Bij het binnenlopen van de historische zaal van het IJmuider Zee- en Havenmuseum zal voortaan de blik meteen worden getrokken naar een imposant schilderij, een portret van Jan Willem Arnold. Daarnaast hangt een portret van Adrianus Johannes Bik. Deze beide heren kunnen worden beschouwd als de ‘grondleggers’ van IJmuiden.
Handelsman en tekenaar
Jan Willem Arnold (1813 – 1886) was chef van het Handelshuis Arnold en Zonen in Batavia. Hij trouwde met de rijke Augustina Michiels en werd vanaf 1839 eigenaar en beheerder van uitgestrekte rijstvelden op Java, de zogenaamde Michiels-Arnoldlanden. Samen met zijn zwager Adrianus Johannes Bik kocht hij in 1851 het grondgebied Breesaap. Jan Willem Arnold woonde de laatste periode van zijn leven op huize Duin en Dal in Bloemendaal.
Adrianus Johannes Bik (1790 – 1872) werd eind 1815 als jonge ‘kunsttekenaar’ toegevoegd aan een wetenschappelijke zendingsreis naar het toenmalige Nederlands-Indië. Na de expeditie bleef Adrianus Bik op Java en maakte snel promotie. Hij huwde in 1825 met Anna Maria Arnold. In 1828 werd hij tot Baljuw van Batavia benoemd, tevens tot assistent-resident der Ommelanden van Batavia en in 1832 tot lid van de Raad van Jus e in Batavia en omgaand rechter. In datzelfde jaar onderscheidde hij zich bij de beteugeling van een chinezenopstand in Tjilangkap. Bij Koninklijk Besluit van 9 juni 1839 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van
de Nederlandse Leeuw.
In 1847 keerde Adrianus Bik naar Nederland terug en vestigde zich in Amsterdam. Hij kocht in 1851, samen met zijn zwager Jan Willem Arnold, het grondgebied de Breesaap. Hij overleed op 1 oktober 1872 in Brussel.
Maatschap IJmuiden
In 1851 kochten Adrianus Johannes Bik en Jan Willem Arnold van een makelaar een ‘uitgestrekt en rentegevend landgoed’ Breesaap voor 1 miljoen gulden (nu: 11 miljoen euro). Het landgoed was 830 hectare groot en bestond uit duingebied waar zich op dat moment 20 landbouwers hadden gevestigd, het herenhuis Breesaperhof en pachthoeven Werklust, Schapenlust, Kalkoven, Weltevreden en Paltzerhof. Zij legden zich toe om het landgoed verder te ontwikkelen en te verbeteren en legden nieuwe wegen en bossen aan. Ook stichtten zij nieuwe boerderijen zoals De Windhond, De Tiend en Bleijenhoeve. De teelt van aardappels, aardbeien en verbouw van graan werd uitgebreid.
In 1865 werd een deel van de gronden verkocht aan de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij en in 1867 werd het deel (143,5 ha) ten zuiden van de in aanbouw zijnde sluizen in een burgerlijke maatschap ingebracht. In 1879 werd de naam veranderd in Maatschap IJmuiden. Door de maatschap was een plan ontwikkeld voor de uitgifte van de grond. Particulieren konden onder voorwaarden een woonhuis, kantoor of winkelpand bouwen. In 1882 werden de belangen van J.W. Arnold behartigd door Adrianus Johannes Emanuel Arnold Bik, een kleinzoon van Adrianus Johannes Bik. Deze had de leiding van de maatschap tot 1887, waarna de maatschap in 1909 aan de staat werd overgedragen.
De portretten van de ‘grondleggers’ van IJmuiden zijn nu in het IJmuider Zee- en Havenmuseum te zien. Het museum is geopend op zaterdag, zondag en woensdag van 13.00 tot 17.00 uur en in de schoolvakanties alle middagen behalve maandagmiddag.
Tekst: IJmuider Zee- en Havenmuseum
Publicatiedatum: 04/06/2019
Vul deze informatie aan of geef een reactie.