was de prins uitstekend bevallen, vertrouwde hij mijn moeder toe. Veel beter dan het bed in het Paleis op de Dam. Wilhelmina wilde niets weten van een nieuw bed. Dat vond ze te duur.’”

Duyvis kon smakelijk vertellen over de commotie rond het etentje van de prins. ,,Er zaten ongeveer twintig mensen aan het diner. Nu had mijn moeder een prachtig Chinees servies dat al tweehonderd jaar in de familie was. In de loop der jaren was er natuurlijk wel eens wat gebroken, zodat het servies niet meer compleet was. Om dat te maskeren stond er na elke gang een ploeg in de keuken om de borden in snel tempo af te wassen en weer gereed te maken voor volgend gebruik.’’

Het Molenmuseum in 1997. Beeld: Gemeentearchief Zaanstad.

Publicatiedatum: 24/08/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.