De gildenknecht die links op de achtergrond staat, wiens naam niet bekend is, wijst op een brief gedateerd 13 april 1673. Al eerder, in 1657, had Van den Eeckhout (een leerling van Rembrandt) de overlieden van het kuipers- en wijnverlatersgilde geportretteerd. Onder hen was destijds zijn broer Jan Jansz van den Eeckhout (1619-1669), die aanvankelijk wijnverlater was, maar bij zijn dood in 1669 als wijnhandelaar omschreven werd. Een wijnverlater was een beëdigd ambtenaar die de wijn overhevelde van grote naar kleine vaten. Hiermee werd niet alleen het aantal kleine vaten dat men met de wijn kon vullen bepaald, ook werd de wijn geklaard doordat de droesem in het grote vat achterbleef. En ook werd zo de belastingaanslag vastgesteld.
Van Eeckhout en het kuipers- en wijnverlatersgilde
Gerbrand van den Eeckhouts oude banden met het gilde van zijn overleden broer zorgden er waarschijnlijk voor dat hij zestien jaar na deze eerste opdracht wederom door de overlieden werd gevraagd een groepsportret van hen te schilderen. Rechts kijkt een kuipersleerling toe. Op de voorgrond zijn de gereedschappen van het ambacht weergegeven. In een nis in de gemarmerde achterwand staat het beeld van Sint Matthias, de schutspatroon van de kuipers. Het gildehuis van de kuipers en wijnverlaters, waar het schilderij oorspronkelijk gehangen zal hebben, stond aan de Barndesteeg bij de Oudezijds Achterburgwal.
Auteur: Maarten Jansen (Amsterdam Museum).
De overlieden van het Kuipers- en Wijnverlatersgilde.
Publicatiedatum: 16/03/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.