Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Geesie, een Huizer mutsen-strijkster

Geen enkele zichzelf respecterende Huizer vrouw droeg vroeger een muts die niet helder was. Zo had het Huizer Melkmeisje ook altijd haar mooiste en schoonste muts op als ze met haar melk langs de deuren ging. Een mutsenstrijkster of mutsenwaster, was met het wassen, strijken en plooien van zo'n Huizer muts maar liefst vier uur bezig.

De mutsenstrijkster

Omdat het wassen, strijken en plooien van een Huizer muts een tijdrovend en heel precies werkje was, was het in de negentiende eeuw een ‘vak’ dat door een mutsenstrijkster werd uitgeoefend. Nadat de Huizer vrouwen hun mutsen bij de strijkster hadden ingeleverd, gingen de mutsen eerst in de was. Hierna was het tijd voor het stijven van de rand van de kap. Daarbij was het oppassen geblazen dat er geen vliegen op de kap kwamen die hun sporen konden achterlaten.

Bij het strijken was de temperatuur van het strijkijzer zeer belangrijk. Bij een te koud strijkijzer droogde het stijfsel niet goed op en kwamen er vlekken op de muts. Was het strijkijzer te heet dan verbrandde het stijfsel. Ten slotte moesten de randen geplooid worden. Met een plooimesje maakte de mutsenstrijkster meer dan 100 kleine plooien in de staart van de Huizer muts.

Mutsenstrijkster.

Mutsenstrijkster. Het strijken van mutsen was een moeilijk en precies werkje. Beeld: Huizer Museum.

Bijzondere dagen

Doordeweeks droegen de Huizer vrouwen een isabee, een muts zonder oorijzers of staart. Op zondag droegen ze een zorgvuldig gesteven en gestreken zondagse muts. Bij de belijdenis konden de meisjes kiezen uit twee modellen muts die ze daarna elke zondag in de kerk zouden dragen, een oorijzermuts of een cornetmuts. Beide mutsen hadden een hoge rand maar de cornetmuts had een wat langere staart in de nek.

Met Pasen diende iedereen goed voor de dag te komen: de vuile mutsen moesten schoon gestreken zijn en opgemaakt. Twee dagen voor paaszondag werden de mutsen daarom naar de mutsenstrijkster gebracht. De straten waren dan vol met meisjes en vrouwen die ‘naar de meid gaon’.

De mutsen van achteren gezien.

De mutsen van achteren gezien. Beeld: Huizer Museum.

Geesie

Geesie was zo’n ‘meid’. Ze woonde in de Schipperstraat op nummer 28. Ze had tijdens haar leven goed gespaard. Na haar dood werden briefjes van honderd gulden tussen oude kranten in haar huis gevonden. Ook bezat ze enkele huisjes die ze naliet aan de kerk voor behoeftige mensen.

Auteur: Kirsten Kouwenhoven.

Bronnen

D. van Herwerden-Eendebak, De Huizer klederdracht (Huizen 1985).
http://www.historischekringhuizen.nl/klederdracht.html

In het Huizer Museum is veel te zien van de Huizer klederdracht uit de periode van 1850-1950.

Publicatiedatum: 01/02/2012

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.