Gevochten is er bij Blaricum en Eemnes tussen troepen van de bisschop van Utrecht en die van de graaf van Holland. Wie mocht de veengronden tussen het Gooi en het riviertje de Eem ontginnen? Na veel gedoe viel midden 14e eeuw het besluit een paal te slaan die de grens zou aangeven. Een paal met daarop de Hollandse leeuw. Een Leeuwenpaal dus.
Maar helaas, grensconflicten ten zuiden van de paal bleven niet uit. Aanvankelijk liep de grens zuidwaarts richting het moeilijk toegankelijke Gooierbos bij de Vuursche. Daar was een exacte grensaanduiding niet nodig. Dat wil zeggen, totdat ook daar veengebieden bleken te liggen die aantrekkelijk waren om te ontginnen. Dus braken er opnieuw conflicten uit over de grens. Landmeters konden soms nauwelijks het vege lijf redden, vertelt W.A. Boekelman in zijn boekje over de Leeuwenpalen.
Uiteindelijk stelde de Grote Raad in Mechelen in 1535 de grens vast door het plaatsen van palen en het graven van greppels (Goyergracht) en sloten. Van de Leeuwenpaal bij Blaricum richting de Domtoren van Utrecht. En ter hoogte van Hollandsche Rading naar het westen.
Geselingen
Daarmee bleek de kwestie niet definitief geregeld, want palen verdwenen nogal eens spoorloos, zodat in 1719 opnieuw overleg op topniveau nodig was om te besluiten de grens vanaf de (vernieuwde) Leeuwenpaal bij Blaricum voor eens en altijd te markeren met nog eens 22 hardstenen palen. Met een hoogte van zo’n 2 meter. Aan de Utrechtste kant van de grens zag je het wapen van die provincie, aan de Gooise kant de leeuw van Holland. Alle palen kregen een eigen nummer.
Wie zo’n grenspaal (ze werden allemaal Leeuwenpalen genoemd) vernielde of verplaatste, kon rekenen op geselingen, het aanbrengen van een brandmerk en jarenlang verblijf in de kerker. Bij herhaling wachtte de galg. Dreigen met strenge straffen voorkwam niet dat in de loop van de eeuwen toch palen verdwenen. Prof. A.W.M. Odé ontwierp in 1924 palen om de zoekgeraakte te vervangen. De Hollandse leeuw verving hij daarop door het wapen van Noord-Holland (met de drie leeuwen). Oude hardstenen palen die dreigden te scheuren, kregen een knelband om verdere aftakeling tegen te gaan. Kostte een nieuwe hardstenen grenspaal in 1924 nog 170 gulden, in 1980 was dat bedrag per paal opgelopen tot 10.610 gulden.
Dinosaurus
Boekelman adviseerde in zijn boekje over de Leeuwenpalen uit 1985 terecht om eens een fietstochtje te maken langs de grensroute. Boekelman: ‘Het is een plezierige bijkomstigheid dat onze weg langs een viertal uitspanningen voert. Trouwens, waar elders in ons land vindt men een fietsroute van achttien kilometer, waarvan het startpunt door een bisschop in de veertiende eeuw werd vastgelegd en de genummerde bakens door de Heeren Gecommitteerden in de achttiende eeuw werden geplaatst?’
De eerste Leeuwenpaal, aan de Randweg in Blaricum, heeft vanwege werkzaamheden in de buurt een stukje op moeten schuiven. En hij blijkt gekrompen tot nauwelijks anderhalve meter; het gevolg van ophoging van het omliggende terrein. Boekelman constateerde in 1985 dat de nieuwe Leeuwenpaal (de oude was van ellende uit elkaar gevallen) veel te smalle kruisen in het wapen van Utrecht had. Bovendien ontbrak het wapen van de stad Utrecht in het midden. De afbeelding van de leeuw in het Hollandse wapen deed Boekelman aan een dinosaurus denken. Niet ten onrechte, zo blijkt.
Goyergracht
Deze allereerste Leeuwenpaal staat bij de Goyergracht, de grens tussen het Gooi en Utrecht. Deze gracht kon vroeger verschrikkelijk stinken, herinnert Bep Machielse zich. Hij is bestuurslid van de Historische Kring Blaricum. ‘Op maandag dreven er grote vlokken schuim op, het was een soort open riool. Nu is dat wel anders.’
Inderdaad, je wandelt of fietst er zonder stank langs van grenspaal naar grenspaal. Enkele dateren nog uit 1719, andere zijn jongere versies. Op de recente grenspalen zijn de provinciewapens verdiept uitgevoerd, ze steken dus niet meer uit zoals in 1719. Alle palen zijn genummerd, met uitzondering van de oorspronkelijke Leeuwenpaal. Dat was paal 0 zou je kunnen zeggen.
Paal nummer 1 vind je op de grens van de gemeenten Blaricum en Laren. Sommige van deze hardstenen monumenten staan fier langs een weg of aan de gracht, andere lijken zoekgeraakt in de bosjes. Of zijn terechtgekomen in een particuliere tuin. Waar de grens een bocht maakt, zie je twee grenspalen staan zodat er geen misverstand kan zijn over de juiste afbakening van de provincies.
Laatste paal
Ter hoogte van Hollandsche Rading buigt de provinciegrens westwaarts en koersen we niet meer aan op de Domtoren.
Hier in het zuiden van het Gooi loopt de afgepaalde grens langs de Vuursche Dreef en Graaf Floris V weg. Daar vind je bij een boerderij paal nummer 22. De laatste in een rij hardstenen herinneringen aan hoogoplopende grensconflicten. De Leeuwenpalen zijn inmiddels provinciale monumenten.
Tekst: Jan Maarten Pekelharing
Literatuur: W.A. Boekelman, De leeuwenpalen in het Gooi, Laren, 1985
Publicatiedatum: 21/09/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.