Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Baby’s, boeren en piraten mogen weer stemmen

Op 16 maart 2022 mogen we weer naar de stembus om een nieuwe gemeenteraad te kiezen. Reden genoeg voor een rondgang langs een aantal Noord-Hollandse gemeenten. Van een baby die mag stemmen tot een baron die opkomt voor de boeren: wij hebben de leukste verkiezingsberichten van de afgelopen zeventig jaar voor je op een rijtje gezet.

In 1958 zit wethouder Maartje Bierman van Oosthuizen met een probleem. Maar liefst dertig jaar heeft ze voor de PvdA in de gemeenteraad gezeten, waarvan 14 jaar als wethouder. Gezien haar leeftijd – ze is 76 jaar – vindt ze het eigenlijk wel welletjes. Maar bij de verkiezingen van ’58 krijgt ze 71 voorkeursstemmen, dus moet ze er – vermoedelijk zuchtend en steunend – weer aan geloven. In een kleine gemeente als Oosthuizen moet ze zich als wethouder met alles en nog wat bezighouden, zegt ze tegen dagblad Trouw: woningbouw, huisvesting, onderwijs. ‘Ach ja, je doet in zo’n kleine gemeente eigenlijk alles.’ En oh ja: ‘We hebben maar een paar nozems, maar we kunnen ze aan.’ Twee jaar later slaagt de op dat moment oudste wethouder van Nederland er wél in aan het raadswerk te ontsnappen en gaat ze met welverdiend pensioen.

Er zijn overigens ook plaatsen waar al sinds de Tweede Wereldoorlog geen gemeenteraadsverkiezingen meer plaatsvinden. In het vlakbij Hoorn gelegen Schellinkhout hoeven ze decennialang niet naar de stembus, niet omdat er een dictatuur is gevestigd, maar omdat er maar één partij aan de verkiezingen meedoet: Ons Belang, dat alle zeven raadszetels mag bezetten. Je hebt maar twaalf handtekeningen nodig om een tweede lijst in te dienen, maar daar hebben ze in Schellinkhout geen behoefte aan. In 1970 gaat Schellinkhout op in de gemeente Venhuizen, die in 2006 weer wordt opgeslokt door de gemeente Drechterland. Anno 2021 telt het dorp 845 bewoners.

Wethouder Maartje Bierman, die grote bekendheid kreeg door haar radiovoordrachten in het Westfries. Foto: Westfries Genootschap.

Baby mag stemmen

Natuurlijk gaat er bij de organisatie van zo’n gemeenteraadsverkiezing wel eens wat mis. In oktober 1973 krijgt de éénjarige Remco uit Zaandam een oproep om te gaan stemmen. Zijn moeder kondigt aan de baby mee te nemen naar het stembureau. De kans dat de boreling het stemhokje heeft gehaald, anders dan op de arm van zijn moeder, zal gering zijn geweest.

In Haarlem – we schrijven 1958 – denkt de chef van de gemeentelijke afdeling bevolking 1500 gulden te besparen door zijn collega’s van de Incassodienst in te schakelen bij het bezorgen van de oproepkaarten. Dat doen ze buiten de normale postbestellingstijden om. Bovendien zitten de kaarten vaak ingevouwen in de kandidatenlijsten. Menig Haarlemmer denkt met een reclamefolder van doen te hebben en gooit die in de prullenmand. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, dus bij de volgende verkiezing waarschuwt de gemeente per advertentie op welke wijze de oproepingskaarten zullen worden bezorgd.

Het loont sowieso om in de gaten te houden of je uiterlijk 5 maart een oproepkaart hebt ontvangen. In 1990 gaat dat mis in de gemeente Hilversum. Door een computerfout dreigen 2500 Hilversummers niet te mogen stemmen. Te elfder ure wordt de fout ontdekt en gaan de kaarten alsnog de deur uit.

Foute verkiezingskrant

Aan de gemeenteraadsverkiezingen kunnen ook mensen van buitenlandse komaf meedoen. Om hen uit te leggen ‘hoe, waar en wanneer je moet stemmen’ brengt de gemeente Haarlem in 1986 een krant in verschillende talen uit. De Leeuwarder Courant ontdekt echter dat de verkiezingskrant, ondanks alle goede bedoelingen, ‘stikt van de fouten.’ Zo zijn de op Marokkanen gerichte teksten in klassiek Arabisch gesteld. Dat had net zo goed Chinees kunnen zijn geweest, sneert de krant, omdat de meeste Marokkanen in Haarlem Berbers spreken.

Stemlokaal in de Amsterdamse Sarphatischool, 1987. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Een baron namens de Boerenpartij

De Haarlemse regio krijgt in 1966 te maken met het landelijke fenomeen van de Boerenpartij, de partij van Hendrik Koekoek. Dat er niet alleen agrariërs voor die partij uitkomen, blijkt wel uit het feit dat in Bloemendaal een heuse baron voor die partij de gemeenteraad betreedt. Het is M. Baron van Randwijck uit Aerdenhout. Hij zit op dat moment voor die partij al in de Provinciale Staten van Noord-Holland. Daar heeft hij het eigenlijk al druk genoeg mee, zo laat hij de krant weten, maar de aandrang van zijn partij om zich ook voor Bloemendaal verkiesbaar te stellen is zó groot, dat hij toch maar heeft toegegeven. De baron vindt dat raadsleden een spreekuur moeten instellen ‘voor mensen die onrechtvaardig door de overheid zijn behandeld.’ Ook vindt hij dat de politie krachtiger had moeten ingrijpen bij de Amsterdamse relletjes rond het huwelijk van koningin Beatrix. ‘Er had tussen die rookbommen immers net zo goed een scherpe handgranaat kunnen zitten.’

De man met het snorretje

Overigens behaalt de Boerenpartij in Haarlem een nóg klinkender overwinning. In 1966 denderen ze met maar liefst vijf mannen de gemeenteraad in. Uit een interview in het Nieuwsblad van het Noorden, dat destijds een actieve correspondent in Haarlem heeft, blijkt dat de aanvoerder van de Haarlemse Boerenpartijfractie, oliehandelaar F. Schregardus, min of meer per ongeluk bij de partij is beland. Hij leidt een bewonerscomité dat ijvert voor een paar zebrapaden op de drukke Rijksstraatweg en laat zich door de Boerenpartij overhalen voor die partij aan de gemeenteraadsverkiezingen mee te doen.

Het wordt de oliehandelaar echter al snel duidelijk dat de partij niet écht een programma heeft en vooral leunt op Hendrik Koekoek, die zich als een dictator ontpopt. Schregardus windt er geen doekjes om en noemt Koekoek ‘een zieke clown’. Hij deinst er zelfs niet voor terug om vergelijkingen te trekken met ‘die man met dat snorretje’. Om die reden heeft hij een actiegroep opgericht om de partij te democratiseren. ‘Ik doe het niet graag, maar nu ik ben begonnen, ga ik door.’

Hendrik Koekoek, fractievoorzitter van de Boerenpartij, spreekt in de Tweede Kamer, 1966. Foto: Anefo. Collectie Nationaal Archief.

D66 en basketbal

In 1990 is Den Helder even landelijks nieuws, omdat D66 een enorme klapper heeft gemaakt. De democraten springen van 3 naar 11 zetels in de gemeenteraad. Fractievoorzitter Henk Mosk mag een week lang het Hollands Dagboek in de NRC bijhouden. Mosk is vader van twee dochters van 11 en een zoon van 6. Uit zijn dagboek wordt duidelijk dat vaders het maar druk heeft met de onderhandelingen voor een nieuw college. Mosk hoopt dan ook stiekem dat zijn zoon in het kringgesprek op school diep onder de indruk zal zijn van de glorieuze overwinning van pa’s partij, maar zoonlief is met héle andere dingen bezig. ‘Ik ga vertellen dat ik het Commodore-basketbalteam in Callantsoog heb gezien en ze zwaaiden naar mij.’

De straatmuzikant

In de afgelopen zeventig jaar dienen zich overal in de provincie nieuwe partijen aan, die voor de nodige reuring zorgen. In Hoorn doet in 1970 straatmuzikant Piet Oerlemans aan de verkiezingen mee. In 1966 komt hij nog 27 stemmen tekort voor een raadszetel, maar in 1970 waagt hij een nieuwe poging. Vier jaar eerder worden zijn zelfgemaakte verkiezingsaffiches van de muur geschuurd, maar dit keer plakt hij zijn affiches met behangerslijm vast. ‘Dat krijgen ze er niet af’.

Oerlemans komt vooral op voor de belangen van de gewone man en pleit voor het gebruik van begrijpelijke taal. ‘Zit ik er eenmaal in, dan laat ik ze net zo lang uitleggen waar het over gaat tot iedereen begrijpt wat er gaat gebeuren,’ zegt hij strijdvaardig tegen De Telegraaf. In 1970 lukt het hem blijkbaar in de gemeenteraad te komen, want in 1973 stemt hij tegen een plan om Hoorns oudste stadswijk, het Havenkwartier, te slopen.

Straatmuzikant Piet Oerlemans tijdens een interview voor AVRO’s Televizier, 1970. Still uit een video van Videoarchief HOORN en de REGIO.

Platte Thijs

Oerlemans is overigens niet als enige tegen dat plan gekant; de raadsleden van Platte Thijs moeten er ook niets van hebben. Platte Thijs is vernoemd naar een vagebond annex rover, die geld van de rijken stal en het aan de armen gaf, komt in 1970 met maar liefst drie zetels in de gemeenteraad. Politiek hoeft niet saai te zijn, is het adagium van deze uit de PSP voortgekomen alternatieve partij. ‘Wij hebben geweldige lol gehad tijdens de verkiezingscampagne,’ biecht aanvoerder André Kemmink aan het Algemeen Handelsblad op. ‘Dinsdag reden we met een draaiorgel door de stad. Maar we verzorgden ook avonden voor gastarbeiders, beatfeesten en lezingen over drugs.’

Rammelen aan de stadspoort

Maar er is geen enkele stad waar elke vier jaar zóveel nieuwe partijtjes aan de stadspoort rammelen als de hoofdstad, ook halen ze maar zelden het pluche. Zo kunnen Amsterdammers bij de komende gemeenteraadsverkiezingen uit maar liefst 26 partijen kiezen, waaronder Blanco (‘Politieke partijen zijn achterhaald’), Hart voor Vrijheid Amsterdam (‘tegen vaccinatiedwang’) en De Groenen Basis Piraten (‘vóór burgerraden’).

De Republikeinse Politieke Partij wil ‘de pleziervaart toegankelijk maken voor de minima’, ST3M is tegen ‘wethouders die niet luisteren’, Belang van Nederland vindt dat u beter je auto kunt laten staan ‘als u niet failliet wilt gaan’ en LEF komt op voor ‘alle jongeren die niet gehoord worden’.

De Feestpartij, tot slot, komt op voor de horeca, die zich door de Coronacrisis op het randje van de afgrond bevindt. De partij wil iedere Nederlander 10.000 euro geven, belastingvrij. Dat is goed voor de koopkracht. En voor de getergde horeca natuurlijk.

Verkiezingsposters op de op de Leidsebrug over de Amsterdamse Singelgracht, 1970. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Tekst: Arnoud van Soest
Omslagfoto:

Voor dit overzicht werd gebruikt gemaakt van het digitale archief www.delpher.nl van de Koninklijke Bibliotheek.

Publicatiedatum: 14/03/2022

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.