Al eeuwen geleden was in de Vecht bij Breukelen een sluis aangelegd, vooral om ervoor te zorgen dat de stad Utrecht zo min mogelijk wateroverlast zou krijgen. Op last van de bisschop van Utrecht kwam er in 1437 verderop een nieuwe dam, vlakbij de grens tussen zijn gebied en Holland. In een bocht van de Vecht bij wat Hinderdam ging heten.
In 1672 besloot Holland (Utrecht was bezet door de troepen van de Franse koning) zelf een zeesluiscomplex te bouwen. In Muiden, bij de monding van de rivier.
Er kwamen een schutsluis (voor de scheepvaart tussen Zuiderzee en de Vecht) en twee uitwaterings-/spuisluizen. De schutsluis had een omvang van 50 bij 7,5 meter. Aan dit complex werd gewerkt in de jaren 1672-1673. Er kwamen voor noodsituaties ook extra stormvloeddeuren.
Waterlinie
De zeesluis moest de Vechtstreek tegen overstromingen beschermen, maar de sluis kwam vooral van pas bij het realiseren van een brede waterlinie tegen een aanstormende vijand. Met behulp van de zeesluis kon je regelen dat het achterland onder een laagje water stond. Het water op de weilanden moest net te laag staan om er over te kunnen varen, maar ook weer te hoog om makkelijk doorheen te lopen. Dus pakweg 40 à 50 cm. In zo’n uitgestrekte watervlakte kon de vijand niet zien waar er sloten lagen.
Keizer Napoleon kwam in oktober 1811 een kijkje nemen bij de verdedigingswerken in Muiden. Hij was nieuwsgierig naar de eeuwenoude zeesluis. Maar omdat die toen net werd gerepareerd, moest de keizer wel met een noodbrug de Vecht oversteken.
Trekvaart
De aanwezigheid van de zeesluis in Muiden was van belang voor de trekvaart. Deze vorm van transport was iets nieuws. Naar buitenlands voorbeeld was men in Holland begonnen met het graven van een lange, rechte trekvaart van Amsterdam naar Haarlem. Speciaal bestemd voor trekschuiten. Die snelle en comfortabele verbinding tussen beide steden bleek zo’n succes dat er meer trekvaarten kwamen. Dankzij de paarden die de schuiten trokken, was de schipper niet meer afhankelijk van de wind. Een trekschuit vervoerde wel tientallen passagiers. Er golden vaste vertrek- en aankomsttijden. Trekschuiten zorgden ook voor vervoer van vracht. In 1639 werd een begin gemaakt met een trekvaart van Amsterdam via Diemen naar Weesp. En waarom ook niet naar Muiden en Naarden? Zo gebeurde het dat bij Diemerbrug de trekvaarten naar Weesp en Muiden zich splitsten. De schippers op weg naar Naarden staken bij Muiden de Vecht over om aan de overzijde hun tocht te vervolgen.
Gooische Moordenaar
Al die scheepvaart zorgde voor de nodige levendigheid in Muiden. In het stadje konden scheepsjagers hun paarden stallen en wassen. Reizigers strekten hier even de benen en schoven bij de waard aan om iets te nuttigen. In hartje Muiden moet het een drukte van belang zijn geweest in de tweede helft van de 17e eeuw. En niet te vergeten in de 20e eeuw, toen de Gooische Moordenaar (stoomtram) zich puffend door de smalle straatjes wurmde en bij de zeesluis de Vechtbrug over reed.
Op zomerse dagen zorgt de pleziervaart nog steeds voor grote drukte bij de sluizen van Muiden. Vanaf een terras heb je prachtig zicht op het gedoe bij het schutten van de jachten. De fraaie ijzeren draaibrug over het zuidelijke sluishoofd dateert uit 1870.
Publicatiedatum: 16/12/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.