Gedicht Ampsing 1628
Al-om in dit gebergt sijn lang-geoorde dieren
Die grimm’len allezins en krielen als de mieren
En lopen overhoop. Wat menig schoon konijn!
Men weet niet hoe alhier so grooten hoop mag sijn.
’T Gebergte loopt schier weg, Gemeyn en lecker eten;
Waer van wij Kermers volk Caninefates heten.
Duinontginning
In vroeger tijden was het Middenduin onderdeel van het ‘Zwarte veld’, een gebied vanaf de huidige Zijlweg in Haarlem tot aan de zee. De ‘wildernis’ had maar een gebruiksdoel; de jacht op konijnen. Als de Spanjaarden in 1573 Haarlem belegeren en de streek plunderen, krijgt het konijn helemaal vrijspel. Dit zorgt voor grote schade aan het duin; de verstuivingen zijn zo ernstig dat het vrijwel onmogelijk is met paard en wagen naar Zandvoort te rijden. In 1722 komt het ‘Swarte Velt in handen van de toenmalige eigenaar van Elswout en verandert een aantal keer van eigenaar. Aan het eind van de 18e eeuw lukt het om de konijnenstand onder controle te krijgen, niet in de laatste plaats dankzij de Franse troepen die hier zijn gelegerd tengevolge van de revolutie en wel een konijntje lusten
De politiek en de economische veranderingen aan het eind van de 18de eeuw zorgen ervoor dat onze woeste duingebieden veranderen in ondernemingen. In de Franse tijd wilde men ‘onontgonnen schatten aan het vaderlands welzijn ten nutte maken’ en op economisch gebied buiten de in de tijd van de republiek zo plat getreden paden gaan. Op 17 november 1795 werd in de duinen ten westen van Haarlem de landbouwassociatie Middenduin opgericht. De ontginning bestond uit een boerderij met akkers en het duin als schraal weidegrond. Akkerbouw was geen succes, stuivend duinzand en een groot aantal konijnen vormden een voortdurende bedreiging.
Schapenteelt lukte beter. Rond 1800 telde Middenduin in het voorjaar ongeveer honderd lammeren. Overdag graasden de schapen in het duin en ’s nachts verbleven ze in de potstal voor mestwinning. Toch kon de onderneming het niet volhouden, na enkele jaren werd grond voor de aanleg van een begraafplaats verkocht en in 1807 eindigde de onderneming. Het oorspronkelijke voornemen tot het ontginnen van525 hectareduingrond was blijven steken in25 hectarewerkelijk in cultuur gebrachte grond.
In 1810 werden woning en gronden weer eigendom van landgoed Elswout. De duinboerderij langs de Zeeweg bestaat nog steeds en is nu een woning. Namen als Koe- of Kaasvlak, Schapekamp en Lammetjeswei herinneren nog aan de tijd van de Bataafse republiek.
Zandafgravingen
Vanaf 1850 lagen er dagelijks minstens 50 tot 60 zandschuiten op de Zanderijvaart van Middenduin. Voor die tijd was de zanderij van landgoed Elswout vrijwel de enige leverancier van duinzand in de omgeving van Haarlem. Tegen 1850 was de ‘Elswout’-voorraad uitgeput en werd er zand gewonnen op Duinlust en in Middenduin. Met het schone duinzand werden de grachten gedempt en kon de stad Haarlem uitbreiden. Ook werd er veel zand gebruikt om de zachte en venige bodem achter de duinen geschikt te maken voor de bloembollenteelt.
Het verkochte zand werd via de gegraven Zanderijvaart afgevoerd. In dezelfde tijd werd ook de spoorbaan Haarlem-Zandvoort aangelegd. Willem Borski (eigenaar van buitenplaats Elswout en omgeving) en de spoorwegmaatschappij sloten een weddenschap. Als de zandafgravers eerder bij de plaats van de spoorbrug waren dan de spoorwegmaatschappij zelf, dan werd de spoorbrug over de Zanderijvaart door de maatschappij betaald. Borski won met enkele meters, maar beiden partijen smokkelden. Daardoor is de afgraving bij de spoorbrug smal en is de bocht in het spoor te scherp, vandaag de dag is het knerpende geluid van de trein nog duidelijk hoorbaar.
Het hoge duin aan de zuidzijde van de vallei heet Schippersduin omdat de zandschippers daar hun boot konden keren om volgeladen terug te varen. In Middenduin is tot 1930 permanent zand gewonnen, daarna tot 1950 nog incidenteel. Links van het houten bruggetje aan de andere kant van het water staat de Juliana-linde in 1909 geplant door de zandafgravers ter ere van de geboorte van prinses Juliana.
Bollenteelt en huidig beheer
Tot 1992 was de vallei in gebruik als bollenland, het kalkrijke zand en grondwater binnen handbereik zijn voorwaarden voor deze teelt. Vanaf 1992 heeft Staatsbosbeheer de vallei in eigendom en vormt het om naar een schraal grasland, waar veel verschillende bloemen en planten kunnen groeien. Het bollenveld heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een vallei met 67 verschillende plantensoorten. De ratelaar en parnassia zijn al genoemd. De waterviolier met zijn bleke lila bloemen bloeit in mei, juni en is een indicator voor kwel. Erg lekker is de bosaardbei, kleiner dan de gewone aardbei maar veel voller van smaak. Vanaf juni tot augustus kunt u de vruchten vinden.
Kijkt u voor meer informatie over het gebied Middenduin en de andere gebieden van Staatsbosbeheer op: www.staatsbosbeheer.nl
Publicatiedatum: 15/03/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.