2 min

De vele gezichten van de klant

“Onder het motto ‘Lachen, Lachen, indien men niet durft z’n voordracht te doen, dan zet men zoo’n kop op en het succes is verzekerd’ werd de wat schuchtere klant verleid om verborgen kanten van zichzelf te ontdekken,” verwijzend naar de opzetkoppen die, tussen de vele andere feestartikelen, in de winkel verkocht werden.

Gevelbord Jan Monnikendam Dit bord siert sinds +/- 1930 de gevel van de winkel. De maskers verwijzen naar de verschillende kanten die de klant van zichzelf kan ontdekken.

Van feestneuzenruzie tot enorm succes

De Tweede Wereldoorlog was geen makkelijke tijd voor het gezin Monnikendam, maar de zaak deed het niet slecht en na de oorlog nam zoon Jan jr. de winkel over. Er moesten nieuwe spullen worden ingekocht en Jan ging naar een beurs in Neurenberg waar hij een partij feestneuzen vond. Na wat biertjes en onderhandelen was er een overeenkomst met de handelaar. Jos Groskamp, de huidige eigenaar, vertelt:

“Mijn oom ging naar huis in afwachting van de levering van de partij. Een maand later, toen hij op het bankje voor zijn winkel zat, manoeuvreerde een grote vrachtauto voor de deur. De wagen was voorzien van een Duitse kentekenplaat. De Duitse chauffeur stapte uit en begroette mijn oom in het Duits en vertelde hem dat hij hem wat ‘Nase’ kwam brengen. De gehele vrachtauto stond vol met tientallen dozen met feestneuzen. Ik geloof dat de winkel met drie dozen al vol stond. De rest werd op de stoep gezet. Uiteindelijk werd voor het restant een pakhuis in de Lange Lakenstraat gehuurd. Mijn tante was zo boos over het gebeurde dat ze, geloof ik, zo’n drie weken niet meer met mijn oom gesproken heeft. Heel feestvierend Nederland heeft er enorm om gelachen. Alles kwam echter goed, toen later in het televisieprogramma ‘De Vuist van Willem O. Duys’ de eerste carnavalskraker werd gelanceerd en Toon Hermans z’n lied ‘Mien, waar is m’n feestneus’ zong. Ofschoon hij in die tijd gemiddeld een 300 feestneuzen per jaar verkocht, werden er toen vele duizenden stuks tegelijk besteld. Ik geloof dat alle neuzen uiteindelijk zijn verkocht.”

Jan en Jo Monnikendam in de winkel met een klant, rond 1958.

Nostalgie in een nieuw jasje

Tegenwoordig wordt de winkel gerund door Jos Groskamp, een zoon van de jongste zus van Jo Hogervorst (de vrouw van Jan Monnikendam jr.). De winkel is inmiddels flink uitgebreid, maar de klant moet nog altijd door de ouderwetse winkeldeur om de fantasiewereld van het Haarlems Feestartikelenmagazijn binnen te gaan.

De feestartikelenwinkel van Jan Monnikendam, 1996. Collectie Fotopersbureau De Boer, Noord-Hollands Archief.

Informatie en citaten uit het boekje ‘De geschiedenis van het feestartikelenmagazijn Jan Monnikendam’, uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan in 2001.

Publicatiedatum: 06/03/2014