De kaarten behoren tot de topstukken van het Amsterdamse culturele erfgoed. Ze werden tussen 1559 en 1703 gemaakt en tonen wat het Sint-Pietersgasthuis, het Burgerweeshuis, het Huiszittenhuis en het Leprozenhuis aan grondbezit in Amsterdam hadden. Vanwege de kwetsbaarheid van de boeken en de kleurenillustraties verlaten de boeken maar zelden de depots van het Stadsarchief. De tentoonstelling ‘Kaartboeken van Amsterdam 1559-1703’ biedt dus een unieke kans om die fraaie boeken te zien.
De landerijen die genoemde organisaties in hun bezit hadden, werden verhuurd en met de opbrengst daarvan konden wezen en zieken worden verzorgd. Om de huur of pacht te kunnen berekenen waren goede kaarten nodig. Daarvoor werden de percelen opgemeten en getekend.
De kaartenboeken waren ook handig voor de rentmeesters, die voor inspecties en het innen van de pacht de weg naar de percelen moesten zien te vinden. Om hen daarbij te helpen werden de kaarten voorzien van oriëntatiepunten als molens, boerderijen, bruggen, dorpskernen en kerken.
Die topografische informatie is voor historici van het grootste belang; in veel gevallen gaat het om de oudste afbeeldingen die bewaard zijn gebleven. Ook werden de kaartenboeken gebruikt om in de bestuurskamers neer te leggen en gasten en relaties te imponeren. Om die reden waren de boeken buitengewoon fraai geïllustreerd.
De tentoonstelling vindt plaats in het kader van de 28e International Conference on the History of Cartography. Ook het Paleis op de Dam en het Scheepvaartmuseum organiseren exposities. Tevens verschijnt er bij uitgeverij THOTH een nieuw boek met Amsterdamse kaarten, samengesteld door Marc Hamelaars, conservator van het Stadsarchief, en Anne van Noord. Dat boek verschijnt op 18 juli en is tot 19 oktober voor een introductieprijs verkrijgbaar in de Stadsboekwinkel dat in het Stadsarchief is ondergebracht.
Tekst: Arnoud van Soest
Publicatiedatum: 17/07/2019
Vul deze informatie aan of geef een reactie.