Het museumwinkeltje van grootgrutter Albert Heijn

Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, ook Albert Heijn, de grootste kruidenier van Nederland, is ooit heel klein begonnen. In 1887 werd in het dorp Oostzaan, onder de rook van Amsterdam, de basis gelegd voor het latere kruideniersimperium.

1 min

Gort, kandij en zoethout

In 1887 nam de 22-jarige Albert Heijn het kruidenierswinkeltje over van Jan HeijnSimonsz. en begon voor zichzelf. Een winkeltje van net meer dan twaalf vierkante meter vloeroppervlakte. Daar verkocht hij waren als peulvruchten, graan, gort, kandij, zoethout, rookwaren, thee en zelfgebrande koffie en pinda’s. Het in 1967 geopende museumwinkeltje van Albert Heijn geeft een goed beeld hoe het er eind 19e eeuw moet hebben uitgezien met tal van antieke voorwerpen en kruidenierswaren als kaasstremsel, thee, tabak en peulvruchten.

Het museumwinkeltje van Albert Heijn, 2011. Foto Jolanda Hoogendoorn

Reconstructie van twee verschillende pandjes

Voor de goede orde: het winkeltje op de Zaanse Schans is niet het oorspronkelijkepandje uit de Oostzaanse Kerkbuurt waarmee het allemaal begon. Het is een reconstructie, opgebouwd uit twee verschillende houten huisjes: hetwinkelgedeelte stamt uit 1820 en is afkomstig van Oostzijde 97 te Zaandam en was oorspronkelijk een filiaaltje van de Coöperatieve Verbruiksvereniging Zaanstreek. Het woonhuis achter de winkel dateert uit 1750 en stondaanvankelijk in Westzaan, Kerbuurt 61. Het winkeltje wordt gerund door zo’n tien vrijwilligers. Het woonhuis doet sinds 2006 dienst als koffiecorner.

Kalverringdijk 5, Zaandam. Rijksmonument sinds 29 mei 1969.