Het was op uitnodiging van de koning van Kandy dat de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1636 voet zette op het eiland Ceylon (tegenwoordig: Sri Lanka). Kandy was een koninkrijk op Ceylon, dat hinder ondervond van Portugese veroveraars. De koning van Kandy vroeg de VOC om de Portugezen te verjagen, een belofte die de Compagnie nakwam – maar met onvoorziene gevolgen.
Koloniaal bestuur
Toen de Portugezen verjaagd waren, behield de VOC namelijk de door haar veroverde forten en vestigde een koloniaal bestuur op het eiland. Hierdoor was de kuststrook in handen van de VOC en werd het binnenlandse rijk Kandy als het ware afgesloten van de buitenwereld, de koning een gevangene in eigen land.
Ondertussen profiteerde de VOC van de rijke export in onder meer kaneel, olifanten en arecanoten. Daarnaast importeerde ze textiel en andere producten uit India. Zowel het koninkrijk Kandy als de kustbevolking verdiende niets aan deze handel. Ceylon was een wingewest, waarin de winsten werden gemaximaliseerd door het laag houden van de onkosten. In de praktijk betekende dit dat de inheemse bevolking verplicht werd om exportproducten te verbouwen voor de VOC.
Forten
De VOC kon haar positie handhaven dankzij een imposante keten van forten langs de kust. De forten dienden vooral om concurrerende Europeanen op afstand te houden, maar bleken ook een goede uitvalsbasis om ongeregeldheden in het binnenland de kop in te drukken. Het is niet verwonderlijk dat het Nederlands Vestingmuseum, zelf een fort, ervoor gekozen heeft om hier de nadruk van de tentoonstelling op te leggen.
De veroverde Portugese forten op Ceylon werden door de VOC gemoderniseerd en uitgebouwd. Maar daarmee was het werk niet af. Een oorlog met de koning van Kandy en de haast onophoudelijke oorlogen met Engeland en Frankrijk maakten dat de VOC forten moest blijven bouwen en onderhouden.
Werelderfgoed
In 1988 werd de aanvraag van Sri Lanka gehonoreerd om de oude vestingstad Galle op de UNESCO-lijst van Werelderfgoed te plaatsen. Deze aanvraag bewees dat Sri Lanka de historische waarde inzag van het koloniale erfgoed en zich wilde inspannen om dat zo goed mogelijk te behouden.
Ook de vestingstad Naarden, een voorbeeld van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, zal in 2019 voorgedragen worden bij UNESCO in Parijs. Het Nederlands Vestingmuseum vertelt het verhaal van dit erfgoed.
De tentoonstelling ‘De VOC in Sri Lanka’ is nog tot en met 19 mei 2019 te zien. Daarnaast vindt op donderdag 21 maart van 15.00 tot 16.00 een lezing over de tentoonstelling plaats door conservator Lodewijk Wagenaar.
Bekijk voor meer informatie over prijzen en toegangstijden de website van het Nederlands Vestingmuseum.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Publicatiedatum: 12/03/2019
Vul deze informatie aan of geef een reactie.